Als er een toernooi is waar voetbalsprookjes tot leven komen is het wel de KNVB Beker. Spakenburg, VVSB, HHC Hardenberg; allemaal amateurclubs die de afgelopen tien jaar tot de laatste acht van het toernooi wisten door te dringen. AFC wacht donderdagavond de Arnhemse horde Vitesse, die overwonnen moet worden om zich in dit rijtje te kunnen voegen.
Een overwinning zou voor AFC dus historisch zijn, het beste resultaat in de beker uit de 129-jarige clubgeschiedenis. Maar wie spanning en sensatie verwacht rondom de voorbereiding op deze wedstrijd komt bedrogen uit. “Ik moet vandaag extra hard werken, omdat ik morgenmiddag al vroeg richting Arnhem moet. Hopelijk kan ik rond negen uur naar huis vanavond, maar dan moet ik morgenochtend ook nog aan de bak,” zegt AFC-verdediger Guus van Weerdenburg (28).
Maar klagen over de drukte van het werkende leven hoor je Van Weerdenburg niet. Integendeel, die afleiding van onder collega’s zijn komt juist van pas om de spanning te beheersen. “En dan gaan we na werk gewoon een lekker potje voetballen.”
Ook Tim Linthorst (29) bereidt zich in de luwte voor op de wedstrijd. “Ik heb mijn eigen fitnessonderneming bij SportCity. Daar ga ik morgenochtend ook nog een paar uur werken en dan gaan we in de vroege middag in de bus richting Arnhem.”
Toch heeft de wedstrijd tegen Vitesse, waar hij tien jaar in de jeugdopleiding speelde, voor Linthorst wel degelijk een speciaal gevoel. “Ik neem ongeveer vijftig vrienden en familieleden mee en zelfs mijn oma komt voor het eerst in lange tijd weer kijken. Dat maakt het natuurlijk wel extra mooi.”
Mooi, maar ook nodig, zo meent Noa Benninga (25). Ook hij neemt vijfentwintig vrienden en familieleden mee naar de wedstrijd in het Gelredome. “Sommige jongens in ons team hebben nog nooit in zo’n groot stadion gespeeld, dus dan is het wel fijn als je bekenden ziet wanneer je het veld op komt. Soms hoor je zelfs dat ze je naam roepen.”
Zelfs mijn oma komt voor het eerst in lange tijd weer kijken.
Tim Linthorst, verdediger van AFC
Van Weerdenburg is al wat ervarener, desondanks herkent hij die spanning deels. Met FC Dordrecht speelde hij al weleens in stadion De Koel in Venlo, destijds ‘best intimiderend’. Het Gelredome is met 34.000 zitplaatsen – die niet allemaal bezet zullen zijn – nog een niveau groter, maar niet het grootst. “Ik heb weleens met Oranje onder 17 in het Atatürk Stadion in Istanbul gespeeld. Daar passen bijna 80.000 mensen in, maar afgezien van mijn vader en mijn broer zat er geen hond,” vertelt hij lachend.
Ondanks de lichte spanning over het spelen in een stadion van zo’n formaat overheerst bij de selectie van AFC toch vooral de rust en het vertrouwen in eigen kunnen. Benninga: “We toepen altijd in de bus en Arnhem is best een eind, dus dat worden flink wat potjes. Natuurlijk weten wij ook wel dat bij Vitesse geen koekenbakkers rondlopen, maar we hebben eerder al PEC Zwolle eruit geknikkerd, dus we verdienen het om in deze ronde te staan.”
De kansen van AFC? Van Weerdenburg schat ze op vijftig procent. En als de historische kwartfinale dan bereikt is, mag dat gevierd worden. “Dan rijden we gelijk terug naar Amsterdam en gaan we het tot heel laat vieren op de club. Gelukkig liet mijn baas net weten dat hij mijn afspraak voor vrijdagochtend heeft verplaatst, want een chagrijnige of een brakke Guus is niet zo handig,” zegt Van Weerdenburg.