Amsterdamse basisschoolkinderen fietsen een stuk minder vaak naar school dan kinderen in de rest van Nederland. Dat komt omdat ouders het verkeer als onveilig ervaren. ‘Ik durf mijn kind pas als ze naar de middelbare school gaat alleen te laten fietsen.’
Waar in de rest van Nederland 60 tot 80 procent van de basisschoolleerlingen naar school fietsen, is dat in Amsterdam maar 35 procent. De kinderen zelf en hun ouders ervaren het verkeer in de stad als onveilig. Dit blijkt uit een verslag van de gemeente Amsterdam dat maandag uitkwam. Met een enquête en in stadsgesprekken werden Amsterdammers gevraagd naar hun ervaring van verkeersveiligheid. Het blijkt dat 67 procent van de deelnemers bezorgd is over de algemene verkeersveiligheid in de stad.
Bij basisschool Schreuder, naast het Museumplein, staan een paar ouders hun kinderen op te wachten in de motregen. Diana Wind (47) gaat pas sinds kort met haar vierjarige dochter achterop de fiets naar school. ‘Toen ze nog kleiner was, durfde ik dat niet aan in dit verkeer.’ Ze wonen vlakbij het Leidseplein. Naar school is een klein stukje, maar toch is Wind bezorgd. Vooral de toeristen en de hoeveelheid verkeer vindt ze onveilig. ‘Ik had gelezen dat kinderen vanaf 12 jaar het verkeer pas goed kunnen overzien. Ik denk dat ik mijn dochter vanaf dat ze naar de middelbare school gaat alleen laat fietsen.’
Volwaardige fietsers
Een adviesleeftijd voor kinderen om zelfstandig naar school te fietsen is er niet. Het verschilt erg per kind wanneer dat veilig genoeg is, volgens de Fietsersbond. Ook de omgeving en verkeerssituaties spelen mee. De Fietsersbond zegt dat kinderen vanaf 10 jaar groot genoeg zijn om het verkeer te overzien. Vanaf 12 jaar hebben ze inzicht in complexe verkeerssituaties. 14-jarigen zijn volwaardige fietsers; ze hebben een volledige beheersing van hun balans op de fiets en een goed inzicht in gevaarlijke situaties.
In een portiek aangrenzend aan het schoolplein van basisschool Schreuder zit Joel Diamand (41) te schuilen voor de regenspetters. Zijn zoontje van 9 jaar gaat weleens op de step naar school. Fietsend vindt Diamand nog wat spannend. In het Engels vertelt hij dat hij de weg achter de school, refererend aan de Van Baerlestraat, wel erg druk vindt.
Een oplossing, die Diamand op andere plekken in de stad heeft gezien, is brede fietspaden. Auto’s zijn daar ‘te gast’. Door duidelijk te maken dat fietsers de prioriteit hebben, gaan auto’s zachter rijden, volgens de vader.
Smileys
De gemeente stelt dit jaar een nieuw verkeersveiligheidsplan op. Rondom scholen wordt daarin vooral ingezet op zogeheten ‘schoolstraten’. Die worden tijdens breng- en ophaaltijden door hekken afgesloten voor auto’s. Daarvoor zijn wel vrijwilligers nodig om bij de hekken te staan. ‘Wij horen dat veel ouders dit graag doen, omdat de verkeerssituatie een stuk veiliger ervan wordt’, zegt Sietze Faber, beleidsadviseur verkeersveiligheid en fiets van de gemeente Amsterdam.
Amsterdammers hebben in de stadsgesprekken en de enquête ook andere aanbevelingen gedaan. Rondom scholen zien Amsterdammers graag meer handhaving, kiss & ride-parkeerplekkenen 15-kilometerzones rondom scholen. Hoe realistisch al die oplossingen zijn, is zeer afhankelijk van de buurt waar de school in staat, volgens beleidsadviseur Faber. Kinderen mochten ook suggesties doen. Zij willen dat het brengen met de fiets makkelijker wordt en dat autoparkeerplaatsen verder van het schoolplein moeten liggen. En meer verkeersborden – met smileys.
In 2023 wil de gemeente Amsterdam een maximum snelheid van 30 kilometer per uur invoeren. Volgens onderzoeken zal dat het aantal ernstige verkeersslachtoffers verminderen. Nu vallen veruit de meeste slachtoffers – 80 procent – op wegen waar nog 50 kilometer per uur mag worden gereden. |