Aankomende zondag komt de bestseller ‘Komt een vrouw bij de dokter’ tot leven op de planken van het DeLaMar Theater. Een primeur, want schrijver Kluun heeft door de jaren heen meerdere scripts afgewezen. Nu er met meer afstand naar het verhaal kan worden gekeken wordt het beter begrepen, aldus de scenarioschrijver en Kluun zelf.
‘Ik had wel een licht vooroordeeltje voordat ik het boek had gelezen.’ Toen scenarioschrijver Koen Caris (34) door productiehuis Korthals Stuurman Theaterbureau werd gevraagd om het verhaal in de theaterspotlights te zetten, was hij niet gelijk happig. Caris: ‘Ik vroeg me af of dit het soort verhaal was waar ik persoonlijk zin in had en dat nu een podium verdient.’ Hij las het boek twee keer, dat veranderde zijn kijk op het verhaal. Caris: ‘Het gaat niet over vreemdgaan, drank en drugs. Maar de grote liefde tussen Carmen en Stijn.’
Onsympathiek
Het autobiografische boek uit 2003 vertelt het verhaal van Stijn (Raymond van der Klundert) en Carmen (gebaseerd op zijn toenmalige vrouw Judith). Judith wordt ongeneeslijk ziek en Stijn zoekt zijn toevlucht in drank, drugs en affaires. Van der Klundert: ‘Er was destijds – nu twintig jaar geleden – veel ophef over. Veel van mijn lezers, toen twintigers en dertigers, hebben veel meer meegemaakt in het leven. Daardoor is er nu meer oog voor de onzekerheid achter al die acties in het verhaal, en wat minder voor de klootzak die vreemdgaat.’
Caris vertelt hoe hij een andere focus brengt in het verhaal. ‘Voor mij was het hoofdpersonage Stijn in het boek en de film te onsympathiek. Ik vind het interessanter als hij wat sympathieker overkomt. Als een klootzak zich als een klootzak gedraagt, vertelt dat niet veel. Als een aardig persoon zich als een klootzak gaat gedragen, wordt het boeiend om uit te diepen waarom hij zo hedonistisch losgaat.’ Ook Caris stelt dat er twee decennia later meer ruimte om van een afstandje naar het verhaal te kijken en de kern te zien.
Archetype
Caris denkt dat er tegenwoordig ook anders gekeken wordt naar het personage Stijn. Volgens Caris stellen we tegenwoordig hogere eisen aan wat je doet met het archetype van de rijke man die doet waar hij zin in heeft. Daar was volgens hem twintig jaar geleden meer geduld of sympathie voor. Caris: ‘Als maatschappij wijzen we mannen meer op hun gedrag, een goede ontwikkeling. Als je nu zo’n personage neerzet moet je meer balans vinden tussen het botte uiterlijk en waar dat vandaan komt.’
Over de vraag of zijn verhaal beter wordt begrepen door dit toneelstuk, moet Van der Klundert even nadenken. ‘Ik denk dat het wat beter wordt begrepen. Doordat er tijd overheen is gegaan is daar nu meer ruimte voor. Alle eer voor tekstschrijver en de acteurs, ik heb daar niks aan gedaan. Het verhaal gaat voor mij veel over de illusie dat het leven maakbaar is. Ik hoop dat ouders met hun kinderen van tussen de 18 en 25 komen kijken en daar discussies over ontstaan.’