De Tweede Kamer debatteerde woensdag over het voorstel om huisartsen de bevoegdheid te geven de abortuspil voor te schrijven aan vrouwen die ongewenst zwanger zijn.
PvdA, GroenLinks, D66 en VVD kunnen zo goed als zeker rekenen op een Kamermeerderheid voor hun initiatiefwet om de abortuspil bij de huisarts beschikbaar te stellen. In het regeerakkoord is afgesproken dat de abortuspil een ‘vrije kwestie’ is, waarbij kamerleden naar eigen inzicht mogen stemmen. Anders gezegd: partijen zoals DENK, SGP, FvD, CDA en CU kunnen tegen zijn maar geen blokkade opwerpen. Over een paar weken wordt er een definitief besluit genomen door minister president Mark Rutte (VVD).
Het voornaamste argument voor de abortuspil is volgens PvdA en D66 de toegankelijkheid van zorg. Huisarts Peter Leusink is het hier mee eens. ‘Een vrouw die in Zeeland woont, zal makkelijker naar haar eigen huisarts kunnen.’ Maar hij kan zich ook voorstellen dat vrouwen het onprettig vinden om bij hun huisarts in de buurt aan te kloppen. ‘Een vrouw die naast Amsterdam woont, gaat wellicht liever naar de abortuskliniek, met het idee dat ze haar eigen huisarts weer op de tennisbaan zien.’ Waar iemand woont is volgens Leusink een belangrijke factor.
Abortuspil
De abortuspil is een combinatie van twee verschillende tabletten die je een dag na elkaar inneemt, wat leidt tot een miskraam. In de eerste weken na de bevruchting kan de abortuspil gebruikt worden om de zwangerschap te beëindigen. Op dit moment heeft de huisarts niet de bevoegdheid om de pil voor te schrijven. Wel is de huisarts betrokken bij de zorg na de miskraam. Het merendeel van de vrouwen dat zich meldt voor het beëindigen van een zwangerschap wordt doorverwezen door de huisarts.
In Nederland zijn er zestien abortusklinieken, waarvan twee in Amsterdam. Bestuurder Femke van Straaten van Abortuskliniek Amsterdam vindt dat de abortuspil bij de huisarts een goed idee lijkt, maar dat het op lange termijn veel consequenties kan hebben. ‘Als je inkomsten weghaalt van abortusklinieken zal het aantal klinieken afnemen en de bereikbaarheid van andere vormen van abortusbehandelingen juist verslechteren.’ Zuigcurettage en instrumentele abortus, die in Nederland het meest worden uitgevoerd, mogen namelijk niet bij de huisarts gedaan worden. Hiervoor is een abortuskliniek of ziekenhuis nodig, zegt Van Straaten.
Leusink vindt de angst van abortusklinieken onterecht. Volgens hem kan financiering van de overheid het inkomstenprobleem oplossen. ‘Misschien moeten abortusklinieken inkrimpen, maar zolang de abortuszorg niet in het geding komt, wat ik niet denk, is dit geen probleem.’
Emotioneel
PvdA en D66 pleiten al een aantal jaar voor een abortuspil via de huisarts. Volgens de partijen is een bezoek aan de eigen huisarts emotioneel en fysiek minder zwaar dan een bezoek aan een kliniek. Lieselotte Oudega, die ooit zelf abortus heeft gepleegd, vindt dat dit genuanceerder ligt. ‘Mijn huisarts wist niet welke opties er waren voor een abortus. Dat hebben we samen bekeken op internet.’ Oudega had een prettige ervaring bij de abortuskliniek en vindt dat ze daar voldoende is geïnformeerd. ‘Het is een safe space, want hier wordt mijn keuze geaccepteerd. Ik was er ook zeker van dat zij alle kennis in huis hadden.’
Van Straaten van Abortuskliniek Amsterdam vindt dat de abortuspil bij de huisarts niet de grootste prioriteit heeft. ‘Het zijn vooral de demonstraties tegen abortus bij de klinieken waar de politiek zich steviger over uit moet spreken’. Oudega vindt ook dat de prioriteit ergens anders moet liggen. ‘Ik denk dat het wijzigen van de de vijf dagen bedenktijd meer uit gaat maken. Ik heb dat zelf namelijk als heel heftig ervaren.’
Vijf dagen bedenktijd
Donderdag volgt in de Tweede Kamer een stemming over de verplichte vijf dagen bedenktijd. D66, VVD, PvdA en GroenLinks willen die afschaffen. De coalitiepartijen CDA en ChristenUnie zien niets in het voorstel, maar het ziet ernaar uit dat het wordt aangenomen.