Het zijn grijze tijden in Amsterdam. De zon gaat vroeg onder en ook van het nieuws word je niet altijd vrolijk. Toch zijn er wel degelijk dingen om blij van te worden. Of het nu gaat om een klein gebaar, een groot initiatief of een eeuwenoude traditie: lichtpuntjes zijn door de hele stad te vinden. In deze rubriek wijzen wij je de weg naar de plekken waar Amsterdam straalt. Vandaag: I-Sport Special, sportlessen voor kinderen met een beperking.
Zo’n twintig jaar geleden speelde Harvey Esajas (50) bij AC Milan. Zes volle minuten in het eerste van de Italiaanse topclub, om precies te zijn. Niet veel, zou een cynicus zeggen. Maar wie zich realiseert dat Esajas drie maanden daarvoor nog een circustentenbouwer van 120 kilo was, kan niet anders dan met bewondering naar de Amsterdamse voetballer kijken. Gesterkt door de uitdagingen die Esajas heeft overwonnen, zet hij zich nu in om anderen met een uitdaging te helpen.
Het is nog rustig bij de ingang van de gymzaal van het Ir. Lely Lyceum in Zuidoost, hoewel het evenement eigenlijk al is begonnen. ‘We zijn van locatie veranderd en onze doelgroep kan niet zo goed tegen veranderingen. Het is dus nog maar de vraag wie er komt opdagen’, zegt Esajas, die bezig is met het opzetten van een banner. ‘I-Sport Special-gewoon beperkt’ staat erop, de stichting die Esajas samen met zijn partner Diana Speksnijder (54) in 2018 oprichtte. Samen organiseren ze sportmiddagen voor kinderen (of volwassenen) met een beperking. ‘Iedereen is welkom, we stellen geen eisen’, zegt Esajas.
Onverenigd Zuidoost
‘Tja, beperkingen. Het is ook maar een label dat anderen op je plakken’, zegt Speksnijder met een schaal vol gesneden fruit in de hand. ‘Als jij aan je partner vraagt wat je beperkingen zijn, kan die vast ook een hele lijst opnoemen. We kijken gewoon per kind apart wat wel en niet mogelijk is.’ Inmiddels zijn er zo’n twintig kinderen binnen komen druppelen. Veel van hen hebben een ouder of begeleider bij zich. Een jongen van ongeveer tien jaar komt dicht bij Speksnijder staan en geeft haar een voorzichtige knuffel: ‘Toen hij hier voor het eerst kwam, was hij non-communicatief en keek hij niemand aan, maar moet je nu eens kijken!’ zegt Speksnijder trots.
Het begon allemaal toen Speksnijder nog bestuurslid was van de voetbalclub Zuidoost United. Een jeugdvoetballer met een verstandelijke beperking mocht telkens niet meedoen met de rest van zijn team. ‘De vader van het jongetje vroeg aan me: ‘Hoe united zijn jullie nou echt?’ Dat heeft me hard geraakt’, zegt Speksnijder. Op de school van de jongen, die speciaal onderwijs volgde, is ze gaan rondvragen of er meer behoefte was om te voetballen. Daaruit ontstond een G-voetbalteam, met Esajas als trainer. Het zaadje voor I-Sport werd hiermee geplant.

Rolstoelsport voor iedereen
Vandaag organiseert I-Sport Special multisportlessen, een evenement dat voor de buitenstaander vooral lijkt op een anarchistische gymles. Rondvliegde basketballen stuiteren tussen hoelahoepende kinderen en moeders. Toch verlopen de middagen allesbehalve ongeorganiseerd. Er lopen naast Esajas en Speksnijder vier gediplomeerde trainers rond, die spellen begeleiden en het aanspreekpunt voor de kinderen zijn.
Revando (35) is een van die trainers. Voorheen was hij onderdeel van de Nederlandse rolstoelrugbyselectie, maar momenteel is hij zijn opleiding tot Leider Sportieve Recreatie, die hij volgt via de Gemeente Amsterdam, aan het afronden. ‘Omdat ik zelf een beperking heb, wil ik juist aan deze kinderen laten zien hoeveel er wél mogelijk is’, zegt de trainer. In de zaal staan meerdere rolstoelen die juist door valide kinderen gebruikt worden. ‘Zo trainen we niet alleen de kracht in hun armen, het levert ook empathie op voor invalide kinderen’, zegt Esajas.
Amsterdamse Pluim
Op het Amsterdamse Sportgala ontving I-Sport Special onlangs nog de Amsterdamse Pluim, een prijs voor de organisatie die zich op sportgebied het beste inzet voor mensen met een beperking. De stichting werd geroemd omdat ze mensen aan zich weten te binden, die door andere instanties niet bereikt worden. ‘Dat is onze kracht’, zegt Esajas, ‘Een jongen hebben we wel veertig keer moeten bellen voordat hij kwam opdagen. Hij zei: ‘Jullie zijn de enige die moeite in me blijven steken.’’

‘Samen met ouders stellen we doelen op die we met de kinderen willen bereiken’, zegt Speksnijder, ‘Een tijd geleden kwam hier een moeder met haar zwaar autistische zoon. Ze had eigenlijk maar een doel: dat haar zoontje vrienden zou maken. Laatst had haar zoontje een speelafspraak met een ander kind van hier. Ik kon wel janken toen ik dat hoorde. Dat is toch prachtig.’