De woningcrisis oplossen en tegelijkertijd verduurzamen: de gemeente Amsterdam wil het, maar is het ook mogelijk? Volgens expert circulaire economie Joke Dufourmont kan bouwen met hout een uitweg bieden. ‘Uiteindelijk is het onvermijdelijk.’
De gemeente Amsterdam wil de komende tien jaar twintigduizend woningen bouwen en tegelijkertijd binnen de duurzaamheidsgrenzen blijven. Een lastige combi; de bouwsector is een van de meest vervuilende industrieën ter wereld. Maar als het aan Joke Dufourmont ligt, expert circulaire economie, kan houtbouw duurzaamheid en woningbouw in harmonie brengen.
Voor het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions (AMS Institute) is het gezamenlijke kennisinstituut van TU Delft (TUD), Wageningen University & Research (WUR), Massachusetts Institute of Technology (MIT). In nauwe samenwerking met de gemeente Amsterdam pakt het instituut urgente stedelijke uitdagingen aan met wetenschappelijk onderzoek en innovatie, onderwijs en ondernemerschap. volgt Dufourmont de ontwikkelingen in de bouwwereld op de voet. Hoewel beton en staal nog altijd verreweg de meest gebruikte bouwmaterialen zijn, ziet ze steeds meer Amsterdamse architecten, ontwikkelaars en aannemers voor hout kiezen. In 2022 verrees bijvoorbeeld een 73 meter hoge woontoren in het Amstelkwartier. In Zuidoost worden 304 grotendeels houten woningen gebouwd. De metropoolregio Amsterdam heeft de ambitie uitgesproken om binnen aanzienlijke tijd naar 20 procent houtbouw te gaan.
Dufourmont: ‘Sinds de introductie van massiefhoutsystemen is het technisch mogelijk om ook grote gebouwen te maken met hout. Hierbij worden planken kruislings met elkaar verlijmd wat voor enorme stevigheid zorgt. Bij deze productie komen veel minder emissies vrij dan bij staal en beton. Daar komt bij dat hout tijdens de groei CO2 uit de lucht haalt. Zolang het in vaste vorm blijft, in een woning bijvoorbeeld, blijft die CO2 opgeslagen. Moet de woning dan toch gesloopt worden, dan kun je het hout vrij makkelijk demonteren voor hergebruik. Zo kun je CO2 dus decennialang vasthouden.’
Als we dit op grote schaal gaan doen, gaan we dan niet alle bossen kappen?
‘Dat hoeft niet. Het hout dat gebruikt wordt, moet uit duurzaam beheerde productiebossen worden gehaald. Dus dat je niet zomaar een hectare hout wegkapt, maar dit geleidelijk doet en hier bomen voor terugplant, het liefst meerdere per gekapte boom. Dit levert dan zelfs extra klimaatwinst op omdat deze nieuwe bomen ook weer CO2 opnemen.’
Klinkt ingewikkeld.
‘Het is inderdaad lastig, het kost maatwerk, maar bijna al het hout waar we in Nederland nu mee bouwen, is afkomstig van duurzame bosbouw.’
Hoe zit het met de prijs? Uit onderzoek blijkt dat de materiaalkosten bij houtbouw over de hele linie zo’n 10 procent hoger zijn.
‘Over die meerkosten wordt veel gedebatteerd. Voorstanders van hout zeggen: dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Zodra de gehele toeleveringsketen, dus de bewerkers, architecten en aannemers, meer gewend raken aan hout, zullen de kosten verder afnemen. Bovendien worden de klimaatkosten van beton en staal niet meegenomen in het financiële plaatje. Mocht er een CO2-taks komen, dan is hout zelfs wat goedkoper dan staal en beton. En bovendien: er is nu al vraag naar houten woningen. Uit consumentenonderzoek blijkt dat een derde van de woningzoekenden open zou staan voor een houten woning.’
Uit ditzelfde onderzoek kwam ook één groot bezwaar naar voren: is het wel brandveilig?
‘Ja, veel mensen vragen zich dat af. Soms worden dan zelfs de grote stadsbranden van de vijftiende eeuw erbij gehaald. Het klopt dat hout een brandbaar materiaal is. Maar er zijn zat manieren om het brandveilig te maken. Je kunt werken met verf of gipsplaten, en bovendien het gebouw zo ontwerpen dat een eventuele brand zich niet verspreidt. Dat houten woningen niet veilig zouden zijn is een van de vele mythes die rondom houtbouw bestaan.’
Welke mythes zijn er nog meer?
‘Dat houten woningen het niet lang vol zullen houden bijvoorbeeld, of dat houten woningen alleen maar voor het rijke segment zijn weggelegd. In Amsterdam worden momenteel houten sociale huurwoningen gebouwd. Als mythen zoals dit de wereld uit worden geholpen, verwacht ik dat de vraag naar houtbouw alleen maar toe zal nemen.’
Dan rest eigenlijk de vraag: wat houdt ons tegen?
‘Veel heeft uiteindelijk met normering en regelgeving te maken, bijvoorbeeld als het om duurzaamheidseisen gaat voor grote gebouwen. Momenteel is de berekening daarvan in het nadeel van hout. De CO2-opslag wordt niet meegenomen. Andere landen zoals Frankrijk doen dat wel. Vorige zomer besloot het Rijk deze weeffouten niet te corrigeren. Zoals in elke sector zijn er altijd gevestigde belangen die behoudend zijn en de transformatie niet of minder snel willen zien. Maar willen we naar een circulaire en schone economie werken, dan is hout uiteindelijk onvermijdelijk.’
Joke Dufourmont is coauteur van het boek ‘Discussing Timber Myths’
Houtbouw in opkomst Ook in andere Europese steden is houtbouw in opkomst. In Brussel werd bijvoorbeeld het Gare Maritime, ooit Europa’s grootste treinstation, met behulp van hout omgebouwd tot gigantisch kantoor. Voor de Olympische Spelen in 2024 in Parijs wordt een zwemstadion van hout gebouwd. In London zijn er plannen om een 300 meter hoge wolkenkrabber midden in het stadscentrum te plaatsen. Sinds 2019 staat in Brumunddal te Noorwegen het Mjøstårnet-gebouw, met 85,4 meter momenteel ‘s wereld hoogste houten gebouw. |
Foto bovenaan artikel: Het Mjøstårnet-gebouw door Øyvind Holmstad.