Van alle Nederlandse gemeenten is de verwachte toename van belastingopbrengst uit onroerende goederen dit jaar het hoogst in Amsterdam. Dit blijkt uit het onderzoek naar gemeentebegrotingen dat het CBS vandaag publiceerde. De gemeente Amsterdam denkt dit jaar ongeveer zestig miljoen euro meer te verdienen aan onroerende goederen dan in 2022.
Landelijk verwachten gemeenten het komende jaar gemiddeld 7 procent meer onroerendezaakbelasting (OZB) te ontvangen dan in 2022. Dit staat tegenover een stijging van 25 procent die de gemeente Amsterdam denkt binnen te halen. De OZB is een heffing die Nederlanders betalen over onroerende goederen als woningen, winkels en garages. Volgens het CBS hebben gemeenten in het verleden de inkomsten uit de OZB goed ingeschat. Eén van de voornaamste redenen voor het verschil van bijna 18 procent is vermoedelijk de stijging van de Amsterdamse OZB.
Volgens de woordvoerder van de Amsterdamse wethouder van Financiën Hester van Buren was de OZB in Amsterdam aanzienlijk lager dan bij andere grote Nederlandse steden. Toen in 2022 de gemeentefondsuitkering fors werd verlaagd, is daarom in het Amsterdamse coalitieakkoord 2022-2026 besloten om de OZB ter compensatie te verhogen. De gemeentefondsuitkering ontvangen gemeenten jaarlijks van de overheid om een deel van hun uitgaven te betalen.
Binnen de lokale heffingen verwacht Amsterdam dat de OZB de op-één-na grootste inkomstenbron wordt. Dit blijkt uit de Amsterdamse begroting van 2023, die vorig jaar september door het college van burgemeester en wethouders werd gepresenteerd. Andere grote inkomstenbronnen voor de gemeente zijn de heffingen op afvalverwerking en parkeren. Alle lokale heffingen samen zullen dit jaar naar verwachting ongeveer tweehonderd miljoen euro meer opbrengen voor Amsterdam dan in 2022.
Niet alleen met de OZB valt Amsterdam in het CBS-onderzoek op. Van de 14 procent stijging in toeristenbelastingopbrengsten die landelijk wordt verwacht, is ongeveer de helft toe te schrijven aan Amsterdam. Volgens de eerdergenoemde woordvoerder is dit te verklaren door een toenemende toeristenstroom na de coronacrisis. Toeristenbelasting wordt betaald door personen die verblijven in een gemeente waar ze niet ingeschreven staan.