Porem, kapsones, nakketikker en smib. Het Amsterdamse dialect verwondert. Waar komen de woorden vandaan? Hoe gebruik je een knoedeltje? En hoeveel vliegende ratten kun je vinden op de Dam? Je leest, ziet of hoort het in de rubriek Mokums dialect. Vandaag: Porem
Houten interieur, behangen met kunst en foto’s van schaatsers, omringt Knipsalon de Cirkel. Het is een kapperszaak midden in de Jordaan die in 1990 werd opgericht door de twee broers Pieter en Kees Bas. Ze komen allebei uit een kappersfamilie en zijn opgegroeid in Amsterdam. Kees woont inmiddels in Monnickendam, vertelt hij met een Amsterdams accent. ‘Ik heb drie kinderen, dus ik ben op een gegeven moment verhuisd. Maar deze kapperszaak runnen lukt al 35 jaar, dus we doen iets goed.’
Knippen is een ambacht an sich. Het gaat over het gezicht, over haar, en hoe we ons aan de buitenwereld tonen. Hoe je je ‘porem’ aan de buitenwereld toont, is heel persoonlijk. Porem is afgeleid van het jiddische woord ‘panim’ en staat voor ‘gezicht’ of ‘aangezicht’. Maar het gaat vooral ook over wat we wel en niet normaal vinden, heeft Kees gemerkt. ‘Dat is geen porem’, ‘je moet je porem houden’, of ‘moet je dat porem zien’, zijn zinnen die hij vaak voorbij hoort komen. ‘Je brengt iemand in diskrediet. De lading ervan is niet netjes.’
Er zijn allerlei grote ketens in de kapperswereld gekomen. De Cirkel heeft een eigen manier van werken. ‘We gaan een uur met iemand zitten. Mensen vinden dat fijn. Ze vinden de uurprijs van 49 euro ook niet duur. Ergens anders zitten ze misschien voor 30 euro twintig minuten met je.’
Vertrouwen in hem als kapper is belangrijk. ‘Veranderen van kapsel vergt dat je iemand hebt die verandering teweeg kan brengen. Daarom zitten we met elke klant, nieuw of oud, altijd even vijf tot tien minuten om te bepalen wat ze precies willen.
Van advocaat tot loodgieter en student, en vrienden en familie die via-via binnenlopen: dat is het klantenbestand van de Cirkel. ‘De klanten die bij ons komen hebben echter wel andere wensen dan elders. Er komen mensen binnen die een bepaald bedrag over hebben voor hun haar’
Het publiek zoekt de Cirkel. Zij hoeven geen campagnes op te zetten. ‘Wij hoeven niet naar buiten te treden. Dat gaat al 35 jaar goed.’
De klanten van De Cirkel gebruiken het woord ‘porem’ ook weleens. Veel verandering verwacht Kees daar ook niet in. ‘Het is echt een oud-Amsterdams woord. Je hoort wel dat jonge mensen weer nieuwe straattaal gebruiken, maar ik denk dat Oud-Amsterdamse woorden niet snel zullen verdwijnen of veranderen. Net zoals wij, hopelijk.’
In deze rubriek zullen de komende weken typisch Amsterdamse woorden de revue passeren. Van pikketanussie tot berenlul: niets is te gek. Heb je een tip voor de redactie? Mail naar napnieuws@gmail.com