Een halfjaar uitgeblust door de Spelen, maar het vlammetje ging toch weer branden

De Nederlandse roeiselectie voor de Olympische Spelen vertrekt vandaag naar een trainingskamp in het Portugese Lago Azul. Net als in 2021 moeten alleen Guillaume Krommenhoek (31) en Niki van Sprang (30) zich met de twee-zonder (geen stuurman of -vrouw) nog kwalificeren. Een intens traject waar ze beiden lang over twijfelden.

Met fascinatie en enige urgentie verzamelt een groep roeiers van TeamNL zich in de eetruimte van het trainingscomplex aan de Amsterdamse Bosbaan. Lachend buigen ze zich over het aan de praat krijgen van een essentieel stuk gereedschap: het nieuwe koffiezetapparaat. Broodnodig met dertig uur trainen per week in het vooruitzicht. Maar vooral het enthousiasme over twee weken Portugese zon is voelbaar. “Even weg uit die sleur van regen en kou,” zegt Van Sprang. En dan door, via meer trainingen en hoogtestages naar eind juli, Parijs.

Nog even volgen Krommenhoek en Van Sprang hetzelfde traject als de andere roeiers, maar over een maand komt daar verandering in. “Dan gaan we met z’n tweeën naar de Sierra Nevada en gaan we ons voorbereiden op het Olympisch Kwalificatietoernooi (OKT) in Luzern in mei,” vertelt Van Sprang. “We hebben dus een dubbele piek, met tweeënhalve maand ertussen, maar alleen de Spelen doen er uiteindelijk toe.”

Je kunt het OKT volgens het duo eigenlijk alleen maar verliezen. “Het is een enorme horde die je moet nemen, maar dan heb je nog niks,” zegt Krommenhoek lachend. Van Sprang: “Er is zelfs een korte documentaire over gemaakt, genaamd The Regatta of Death: Where Dreams Go to Die. Je hebt zelden zo’n mes aan je keel, want uiteindelijk kunnen maar twee boten zich kwalificeren. Aan het eind van het weekend is er vooral heel veel verdriet.”

Uitgeblust

Een behoorlijk stressvol traject dus. Al helemaal gezien het feit dat de laatste wedstrijd die de twee samen roeiden – afgezien van een interne wedstrijd – tijdens de vorige Spelen in Tokio was. En dan hebben beide heren ook nog een studie rechten (Krommenhoek) en een baan als business developer (Van Sprang). Het traject richting de Spelen was dan ook niet iets waar het duo zomaar weer aan begon.

“Volgens mij begon ik weer met trainen in januari 2022 en Niki iets later, rond april,” zegt Krommenhoek. “Klopt, en ik heb in die acht maanden na Tokio in totaal zo’n twintig uur getraind, ergometer en boot. Dat doen we normaal in een week,” aldus Van Sprang.

Guillaume Krommenhoek en Niki van Sprang in actie (voorste boot).

Totaal uitgeblust waren ze na Tokio. Een traject dat ook bestond uit kwalificatie in Luzern, maar vooral stressvol was door de naweeën van corona. “Doordat een reserve vlak voor onze vlucht naar Japan positief testte, konden we pas drie dagen voor de race vliegen. Ik zat uiteindelijk ziek in die boot en er kwam nog eens een tyfoon bij. We werden zevende,” vertelt Krommenhoek.

“Tijdens die terugvlucht voelden we ook allebei dat we nog totaal niet klaar waren om te landen en iedereen weer te zien. We wilden het liefst nog samen ergens een tussenstop maken en alles laten bezinken,” zegt Van Sprang.

Het proces

Zwaar en intens, maar het belangrijke doel om Olympiër te worden was behaald. Dan lijkt een logisch volgend doel het behalen van een medaille in Parijs. Maar daar ligt voor Krommenhoek en Van Sprang – in lijn met de nieuwe focus van NOC*NSF op mooie verhalen in plaats van medailles – nou juist een belangrijk deel van de crux om het plezier in de sport te behouden. “Je zult hier niemand, zelfs geen Karolien Florijn, die ongeveer alles wint in de skiff, horen zeggen dat ze voor Olympisch goud gaat. Natuurlijk wil iedereen het, maar het uitspreken past niet bij de Nederlandse sportcultuur en ook niet bij onze,” vertelt Van Sprang.

“We proberen echt plezier te halen uit het hele proces richting de Spelen en dat heel bewust mee te maken. Uiteindelijk denk ik dat je daardoor ook alleen maar beter gaat roeien. En zo dachten wij er altijd al over, vóór NOC*NSF,” aldus Krommenhoek. Van Sprang voegt toe: “Vroeger hing in dit trainingscomplex ook een bord met ‘medal factory’ erop, waarop de medailles werden bijgehouden. Als dit een fabriek is, wat zijn wij dan? Gelukkig is dat weggehaald.”

De sfeer die nu op de Bosbaan hangt staat in schril contrast met de ‘medal factory’. Het trainingskamp in Portugal vormt een hoogtepunt in het proces richting de Spelen. Niet alleen vanwege het weer, maar ook door het samenzijn met wat voelt als een hechte selectie. En wat dat uiteindelijk brengt voor de twee-zonder? Krommenhoek: “Ik ben half Frans, dus ik hoop het proces heel mooi te kunnen afsluiten met alle familie langs de kant. En dan zien we wel of we stoppen of doorgaan.”