Mokums dialect #1: Mokum

Porem, kapsones, nakketikker en smib. Het Amsterdamse dialect verwondert. Waar komen de woorden vandaan? Hoe gebruik je een knoedeltje? En hoeveel vliegende ratten kun je vinden op de Dam? Je leest, ziet of hoort het in de rubriek Mokums dialect. Vandaag: ‘Mokum’.

Voor wie de draad nu al kwijt is: Mokum is hét koosnaampje voor Amsterdam. Hartstochtelijk bezongen door Johnny Jordaan in het nummer ‘Geef mij maar Amsterdam’ uit 1956 vindt dit woord zijn herkomst in het Jiddisch: het woord ‘Mokum’, wat ‘stad’ betekent en terug te voeren is op het Hebreeuwse woord voor plaats: Makom.

Jiddisch of Jiddisj is een mengeling van Hebreeuws en Duits en is omstreeks de zeventiende eeuw de omgangstaal van veel Joden in Europese steden, waaronder Amsterdam. Vanaf de zestiende eeuw vestigden veel Joodse handelaren zich in Amsterdam nadat zij door de inquisitie – de vervolging van “ketters” door de katholieke heersers in Spanje – verdreven waren uit Spanje en Portugal. In Amsterdam lag de nadruk op handel en waren Joodse handelaren meer dan welkom om de economie te komen versterken. Een eeuw later volgden Joodse vluchtelingen uit Duitsland en andere oostelijke gebieden die de Jiddische taal spraken en deze meenamen naar Amsterdam. Zo bloeide er een levendige en invloedrijke Joodse gemeenschap op in Amsterdam.

Langzaam drongen de woorden uit het onderling gesproken Jiddisj ook door in de Nederlandse taal en vooral in het Amsterdamse dialect. Het woord ‘Mokum’ werd in eerste instantie niet alleen voor Amsterdam gebruikt, maar voor meerdere steden in Europa. Zo werd Berlijn Mokum Beis genoemd waar Beis de Jiddische letter is voor B, Rotterdam Mokum Reisj (letterlijk: ‘stad R’) of Klein-Mokum genoemd en stond Amsterdam oorspronkelijk bekend als Mokum Allef (‘stad A’) of Groot-Mokum. Of Rotterdammers zelf blij waren met deze benaming voor hun stad is nog maar de vraag.

In Amsterdam zijn er nog veel plekken die herinneren aan de ooit bloeiende Joodse gemeenschap, die door de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog bijna volledig is verdwenen. Voor de geïnteresseerden bieden veel herdenkingscentra en joodse instituten historische wandelingen langs deze plekken in Amsterdam aan. Twee jaar geleden maakte de EO een tweeluik genaamd Mokum over de Joodse geschiedenis van Amsterdam. Maar ook in het taalgebruik hoor je het Joodse verleden van de stad dus nog regelmatig terug.

Vanaf het begin van de vorige eeuw wordt het woord Mokum steeds vaker gebruikt als synoniem voor Amsterdam. Onder andere door het bekende nummer van Johnny Jordaan sloten de Amsterdammers, of Mokummers, de populaire bijnaam voor de stad voorgoed in hun hart.

In deze rubriek zullen de komende weken typisch Amsterdamse woorden de revue passeren. Van pikketanussie tot berenlul: niets is te gek. Heb je een tip voor de redactie? Mail naar napnieuws@gmail.com