Op een gelijkvloers toneel in een sneeuwwitte zaal in Amsterdam Oost vertelt een groep jonge acteurs de verhalen van twee generaties Holocaustoverlevenden. ‘Mary eet nog elke dag een stuk chocola, omdat ze het zoete gemis van 80 jaar geleden nog steeds…’ De achttienjarige acteur hapert even. Na een diepe ademhaling maakt hij zijn zin af: ‘nog steeds probeert te stillen.’
De metafoor komt uit het verhaal van de 94-jarige Mary Egtberts, die de oorlog als klein meisje uit een verzetsfamilie meemaakte. ‘Dat Egtberts lang geen chocola kon eten, is een van die anekdotes die bij de jongeren aanslaan,’ zegt mederegisseur Jorn Laponder (34). Nu herinnert chocolade de vrouw nog altijd aan de bevrijding ‘Dat soort momenten helpen de spelers om haar verhaal om te zetten naar een eigen versie en het herkenbaar te maken,’ legt Laponder uit.
Vandaag worden delen van de voorstelling ERVE van Laponder en Sofia de Valk (26) gespeeld. Theater Na de Dam, een Amsterdams initiatief, organiseert sinds 2010 voorstellingen in het kader van de oorlog. Jaarlijks worden deze direct na de Nationale Dodenherdenking op 4 mei om 20:30 door heel Nederland getoond. Ter gelegenheid van de Nationale Holocaustherdenking wordt vandaag een verkorte versie gespeeld.
Acteur Toon Pilet staat boven op een antiek, donkerhouten krukje. Hij heeft, net als zijn medespelers een kartonnen schoenendoos vast. Het publiek zit in een U-vorm om het de voorstelling heen. ‘Ik durf te hopen dat ik in oorlogstijd ook in het verzet zou gaan, maar ik durf mijn vinger niet eens op te steken in de klas,’ zegt hij in de openingsscène . ‘Eigenlijk ben ik een egoïst met een empathische ambitie.’
Met schoendozen in hun handen rennen de jonge spelers over het toneel. In elke doos zit een verhaal dat een acteur zelf schreef. De anekdotes zitten vol met zorgen van de jongeren. ‘Er was een tijd zonder chocola waarin baby’s niet mochten huilen.’ Ze plaatsen de zorgen van toen op poëtische wijze in een context van nu. ‘Ik heb de luxe om bang te zijn voor hypotheses.’
De vijf spelers, met verschillende niveaus acteerervaring, haalden inspiratie uit de persoonlijke verhalen van Judith Kruithof en Mary Egtberts. De schoenendoos kreeg een hoofdrol in het stuk, omdat het verhaal erachter de acteurs aanspreekt: toen de oma van Kruithof tijdens een razzia beviel van een baby, moest haar kindje verborgen worden in zo’n schoenendoos.
De verhalen van de oorlog moeten grond krijgen in een nieuwe generatie die zelf geen directe erfenis aan deze tijd heeft, vinden ze bij Theater Na de Dam. De regisseurs grepen de ideeën van de jonge spelers daarom ‘met beide handen aan’, zodat de voorstelling voor henzelf en voor een groot publiek te begrijpen is. Toegankelijkheid is voor dit project belangrijker dan een esthetische, abstracte vormgeving, vertelt mederegisseur De Valk na de voorstelling.
Theater houdt herinneringen op een unieke manier levend, vervolgt ze. ‘Dit soort vertellingen zijn authentieke momentopnamen die je beter doen stilstaan bij het onderwerp dan een vluchtig verhaal op een scherm of in een boek. Door onze werkvorm worden herinneringen direct van mens tot mens doorgegeven.’ Om deze invloed door te zetten buiten herdenkingsdagen om, worden veel van de scripts van de producties van Theater Na de Dam digitaal gearchiveerd. Scholen kunnen deze gebruiken als lesmateriaal om gesprekken te voeren over gevoelige materie als de oorlog, discriminatie en racisme.
Chocoladerepen met felgekleurde wikkels worden uit de schoenendozen tevoorschijn getoverd als de voorstelling een einde nadert. Met enigszins trillende handen delen de acteurs het publiek grote, oneven stukken uit. ‘De persoonlijke verhalen die wij hoorden geven een heel ander perspectief op de oorlog,’ vertellen de spelers in een nabespreking. In hun handen hebben zij nog de opgepropte verpakkingen vast. ‘Dit is geen geschiedenisboek of een of andere documentaire. Je kan het trauma voelen.’
© Michelle Urbiztondo