OM eist acht maanden cel tegen Georgiër die paniek zaaide op pont: ‘Opvarenden als ratten in de val’

Het Openbaar Ministerie eist acht maanden cel tegen Georgiër Tedore K. De man bedreigde in augustus vorig jaar een twintigtal mensen door stroomkabels van een Amsterdamse veerpont door te knippen, met een mes te zwaaien en kapotgesneden jerrycans met olie over het dek te verspreiden. 

‘Het blijft door je hoofd spoken, elke keer als je weer aan boord stapt,’ vertelt de officier van justitie namens schipper R. Hij was afgelopen zomer een van de slachtoffers van het geweldsincident op de pont richting de Buiksloterweg. De schipper is zelf niet aanwezig, omdat hij het idee dat de verdachte aanwezig zou zijn niet prettig vond, aldus een GVB-medewerker, die als enige benadeelde in de zaal zit. De officier benadrukt ‘hoe beangstigend’ de gebeurtenis voor schipper R. was. ‘Hij heeft me recht in de ogen aangekeken en met een scherp voorwerp keihard op het raam geslagen,’ staat in zijn verklaring.

Verdachte K. is niet aanwezig in de zaal. Volgens de rechter handelde hij uit boosheid. ‘Meneer vertelde dat hij na een lange treinreis vanuit Italië in Nederland was aangekomen. Het was zijn bedoeling hier te gaan werken, maar hij bleek niet de juiste papieren te hebben,’ zegt ze. ‘Drie dagen was hij op zoek naar landgenoten, naar iemand die zijn taal sprak en die hem zou helpen met een verblijfplaats. Hij kreeg het idee dat hij werd achtervolgd door Georgiërs die hem niet wilden helpen. De verdachte werd toen heel boos.’ Volgens K. gingen Georgiërs de pont op en is hij er achteraan gegaan. ‘Alles wat hij op de pont deed, was om aandacht te vragen voor zijn situatie en de Georgiërs bang te maken.’

Paniek

Als gevolg van K.’s actie probeerden passagiers over de klep van de pont te klimmen. Omdat deze door de doorgeknipte stroomkabels niet meer naar beneden ging, ontstond er paniek. Het was onmogelijk de pont te verlaten. ‘Alle opvarenden waren op de hoogte van de bedreiging van de verdachte,’ stelt de officier. Dat er ‘ongekende angst’ aanwezig moest zijn geweest omdat de klep van de pont niet meer werkte, staat volgens hem vast.

Van de slachtoffers legden schipper R. en passagier S. beiden een verklaring af. Zij wezen met name op de psychische klachten die ze na de gebeurtenis ervoeren. ‘Wegwezen! We gaan dood,’ hoorde S. medepassagiers op de pont zeggen. Hij heeft naar eigen zeggen slaapproblemen, wordt sneller agressief en ligt te zweten in zijn bed vanwege herbelevingen en nachtmerries. Schipper R. durfde tijdens het incident zijn cabine niet uit en stond vanachter een raampje oog in oog met de verdachte, die daar met een mes op sloeg. Toen passagiers in paniek begonnen te raken, dacht hij dat K. op hen aan het insteken was. ‘Dat vergeet ik nooit,’ laat hij weten.

Schadevergoeding

De officier noemt een immateriële schadevergoeding voor de psychische klachten die schipper R. en passagier S. hebben opgelopen ‘redelijk’. Wel wil hij het bedrag van de eis van S., dat vijf keer zo hoog is als de eis van R., fors omlaag brengen. Ook de GVB eist een vergoeding voor de schoonmaakkosten en de reparatie van de pont.

De advocaat van verdachte K. begrijpt de ‘behoorlijke impact’ van de gebeurtenis en zegt ‘geen uitgebreide verweren’ te hebben. Wel laat ze, ondanks zijn afwezigheid, weten dat K. spijt heeft van zijn actie. Tenslotte wijst de advocaat van K. erop dat er een taakstraf – en geen celstraf – staat op het zwaaien met een steekwapen; dat het direct op de lichamen van de passagiers werd gericht, is volgens haar niet terug te zien in de verklaringen van twee van de slachtoffers.

De voorlopige hechtenis van K. is 7 november opgeheven en hij is direct uitgezet naar Polen. De uitspraak volgt op 1 februari.