De textielindustrie moet veranderen, stelt de Rijksoverheid in het recent gepubliceerde Beleidsprogramma Circulair Textiel. De heersende mode-industrie drijft consumenten met lage prijzen, groeidoelen en agressieve marketing tot een eindeloze aankoopcyclus, resulterend in overproductie en een grote milieu-impact. Zowel de Rijksoverheid als Amsterdamse ondernemers zijn het erover eens: deze spiraal moet worden doorbroken. Toch worstelen zij met de macht van een op groei gerichte industrie en een diepgewortelde consumptiecultuur die een duurzame transitie bemoeilijkt.
De textielindustrie is verantwoordelijk voor ongeveer vier procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Voor het verminderen hiervan ligt de focus bij het beheersen en verminderen van de productie- en weggooimassa, aangezien het vooralsnog onmogelijk blijkt om kleding zonder enige milieu-impact te produceren. Er valt veel te halen: jaarlijks schaft de gemiddelde Nederlander 46 kledingstukken aan en doet hij er 40 weg. Daarnaast blijft van de 173 items in de kledingkast bijna een derde ongedragen.
Overproductie en on-demand
Sara Blanken, ondernemer met jarenlange ervaring in de mode-industrie, richtte Mesure op, een on-demand kledingmerk als antwoord op de overproductie. ‘Overproductie is het allergrootste probleem van de textielindustrie. Ongeveer dertig procent van geproduceerde kleding belandt direct op de brandstapel stapel zonder ooit in winkels te hebben gehangen.’ Haar bedrijf produceert daarom alleen op bestelling, zonder voorraad. ‘Onze kledingstukken worden op maat gemaakt, en pas geproduceerd als een klant een bestelling plaatst. Dit leidt tot een betere pasvorm en een product dat langer meegaat. Daarnaast zijn klanten veel bewuster bezig met hun aankoop.’
Het is heel normaal voor kledingmerken om elke maand een collectie te lanceren
Hoewel Blanken kansen ziet voor on-demand fashion, benadrukt zij de uitdagingen voortkomend uit de denkwijze van de heersende mode-industrie. ‘Het is heel normaal voor kledingmerken om elke maand een collectie te lanceren en via marketing nieuwe trends aan te wakkeren. Ze stimuleren verkoop en consumptie, terwijl mensen helemaal niet elke maand nieuwe kleding nodig hebben.’ Daarnaast dicteren groei- en winstdoelstellingen volgens Blanken de productiewijze. ‘Modebedrijven zijn voornamelijk gefocust op meer groei en meer winst. Als het goedkoper is om honderdduizend stuks te produceren dan tachtigduizend, dan gaan ze ervoor, zelfs als dat leidt tot overproductie.’
Duurzame maatregelen en tweedehandskleding
Om het grondstofgebruik, de consumptie en productie van textiel te verminderen, stuurt de Rijksoverheid aan op een productieplafond voor textielproducenten, een minimumprijs voor kleding, een importheffing op niet-duurzaam textiel en een btw-verlaging voor tweedehands items. Blanken: ‘Een productietaks is heel erg belangrijk. Merken moeten zo transparanter zijn over wat ze produceren.’ Ook een minimumprijs is volgens Blanken een goed streven. ‘Kledingstukken die nu worden verkocht zijn soms zó spotgoedkoop, die kunnen niet gemaakt worden onder normale arbeidsomstandigheden. Een regeling daarvoor is dus ook belangrijk.’
Volgens het Beleidsprogramma spelen circulaire keuzes het vooralsnog kwijt tegen de lage prijzen van de fast fashion. Blanken noemt tweedehands kleding als uitkomst. ‘Er is tegenwoordig een grote tweedehands markt, met leuke kleding voor relatief weinig. Dat is voor mensen met een lager inkomen een ontzettend goede oplossing.’
Siri Karjalainen, medewerker bij vintagewinkel Episode ziet de vraag naar tweedehands toenemen. ‘Ik zie echt een verandering. Steeds meer mensen kiezen er bewust voor om kleding een nieuw leven te geven, zodat het niet op een vuilnisbelt terechtkomt. Niet alleen jongeren. Er komen hier ook mensen van in de tachtig.’ Toch kampt ook de tweedehandsmarkt met problemen. ‘Nu tweedehandskleding populair aan het worden is, stijgen de prijzen. Dat werkt nogal contraproductief.’
Er wordt hier beslist over kleding die elders wordt gemaakt
Karjalainen is verdeeld over de voornemens van de overheid. ‘Er wordt hier beslist over kleding die elders wordt gemaakt.’ Voor systemische verandering van een geglobaliseerd productieproces is volgens haar bredere betrokkenheid nodig. ‘Het streven is nog te klein. Idealiter gaat het over mondiaal proces van betrokkenheid en bewustwording. Een soort global collab.’