Stadsdichter Marjolijn van Heemstra: ‘Ik wil als de brenger van duisternis worden onthouden’

Precies een jaar geleden werd Marjolijn van Heemstra (41) de zevende stadsdichter van Amsterdam. Nu, halverwege haar termijn als stadspoët, vertelt ze hoe haar poëzie Amsterdammers bereikt en hoe ze de bewoners mee wil nemen in het duister.

Uw opvatting van wat een stadsdichter is, is die veranderd na een jaar?
‘Het is wel wat ik had verwacht. Je kiest momenten uit wanneer er iets gebeurt in de stad of in de wereld en daar reageer je dan op. Dat je er een titel bij krijgt, geeft een soort extra laag aan projecten waar ik al aan werk. Zo organiseer ik nachtwandelingen door Amsterdam, en daar komen soms mensen op af die graag met de stadsdichter mee willen lopen.’

Schrijft u voor een niche of wil u echt elke Amsterdammer bereiken?
‘Mijn gedichten verschijnen in Het Parool, dus daar bereik je sowieso niet elke Amsterdammer mee. In de openbare ruimte bereik je wel veel mensen. Ik heb net wat geschreven voor op die lifthuisjes op de Vijzelgracht, dan bereik je dagelijks mensen die er langs lopen.’

Is er een gedicht dat veel reacties heeft opgeroepen?
‘Het gedicht over de excuses voor het slavernijverleden werd veel op Instagram gedeeld. Bovendien werd het aangehaald in een rechts artikel dat anti-excuses was. Dan is het bereik dus best ver als zo iemand zo’n gedicht ook leest.’

Rechtse mensen kunnen toch ook poëzie lezen?
‘Maar poëzie wordt nog te vaak gezien als een linkse hobby. Toen je net vroeg of je als Amsterdamse dichter niet alleen de niche bereikt, begreep ik wel welke niche je bedoelde. En dat is niet de rechtse niche. Het vooroordeel van poëzie is dat het altijd een klein publiek heeft, dus het is dan mooi om te zien dat het ergens terechtkomt waar je het niet verwacht.’

Welke ideeën wilt u nog verder uitwerken?
‘De duisternis is wel echt mijn thema, daar heb ik ook in een aantal gedichten aandacht aan besteed. Mijn werk staat voor een groot deel in het teken van extreme lichtvervuiling in de stad. Dat wil ik aanpakken. Ik zit ook bij een overleggroep over het verduisteren van Amsterdam. Dat overleg is met de gemeente en bepaalde gebieden die we willen aanpakken op lichtvervuiling. Als stadsdichter merk ik dat ik door die titel net wat meer gewicht in de schaal kan brengen. Anders ben je gewoon een activist of een schrijver.’

Nachtwandeling 
Misschien is dit het beste antwoord op een gebroken tijd:
blind schuifelen over takken, schim tussen de schimmen zijn.
’s Nachts is de wereld heel. Licht toont waar je bent, donker
veegt de grenzen weg, maakt van één plek alle plekken, verenigt
wat de dag verdeelt.

Zonder zicht springt de rest op scherp; neus en oren, tong en huid,
ongezien ben je soms zoveel meer aanwezig. Verdwenen maar
present in het ritselende weefsel van egels, ratten, motten, uilen
en de enkele vos. Duister puzzelt op de scherven, legt mensen
en kevers precies aan elkaar.

In de lichtvervuilde hemel hier en daar een flikkering, allang
gestorven sterren. Herinnering aan samenhang van navigatie
en verleden. Verder geen vertes. Alles nabij.

(Dit gedicht stond 19-4-2022 in Het Parool)

U bent activistisch als stadsdichter?
‘Het is meer dat ik al activistisch was en dat heb meegenomen in mijn rol als Stadsdichter. Toen ik werd gevraagd om dit te doen, heb ik even getwijfeld. Maar daarna besefte ik dat het goed aansluit bij de rest van mijn werk. Want het aanpakken van die extreme overbelichting is voor mij ook een soort poëtische taak. Ik denk dat duisternis meer poëzie brengt in de stad.’

Hoe wil u herinnerd worden als stadsdichter?
‘Je hebt stadsdichters die bepaalde thema’s aanhouden. Ik wil als de brenger van duisternis worden onthouden. De donkerte van de stad geeft een poëtische manier van kijken naar de wereld.’

Marjolijn van Heemstra (Amsterdam, 1981) is theatermaker, schrijver en dichter. In 2010 debuteerde ze met de dichtbundel Als Mozes had doorgevraagd, die werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs en bekroond met de Jo Peters Poëzieprijs. Sinds 2019 is Van Heemstra correspondent Ruimtevaart voor De Correspondent. Vanaf 2021 werkt ze met Najat Kaddour aan de Nacht-Wacht, een project waarmee ze de nacht en het donker op de kaart zetten in ‘een stad met veel te veel licht’.