In 2022 overleden er in Amsterdam 7800 mensen. Dit was 5,6 procent meer dan het verwachte aantal van 7400. Dit betekent dat er relatief weinig oversterfte was vergeleken met de rest van Nederland, waar dit gemiddeld 9,3 procent is. Zo blijkt uit het nieuwe rapport van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) dat vandaag werd gepubliceerd. Deze lage oversterfte komt mogelijk door de relatief jonge bevolking van Amsterdam, stelt woordvoerder van het CBS Ruben van Gaalen.
‘De oversterfte in Amsterdam is elk jaar relatief laag,’ zegt Van Gaalen. Een mogelijke verklaring voor de lage oversterfte dit jaar is de relatief jonge bevolking van Amsterdam. Jongeren zijn minder kwetsbaar voor algemene ziekten en specifiek het coronavirus. Daarom zijn er in de afgelopen jaren van corona relatief weinig Amsterdammers overleden.
Een andere mogelijke verklaring betreft een grotere hoeveelheid eenpersoonshuishoudens in Amsterdam, stelt Van Gaalen. In tijden van corona konden mensen die alleen woonden zich makkelijker isoleren, wat tot minder besmettingen leidde en dus een lager aantal sterfgevallen.
Oversterfte in alle leeftijdsgroepen
In 2022 overleden in Nederland 170 duizend mensen. Dat waren er 14,5 duizend meer dan verwacht. Deze verwachting wordt berekend aan de hand van de sterftecijfers van voorgaande jaren. In Flevoland, Drenthe en Hollands-Noorden stierven meer mensen. In Amsterdam, Het Gooi en Vechtstreek en in Zuid-Limburg de minste.
CBS constateert dat er in alle leeftijdsgroepen in 2022 meer mensen zijn overleden. De oversterfte was het laagst onder de 50- tot 65-jarigen (7 procent), en het hoogst onder mensen jonger dan 50 (13 procent). Vergeleken met 2021 was de oversterfte lager in de drie leeftijdsgroepen tussen de 50 en 90 jaar, en hoger in de jongste en oudste leeftijdsgroepen.