Donderdag hoort Hüseyin A. in de rechtbank Amsterdam of de opgelegde celstraf van twintig jaar voor de moord op Milica van Doorn blijft staan. Zonder de intensieve bemoeienis van misdaadverslaggever Peter R. de Vries was de zaak mogelijk nooit opgelost.
Hij is net 60 geworden als misdaadverslaggever Peter R. de Vries in 2017 een interview geeft aan het Algemeen Dagblad. Welke zaken hij nog van zichzelf moet oplossen, is de afsluitende vraag van de dienstdoende journalist. Zijn vrouw hoopte dat Peter het wat rustiger aan ging doen. De moordenaar van Nicky Verstappen vinden stond fier bovenaan het lijstje. En die andere onopgeloste zaak. In een column in de Telegraaf uit 2005 schaarde hij die al eens in zijn ‘denkbeeldige top tien’, en twaalf jaar later werkte De Vries er achter de schermen nog steeds aan: de moord op de 19-jarige Milica van Doorn uit Zaandam in 1992. Voor de oplossing van die zaak ‘mocht je hem ’s nachts wakker maken’, als hij überhaupt niet nog op was om de beruchte cold case uit te pluizen.
De zaak komt donderdagmiddag na bijna dertig jaar tot een conclusie. De rechtbank Amsterdam doet uitspraak in het hoger beroep van verdachte Hüseyin A. De 51-jarige Zaandammer werd in december 2017 aangehouden en in 2018 veroordeeld tot twintig jaar cel. Dat A. na 25 jaar toch nog werd gevonden is uniek. In 2020 bleek uit politiecijfers dat sinds 2000 slechts zestig van de in bijna 1800 cold cases zijn opgelost. Eén daarvan was de moord op Milica. Zelf maakt De Vries het beroep niet meer mee door de aanslag op zijn leven, in juli vorig jaar. Had hij zich niet als pitbull vanaf het begin in de zaak vastgebeten, dan was het maar de vraag of de verdachte ooit was gevonden.
Verpletterende indruk
Milica werd op maandagochtend 8 juni 1992 dood aangetroffen in de Zaandamse wijk Kogerveld. De avond daarvoor bezocht ze een verjaardagsfeest in die buurt. Rond middernacht vertrok ze richting huis, in de wetenschap dat ze dan nog de bus zou halen. Die avond bleek er echter geen dienstregeling te rijden, waarop de noodgedwongen wandeltocht daarna fataal bleek. Een pastoor vond haar de ochtend daarop in het ondiepe vijvertje naast zijn kerk, een kleine kilometer van de flat waar ze zondagavond Eerste Pinksterdag doorbracht. Ze was verkracht en met extreem geweld om het leven gebracht.
Wat De Vries daar zag, als een van de eersten ter plekke, maakte een verpletterende indruk op hem, zo zei hij in 2017 bij NPO Radio 1. ‘Ze liep recht in de armen van haar verkrachter en moordenaar. Iedereen die dat hoort, grijpt dat aan. Daarom wilde ik voortdurend aandacht besteden aan de zaak.’
Maar de zaak werd al snel ‘koud’. Mannelijk sperma gevonden op Milica’s lichaam leverde geen match op in de DNA-bank van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Ook een ‘zingende man met Turks uiterlijk’ nabij de kerkvijver, uit een getuigenisverklaring, werd nooit gevonden. In 2006 wijdde De Vries voor zijn misdaadprogramma een extra lange uitzending aan de moord, dan al veertien jaar onopgelost. Naar vijftig Kogerveldse huishoudens stuurde hij een brief. Of ze die avond naar het programma wilden kijken. Misschien herinnerden zij zich toch nog iets. De politie kreeg na de uitzending ruim honderd belletjes, maar de gouden tip ontbrak.
‘Gelobby en getouwtrek‘
De sleutel bleek uiteindelijk toch dat allereerste spoor, het aangetroffen sperma dat in 1992 niet geverifieerd kon worden. Dat had vooral te maken met de gebrekkige technologie waarmee het NFI DNA-onderzoek verrichtte. Verwantschapsonderzoek, waarmee DNA van bloedverwanten gekoppeld kan worden, werd pas in 2012 wettelijk toegestaan. Dat het onder zeer strenge voorwaarden toch mogelijk werd was mede te danken aan het ‘gelobby en getouwtrek’ van De Vries, zo schrijft voormalig NFI-medewerker Lex van den Broek in zijn onlangs verschenen boek DNA Zoekmachine.
Verwantschapsonderzoek in de misdaad kende voor de oplossing van Milica’s zaak een flink aantal succesvolle precedenten: Marianne Vaatstra, De Puttense Moordzaak, de Posbankmoord, Nicky Verstappen. De hand van De Vries daarin was onmiskenbaar, zo bleek vorig jaar uit een Discovery-documentaire over Vaatstra. Toen uit nieuw DNA-onderzoek bleek dat Milica’s moordenaar Turks was, gaf het OM in november 2017 ook haar fiat voor een onderzoek onder de Turkse gemeenschap in Kogerveld. Die gaf met 133 aanmeldingen massaal gehoor aan het DNA-onderzoek. Hüseyin A. bleef als één van de twee mannen thuis. Omdat een bloedverwant van hem wel kwam, gebeurde op 11 december 2017 wat in juni 1992 niet gebeurde: uit de database rolde een honderd procent match.
Donderdagmiddag hoort A. of de opgelegde twintig jaar blijft staan of niet. De Vries maakt het slotakkoord van de zaak waarvoor hij bijna dertig jaar zwoegde niet meer mee. De eerste twee zittingen woonde hij nog wel bij, één week voor hij zelf slachtoffer werd van extreem geweld. Na afloop verscheen De Vries aan de desk van RTL Boulevard om verslag uit te brengen. Al glunderend noemde hij A.’s advocaat Gerald Roethof ‘iemand die graag kansloze zaken aanneemt’. Wat dat lachje verried? Dat hij opnieuw een zaak uit zijn denkbeeldige top tien had weggestreept.