De subsidie van de gemeente voor centrum de Brouwerij, een behandelinstelling en ontmoetingsplek voor mensen met psychosegevoeligheid, is bijna gehalveerd ten gevolge van een nieuwe aanbesteding. De bezuiniging gaat gepaard met onduidelijkheid en onzekerheid, en dat terwijl er veel op het spel staat: ‘Het besef lijkt te ontbreken dat het om plekken gaat waardoor je levend blijft.’
In behandelcentrum de Brouwerij aan de Hoogte Kadijk gaat het tijdens de lunch over de stoelen die leegblijven. Sinds dit jaar moet er worden betaald voor het eten: een verandering van enkele euro’s die op het leven van kwetsbare bezoekers een grote impact heeft. ‘Het verhoogt de drempel voor mensen die weinig geld hebben. Zo blijven sommigen in isolement en eten ongezond – of gewoon niet’, laat psychiatrisch verpleegkundige Roos van Weelden (42) weten. Tussen de happen stamppot door noteert ze op een papiertje een paar overzichtelijke recepten voor iemand die het ingewikkeld vindt om thuis voor zichzelf te koken.
Behalve GGZ-instelling is de Brouwerij sinds 2012 ook een inloopplek met activiteiten voor ongeveer 150 Amsterdammers die een psychose hebben of daarvan herstellende zijn. Zo kan er in de ruime kamers van de voormalige bierbrouwerij met een psychiater worden gepraat, maar ook met lotgenoten én werknemers worden gebokst, geyogaad of gekookt.
Die activiteiten worden door de Brouwerij gezien als een wezenlijk onderdeel van het herstelproces. Dat is een in Amsterdam unieke benadering van psychosezorg. De achterliggende filosofie is dat mensen met een psychosegevoeligheid meestal worden behandeld als zieken die niets kunnen, terwijl voor herstel juist zelfvertrouwen gekweekt dient te worden door in een veilige omgeving te ervaren wat er wél mogelijk is.
Nieuwe aanbesteding gemeente: een gehalveerd budget
Die werkwijze wordt in gevaar gebracht sinds begin dit jaar een nieuwe ‘aanbestedingsfase’ voor zorg in dagbestedingen, en plekken waar men kan ‘inlopen’ of ‘meewerken’ is ingegaan. Dat gebeurt om de zoveel jaar, als de contracten van de gemeente met zorgaanbieders aflopen. Instellingen konden vorig jaar een nieuwe aanvraag tot aanbesteding schrijven, waarna de gemeente opnieuw bepaalde welke plekken vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) geld zouden krijgen, en hoeveel.
In die nieuwe aanbestedingsfase is het budget van de Brouwerij bijna gehalveerd. Drie van de vijf personeelsleden die de inloop en activiteiten mogelijk maakten moesten worden ontslagen, en degenen die bleven moeten meer werk in minder uren doen. Het is te zien tijdens de lunch: waar er vroeger een kok was, maken de medewerkers nu eten met één hand en bellen ze met de ander. Aan rustig praten met bezoekers komen ze een stuk minder toe. ‘Vandaag belde iemand af voor een activiteit vanwege pijn,’ vertelt medewerker Ruben van den Bosch (29). ‘Dan wil je eigenlijk doorvragen naar wat er aan de hand is, daar is nu weinig tijd voor.’
In Amsterdam zijn er in totaal 358 plekken die gefinancierd worden onder de noemer dagbesteding. Sommige daarvan richten zich op een specifieke groep kwetsbaren, zoals ouderen of dak- en thuislozen. De Brouwerij is de enige plek die gespecialiseerd is in mensen met een psychosegevoeligheid. Sommige dagbestedingen hebben net als de Brouwerij minder geld gekregen, maar een paar zijn in het geheel buiten de boot gevallen, zoals De Kwekerij in Osdorp of De Opstap in Oost. In totaal moeten door de nieuwe aanbesteding 810 Amsterdammers op zoek naar een nieuwe dagbesteding, zo becijferde het Parool begin dit jaar. |
De afgelopen vijf jaar werd er door de gemeente gewerkt met een ‘experimenteerruimte’ binnen de WMO, waarbij instellingen zoals de Brouwerij een som geld kregen zonder dat er voor elke bezoeker een registratieplicht was. Hierdoor was er voor kleinere organisaties meer tijd en ruimte om zelf in te vullen hoe de dagbesteding precies ingericht zou moeten worden. Bij de Brouwerij werkte dit uitstekend. Een tijdlang moest er zelfs een opnamestop worden ingevoerd vanwege de hoge animo voor de behandeling en activiteiten in de Brouwerij.
Stapsgewijs herstel
‘Het idee van ons centrum is dat mensen die hier in behandeling zijn langzaam stapjes kunnen zetten,’ vertelt Riek Sijbring (64), teamchef en verpleegkundig specialist. ‘Voor iemand die heel psychotisch is geweest en zich geïsoleerd heeft is de eerste stap hier een kopje koffie te komen drinken en in een hoekje te zitten. De tweede stap is dan aansluiten bij de lunch. En wie weet is die persoon heel goed in yoga: dan kan er mee worden gedaan aan een cursus of als vrijwilliger zelf een cursus worden gegeven worden.’
Één van de bezoekers van de Brouwerij die er stapsgewijs bovenop kwam is Tess (27). Na maandenlang gedwongen opgenomen te zijn geweest in een psychiatrisch ziekenhuis kwam zij vorig jaar naar de Brouwerij voor behandeling voor de naweeën van haar psychose. Inmiddels is ze er vrijwilliger. ‘Sinds ik bij de Brouwerij kom gaat mijn herstel als een raket’, vertelt ze. ‘Eerst was ik bang voor de verantwoordelijkheden die bij vrijwilligerswerk komen kijken. Hier kon ik er geleidelijk inrollen: op een dag werd ik wakker en besefte ik me van hé, ik ben vrijwilliger geworden.’
Einde experimenteerfase
In een eindevaluatie van de experimenteerfase schrijft de gemeente dat de resultaten van de beleidsvorm ‘erg positief’ waren. Toch is het experimenteerbudget in heel Amsterdam stopgezet: volgens een woordvoerder van de gemeente ‘omdat de zorgtarieven gestandaardiseerd zijn’.
Één van de werknemers die de Brouwerij eind vorig jaar moest verlaten vanwege de bezuiniging, vindt het jammer dat iets dat goed werkte, zomaar wordt afgeschaft. ‘Als je een experiment doet, zou je verwachten dat er aan het eind per instelling geëvalueerd wordt of het experiment geslaagd is.’
Vanaf dit jaar kan geld vanuit de WMO worden aangevraagd per soort dagbesteding. Dat kan dagbesteding zijn waarbij bezoekers ‘inlopen’, ‘meedoen’, of ‘meewerken’. Vanwege het stapsgewijze herstel dat de Brouwerij bij bezoekers probeert te bereiken, schreef de Brouwerij zich in voor alle drie. Eind vorig jaar werd duidelijk dat de aanbesteding alleen voor ‘meewerken’ gewonnen is.
Van den Bosch, de medewerker die zich bezighoudt met de gevolgen van de nieuwe aanbesteding, heeft het idee dat de manier waarop de aanbestedingsprocedure georganiseerd is, grotere partijen bevoordeelt. ‘Het is een complex en tijdrovend gebeuren: daar hebben wij de man en macht niet voor.’ Bovendien vindt hij het jammer dat er na de aanvraag geen mogelijkheid is tot correspondentie over het resultaat. Volgens nieuwe Europese standaarden krijgen dagbestedingen op basis van hun aanvraag een score, en wint het hoogste cijfer – punt.
Wat blijft is het gevoel dat de score van de Brouwerij slecht aansluit bij wat de plek in realiteit is. Juist het meedoen en vooral het inlopen waren erg belangrijk: het activiteitenprogramma is vol en de deur staat de hele dag open voor mensen die langskomen voor een kopje koffie. ‘Het is die laagdrempeligheid die het mogelijk maakt om erin te rollen’, zegt Tess. Het feit dat in een eerdere aanbestedingsronde anderhalf jaar geleden wel hoog werd gescoord op inloop, voedt het idee dat de uitslag van de aanbesteding de praktijk slecht weergeeft.
Daar komt bij dat van het verkleinde budget dat de Brouwerij dit jaar ontvangt, er dit jaar nog eens vijftien procent afgaat, omdat het centrum vanuit het experimenteerbudget in de nieuwe aanbestedingsfase komt en daardoor volgens de gemeente in het eerste jaar nog moet ‘opstarten’. Maar de Brouwerij draait op volle toeren. Na een aangenomen motie in de gemeenteraad eind vorig jaar lijkt er ‘overbruggingsgeld’ te komen voor instellingen die in de afgelopen jaren betaald werden vanuit het experimenteerbudget, maar dat geld is door de Brouwerij nog niet ontvangen, terwijl het jaar al twee maanden oud is.
De Brouwerij als moeilijk te vervangen vangnet
Voorlopig probeert de Brouwerij activiteiten te blijven organiseren en de deur open te houden voor inloop, maar het is onzeker of dat ook op langere termijn gaat lukken. ‘Maar als wij nu stoppen met mensen welkom heten die hier gewoon binnen kwamen lopen, dan zijn we die mensen kwijt. Dan zie je ze niet meer,’ zegt Sijbring. ‘En als dat over mondige mensen gaat die makkelijk een nieuwe plek weten te vinden, dan is het oké. Maar dat is niet iedereen: op hen heeft het een grote impact. ‘Ik snap het geheel als de gemeente moet bezuinigen, maar het is verdrietig dat het zo vaag is waar het precies over gaat.’
Mensen die hun dagbestedingsplek kwijtraken kunnen terecht bij de instellingen die de aanbesteding wel gewonnen hebben. Wisselen van locatie is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Tess geeft aan dat zij ‘met de handen in het haar’ zat toen bekend werd dat de Brouwerij moest bezuinigen. Ook andere instellingen waar ze dagbesteding doet, zoals de Opstap in Oost, verkeren in onzekerheid of moeten sluiten. ‘Je bent bang dat je een veilige haven en het sociale contact kwijtraakt waar je je bed voor uitkomt als het moeizaam gaat. Waar je dagen om draaien, waardoor je gewoon levend blijft, letterlijk. Ik heb het gevoel dat dat niet goed wordt beseft. Het voelt alsof je als pasgeboren vogel uit je nest wordt getrapt, terwijl je nog niet zeker weet of je kunt vliegen.’