In Klanken van Amsterdam gaan redacteuren van NAP Nieuws op zoek naar geluiden die typisch zijn voor de stad. Deze keer: de wesp.
Omgekeerde siroopflessen, hysterisch gegil en druk wapperende handen: het wespenseizoen staat weer voor de deur. Waar bijen nog op sympathie kunnen rekenen zijn wespen een stuk minder geliefd. En dat moet anders, vindt de wespenvriend Sjoert Fleurke. ‘Wespen zijn nuttige insecten en ze zijn helemaal niet agressief.’
Nuttig beestje
Wespen vangen veel insecten die anders voor overlast zouden zorgen, vertelt Fleurke. Een wespennest kan zo een paar duizend wespen bevatten en die moeten allemaal eten. ‘Stel je voor dat er uit je tuin een wespennest wordt weggehaald, dan betekent dat dat er in één klap niet meer elke dag achtduizend vliegen gevangen worden.’
Geen gif
Veel mensen denken maar één ding wanneer ze een wespennest zien: ‘Die moet weg.’ In Amsterdam is de keuze uit wespenverdelgers dan ook reuze. Meer dan 30 verdelgingsbedrijven staan klaar om de beestjes met gif te doden. Daar hangt een prijskaartje aan: gemiddeld zo’n 65 euro. Zonde, want het verwijderen van een nest is niet altijd nodig, vertelt Fleurke. Als het nest ergens hoog onder een gevel of ver achter in de tuin hangt, kan je hem best laten zitten. Wanneer het nest wel voor overlast zorgt, hoeven de wespen niet gelijk met gif verdelgd te worden. dit is niet alleen dodelijk voor de wespen, het is ook schadelijk voor het milieu. Wespenvriend Fleurke verplaatst de beestjes naar een plek waar ze niemand in de weg zitten.
Verhuizen
Afgelopen week haalde Fleurke twee beginnende nestjes weg in Amsterdam-Noord en de Indische buurt. Om een nest te verhuizen, zet hij een kartonnen doos op het nest. Vervolgens schraapt hij met een plamuurmes het nest los, zodat het in de doos valt. Dat moet voorzichtig, anders valt het nest uit elkaar. De wespen die niet in het nest zaten, vangt hij met een netje één voor één en zet ze bij het nest. En ja, de wespen laten dat gewoon toe. Als het nest en alle wespen in de doos zitten, neemt hij de doos mee naar zijn schuur. Als ze daar gewend zijn, laat hij ze weer vrij: ‘Dan kunnen ze de hele wereld over als ze willen.’
Veel wespenvrienden zijn er in Nederland niet. Fleurke heeft één collega, maar die zit helemaal in Zeeland. Hij hoopt dat er snel meer mensen zullen zijn die opkomen voor de wesp. Of hij zelf ooit wordt gestoken? Meer dan tien keer per jaar. Maar dat houdt hem niet tegen om zich in te blijven zetten voor de beestjes. Morgen staan er in Amsterdam weer drie ‘verhuizingen’ op de planning.