Tussen de prentenboeken van de OBA in Oud Zuid zit Esther van Kesteren in een grote voorleestroon achter kleurrijke voorleesprenten. Met een krentenbol in de hand en verlegen glimlachjes op hun gezicht, zitten negen peuters in een kring aandachtig te luisteren. Van Kesteren wijst naar een van de tekeningen, en vraagt aan het jonge publiek welk afgebeeld taartje zij het liefst zouden eten. Zijn de kleine toehoorders te verlegen om het lekkerste taartje aan te wijzen, dan gaat ze naar hen toe. Voorlezen doen ze samen.
Talloze kinderen begonnen op 24 januari de Nationale Voorleesdagen met het verhaal uit Help! Een verrassing, het prentenboek van het jaar. Traditiegetrouw werd het initiatief van Stichting Lezen afgetrapt met een voorleesontbijt, waarbij het winnende boek werd voorgelezen. De voorleesdagen zijn bedoeld voor kinderen die nog niet zelf kunnen lezen en lopen tot 3 februari. Voorlezen is goed voor de ontwikkeling van kinderen en kan dus een wapen zijn in de strijd tegen de verslechterende leesvaardigheid onder Nederlandse kinderen.
Vincent (3) is volgens zijn oma Judith Kroes een kleine ‘boekofiel’. Kroes is Neerlandica en dus behoorlijk trots op haar kleinkind. Net als zijzelf zijn Vincents ouders fervent lezers. En ook voor Vincent zijn de boeken niet aan te slepen. Zijn favoriet uit de collectie? Dikkie Dik. ‘’s Avonds kiest ‘ie altijd zelf een boekje uit.’ Of er dus elke avond voor het slapen gaan wordt voorgelezen? ‘Oh, niet alleen ’s avonds hoor!’ vertelt Kroes. Als het boekje uit is, speelt Vincent, als een kleine theatermaker, het verhaaltje uitgebreid na met zijn Legocollectie.
De liefde voor boeken zoals in Vincents familie wordt zeldzamer, merkt Beertje de Savornin Lohman. Ze is medewerker buurtgericht werken bij de OBA en coördineert in die functie activiteiten in de bibliotheek die door buurtbewoners worden georganiseerd. Hoewel de bibliotheek minder druk bezocht wordt, ziet zij dat ouders met hun kinderen de bieb wel nog weten te vinden. ‘Onze activiteiten trekken veel gezinnen aan die hier eerst niet kwamen. Vaak zijn ze daarna zo enthousiast dat ze terugkomen en ook boeken beginnen te lenen.’ Voor het buurtgericht werken is er nu weliswaar structureel aandacht en financiering, maar nog meer promotie voor lezen en de bieb lijkt haar een goed idee: ‘De kennis van het Nederlands onder jongeren is vaak gewoon dramatisch.’
Voorlezen geeft kinderen op tal van gebieden een voorsprong. Het verbetert hun taal- en leesvaardigheid, ze breiden hun woordenschat uit en begrijpen verhalen beter. Dat komt vooral doordat er in prentenboeken andere woorden voorkomen dan in gewone gesprekken met hun ouders. Wanneer een verhaal vaker wordt voorgelezen, blijven die woorden beter hangen bij het jonge publiek en begrijpen ze de woorden beter. Bovendien draagt voorlezen bij aan hun sociaal-emotionele ontwikkeling en gaan kinderen er lezen leuker door vinden.
Esther van Kesteren legt uit dat die voordelen niet bij elke tekst even groot zijn: ‘In ‘rijke’ teksten staan woorden die kinderen nog niet kennen, die hen uitdagen om hun woordenschat uit te breiden. Dat zijn woorden waar je vervolgens een gesprek over kunt beginnen en die je samen met je leerlingen kunt uitbeelden’. Als leesmediaconsulent helpt de voormalig basisschooljuf leerkrachten betere voorlezers te worden met het programma OBA Op School. Ze heeft bovendien een theoretische taak: ‘Ik zorg er ook voor dat leerkrachten begrijpen waarom voorlezen zo belangrijk is.’ Daarnaast helpt ze scholen om een evenwichtige collectie in de schoolbieb samen te stellen. Dat wil zeggen: een mix tussen die ‘rijke’, uitdagende teksten en ‘armere’ teksten die als ‘instapboeken’ gelden.
Die instapboeken lijken niet meer nodig voor de peuters in het zaaltje van de OBA in Oud Zuid. Het verhaaltje is uit, het jonge publiek krijgt applaus en tot Vincents grote blijdschap mogen de aanwezigen met een nieuw prentenboek naar huis. En met een nieuwe aanwinst voor zijn theatergezelschap: een kleine knuffelversie van het hoofdpersonage August.