Nauwelijks praktisch geschoolden in Amsterdamse gemeenteraad: ‘We moeten afspiegeling zijn.’

De Amsterdamse gemeenteraad is het domein van universitair geschoolden. Van de 45 raadsleden volgden slechts acht hun opleiding niet aan een universiteit. Maar twee raadsleden zijn niet hoger opgeleid, zo blijkt uit onderzoek van NAP Nieuws. Politicologen waarschuwen dat de belangen van praktisch geschoolden zo minder in beleid zichtbaar worden.

Het opleidingsniveau van de raadsleden staat niet in verhouding tot die van de rest van de inwoners van Amsterdam. Meer dan de helft van de Amsterdammers volgde een opleiding aan een universiteit of hogeschool. In de Amsterdamse gemeenteraad is dit percentage 95 procent. Iets meer dan in de Tweede Kamer: na de verkiezingen in 2021 was 90 procent van de Kamerleden hoger opgeleid.

Judith Krom (Partij voor de Dieren) en Anissa Bouhassani (Partij voor de Arbeid) studeerden beiden aan het mbo. Krom rondde daarna nog een hbo-opleiding af. In totaal was voor zeven van de vijfenveertig raadsleden het hbo hun hoogst genoten opleiding. Alleen Annabel Nanninga (JA21) rondde geen opleiding op een hogeronderwijsinstelling af. Zij stopte na de derde klas met de middelbare school en deed geen vervolgopleiding.

Schadelijk

Dit gebrek aan praktisch geschoolde volksvertegenwoordigers is schadelijk voor de politiek, blijkt uit onderzoek van politicologen Daphne van der Pas (UvA) en Wouter Schakel (Universiteit Leiden). De achtergrond van politici speelt namelijk mee bij hoe zij denken, spreken en handelen. Kamerleden met een migratieachtergrond stellen bijvoorbeeld veel meer Kamervragen over onderwerpen die mensen met die achtergrond raken, ontdekten de onderzoekers 

Uit het onderzoek blijkt ook dat de mening van lageropgeleiden er minder toe doet voor politici dan van hogeropgeleiden. De politicologen ontdekten dat protest van theoretisch geschoolde mensen vaker tot een verandering in beleid leidt dan protest van praktisch geschoolden. Internationaal onderzoek aan de Universiteit van Chicago wees uit dat lageropgeleide volksvertegenwoordigers net zo goed presteren als hun hogeropgeleide collegapolitici.

‘Geluid van mbo’ers moet gehoord worden’

Raadslid Anissa Bouhassani (PvdA), die Marketing en Communicatie studeerde op het mbo, herkent het probleem van te weinig raadsleden met een mbo-achtergrond in Amsterdam. ‘Partijen vergeten hoe belangrijk mbo’ers zijn’, laat ze weten aan NAP Nieuws. ‘Als we het als raad hebben over de zorg of openbaar vervoer, dan hebben we het toch vooral over praktisch geschoolden die daar werken. Ik vind dat zij dan ook mee moeten kunnen praten.’

Wat haar betreft zou de raad ook uit meer mensen praktisch geschoolden moeten bestaan. ‘Volgens mij moeten we een afspiegeling van de samenleving zijn. Mensen met een niet-academische achtergrond brengen een andere ervaring met zich mee. Ook dat geluid moet gehoord worden.’ Over hoe de partijen meer praktisch geschoolden aan zich zou kunnen binden, heeft ze geen idee.

Politicologie het meest populair

De meeste academici zijn te vinden bij D66. Alle zeven raadsleden van de Amsterdamse fractie gingen naar een universiteit. JA21, Volt, SP en Denk kennen relatief de minste academici. Deze tweekoppige fracties bestaan voor de helft uit universitair geschoolden.

De meest populaire studie onder de Amsterdamse raadsleden is politicologie. Elf van de vijfenveertig raadsleden deden deze studie op hbo- of universitair niveau. De studie rechten was daarna het meest populair met acht raadsleden.