‘Elke maandag spelen we samen, al bijna vijf jaar lang’

Winter of zomer, weer of geen weer. Ze komen, je kan de klok er bijna op gelijk zetten. Elke maandagmiddag om 15 uur op de jeu de boules-baan van het Merwedeplein in de Rivierenbuurt speelt een vast groepje gepensioneerden een paar potjes. 

Voor het oude woonhuis van Anne Frank wordt een auto geparkeerd en pakt een man een ballentas van de achterbank. Hij sluit aan bij een vrouw die al even op een bankje zit te wachten. Een tweede man komt al fietsend aan bij het Merwedeplein. Op zijn bagagedrager is een blauw winkelmandje bevestigd met daarin drie jeu de boules-ballen. Na een paar minuten komt een vrouw met een rugzakje op in een hoog tempo naar de baan toegelopen: ‘Ik ben Trijntje, ik ben nieuw vandaag.’

Het is maandagmiddag en om stipt 15 uur verschijnen de jeu de boules-spelers weer op het Merwedeplein. ‘Elke maandag spelen we samen, al bijna vijf jaar lang,’ vertelt Fred (86), de oudste speler van de groep. Iedereen neemt zijn eigen ballen mee, sommige zijn zelfs met kleuren versierd, en dan spelen ze twee uurtjes op de baan. Via stadsdorpen – een initiatief voor en door buurtbewoners in Amsterdam – heeft de groep elkaar leren kennen. ‘We komen allemaal uit de Rivierenbuurt,’ legt Fred uit. 

Activiteitengroepen

In Amsterdam en omgeving zijn er meer dan dertig stadsdorpen. Het Netwerk Amsterdamse Stadsdorpen heeft het doel om het nabuurschap te bevorderen. Zo zijn er binnen de stadsdorpen verschillende activiteitengroepen die regelmatig samen iets ondernemen. Samen wandelen, zingen, bridgen, en binnen stadsdorp Rivierenbuurt ook jeu de boules. En dat laatste is de reden waarom deze buurtbewoners elke week opnieuw samenkomen. 

‘Op maandag is het regulier spelen, maar in de zomermaanden of wanneer het mooi weer is spelen we ook op vrijdagmiddag,’ legt Jan (77) uit. ‘We zijn immers allemaal gepensioneerd.’ Hoewel ze allemaal van het spelletje houden, komt de groep ook samen voor de gezelligheid. ‘Als het in de zomermaanden mooi weer is, nemen we onze eigen stoeltjes mee en wat te drinken en wat te knabbelen. Dan hebben we daarna nog een eigen afterparty,’ vertelt Jan trots. 

Bonnefooi

Hoewel ze af en toe contact hebben via de mail, weten ze van tevoren meestal niet wie er gaan komen. ‘Ik ben vandaag gewoon weer op de bonnefooi gegaan,’ vertelt Fred. ‘De groep wisselt, maar er is wel een vaste kern,’ legt hij uit. Of ze nou met drie, vier of acht mensen spelen, de groep verzint wel iets. ‘Vorige week waren we met zijn achten en dan neemt een van onze spelers een lijn mee en die leggen we in het midden. Dan hebben we twee banen,’ zegt Jan.

Deze maandag spelen ze twee tegen twee, ieder met drie ballen. Nadat het kleine rode balletje de baan op wordt gegooid, gaat een nieuwe ronde van start. Aafke (die liever niet met haar leeftijd in de krant wil) pakt met een lange zwarte draad met een magneet eraan de ballen één voor één op. Bepakt in een warme jas, sjaal en handschoenen, gooit ze haar met paarse vierkantjes versierde ballen de baan op. Nadat alle twaalf ballen zijn gespeeld, wordt de score opgemaakt. De punten houden ze bij op een bordje dat naast de baan aan een paal is bevestigd.

Het gaat de groep vooral om het spel en de gezelligheid, maar fanatiek zijn ze allemaal. ‘Het gaat om het spelen. Maar ik heb er wel de pest in dat ik net de eerste ronde met 13-0 verloren heb,’ vertelt Fred. Ze willen graag winnen, maar zodra ze van de baan gaan, is alles weer goed. Zo bevestigt ook Jan, die zelfs met een meetlint bekijkt welke bal het dichtste bij ligt, die instelling: ‘Ik zeg altijd: Jeu de boules is oorlog. Maar als ik thuiskom, ben ik alles weer vergeten. Maar op dit moment is het oorlog.’

De jeu de boules-baan op het Merwedeplein is niet de enige plek in Amsterdam waar je kan spelen. Op deze kaart zie je alle banen in de stad.