Porem, kapsones, nakketikker en bims. Het Amsterdamse dialect verwondert. Waar komen de woorden vandaan? Hoe gebruik je een knoedeltje? En hoeveel vliegende ratten kun je vinden op de Dam? Je leest, ziet of hoort het in de rubriek Mokums dialect. Vandaag: janboel.
‘Voorzichtig openmaken!’ Vanonder het inpakpapier verschijnt een oude theepot. Zo eentje die bij oma in de kast staat. Nu is ‘ie gevuld met aarde en steekt er aan de bovenkant een pannenkoekplant uit. ‘Waar heb je die nou weer vandaan?’, vraagt mijn vriendin glunderend. ‘Van de kring!’, antwoordt haar verjaardagsgast. De ‘kring’, lees kringloop, is tegenwoordig dé plek om interieurpareltjes te scoren.
Noem het meuk, een janboel of prullaria: Amsterdammers hebben genoeg benamingen voor tweedehands spullen. Ooit hadden de woorden misschien een negatieve bijklank en was de tweedehandswinkel een plek voor mensen met een kleine beurs. Tegenwoordig lijken jonge stedelingen het ‘vintage’ meubilair juist helemaal te omarmen.
De interieurtrend kreeg afgelopen jaar zelfs een eigen naam: cluttercore. Wat nou Marie Kondo en ontspullen; jonge mensen maken van hun huizen massaal een ‘georganiseerde chaos’. Daarin spelen tweedehands meubels, schilderijen, beeldjes en planten de hoofdrol.
Zoë van Dijk (35) heeft het zoeken van vintage meubilair tot een kunst verheven. Haar winkel Fortune Flea, gevestigd in een oude boksschool in Oost, is tot de nok toe gevuld met Italiaanse marmeren salontafels, gekleurd glaswerk en keramieke panterbeeldjes. Enkele vintage-kledingitems hangen in houten kasten, beschilderd met bloemenpatronen. Op elke tafelhoek prijkt een schemerlampje.
Met ouders die in de meubels en brocante handelden, is Van Dijk letterlijk opgegroeid tussen de janboel. ‘Vroeger vond ik dat verschrikkelijk. Mijn moeder haalde haar spullen vooral uit Frankrijk, reden we met zo’n propvolle auto met aanhanger weer terug. Dan kon ik me wel schamen.’ Toch bloeide de liefde voor brocante weer op. Na een webwinkel en een doorgestylede Instagram-pagina volgde zeven jaar geleden een eigen zaak.
‘De oudere generatie kon brocante altijd al wel waarderen, maar ik zie de laatste tijd dat vooral ook jonge mensen bewuster mooie tweedehands spullen kopen. Bijvoorbeeld stellen die de overstap willen maken van een Ikea-interieur naar meubels die echt bij hen passen.’
De aantrekkingskracht zit ‘m niet enkel in het feit dat een vintage-item uniek en dus schaars is, denkt Van Dijk. ‘Mensen vinden ook de romantiek leuk. Klanten hopen bijvoorbeeld dat oorbellen jarenlang gedragen zijn door een oude dame, of kristalwerk generaties in een Franse familie is geweest. Maar omdat ik doorgaans inkoop van buitenlandse tussenhandelaars, ken ik de verhalen achter de spullen helaas vaak niet.’
Hoewel, dat ene lampje met die héle zware voet dat ze laatst verkocht, daar bleek toch een leuk verhaal achter te zitten. ‘Ik zag toevallig een televisieprogramma over het spoorwegmuseum. Daar was een ouderwetse coupé ingericht, waarin de adel vroeger reisde. Compleet met gedekte tafels en schemerlampjes. Zag ik daar toch zomaar het lampje voorbij komen dat ik net had verkocht! Die bleek dus uit zo’n oude trein te komen. Dat was een bijzondere verrassing.’