Journalist Jelle Brandt Corstius is woensdagmiddag deels vrijgesproken van smaad. In twee gevallen was er volgens de rechtbank Amsterdam wel sprake van smaad, maar weegt de vrijheid van meningsuiting zwaarder en krijgt hij geen straf.
Het Openbaar Ministerie (OM) eiste een voorwaardelijke werkstraf van zestig uur tegen Brandt Corstius, omdat de journalist zich schuldig zou hebben gemaakt aan smaad. De rechtbank Amsterdam ging niet mee in de eis van het OM, want ze was van oordeel dat de uitlatingen dan wel niet smadelijk of niet strafbaar zijn. Brandt Corstius was zelf niet aanwezig bij de uitspraak. De rechter noemde dit jammer.
#MeToo
In 2017 schreef Brandt Corstius in een open brief in Trouw dat er ook mannelijke slachtoffers zijn in de #MeToo-discussie. Zo schreef hij dat hij in het begin van zijn prille televisiecarrière slachtoffer is geweest van seksueel wangedrag. Hij zou zijn gedrogeerd en gedwongen tot orale seks. Hoewel Brandt Corstius geen naam noemde, circuleerde al snel de naam van televisieproducent Gijs van Dam.
Een week na de brief verscheen Van Dam in het televisieprogramma Pauw, waarin hij het seksuele contact bevestigde, maar stelde dat het met wederzijdse instemming was. In de jaren erna heeft Brandt Corstius zich meerdere malen in de media uitgesproken over zijn slachtofferschap. Zo gaf hij onder andere een interview aan het Parool en de Volkskrant en publiceerde hij twee persberichten. Van Dam meende dat hierin sprake was van smaad, het doelbewust beledigen en het in het kwaad daglicht stellen van een ander, en deed aangifte.
In twee gevallen – het interview met de Volkskrant in januari 2020 en een persbericht uit juli 2018 – oordeelt de rechter dat er sprake was van smaadschrift. Toch weegt de vrijheid van meningsuiting in deze gevallen zwaarder. De rechter ziet dit als een toevoeging aan het #MeToodebat. Als Brandt Corstius dit niet zou mogen zeggen, zou hij de rest van zijn leven moeten zwijgen over deze kwestie en zijn slachtofferschap.