In Pakhuis de Zwijger vond vrijdagavond het Amsterdamse verkiezingsdebat ‘Amsterdam Kiest Onderwijs’ plaats. GroenLinks, D66, VVD, SP, BIJ1 en PvdA gingen met elkaar in debat over de kwaliteit van het Amsterdamse onderwijs. ‘Laten we dit samen vastleggen.’
De enige leraar die vanavond aan het woord komt, is geschiedenisdocent en Trouw-columnist Erik Ex. De docent van het Cygnus Gymnasium maakt zich zorgen over de staat van het onderwijs in Amsterdam: de kwaliteit is te laag en er is een tekort aan docenten. Tegen de lijsttrekkers van de zes partijen zegt hij: ‘Gelukkig hoor ik dat een aantal van jullie de lerarenopleiding heeft gedaan. We hebben banen zat als het niets wordt als politicus.’
Lerarentekort en kruimelcontracten
Het zou geen overbodige luxe zijn als politici af en toe zouden bijspringen in de klas. Amsterdam heeft een structureel lerarentekort: 563 om precies te zijn, volgens moderator Dionne Abdoelhafiezkhan. Veel docenten verlaten het onderwijs vanwege de hoge werkdruk en een gebrek aan vaste contracten, vertelt Ex.
Volgens Rutger Groot Wassink (GroenLinks) is de oplossing simpel: Den Haag moet docenten meer gaan betalen. Jim Haijen (SP) valt Groot Wassink bij: ‘Het salaris voor docenten is te laag, vooral leraren in het primair onderwijs krijgen te weinig betaald.’ Alleen onder betere arbeidsvoorwaarden, zoals hogere lonen en lagere werkdruk, kunnen we leraren aanmoedigen om in het onderwijs te blijven werken, vinden SP en GroenLinks.
Haijen zegt dat ook het gebrek aan vaste contracten een probleem is. Het moet afgelopen zijn met de ‘kruimelcontracten’: functies in het onderwijs voor 0.2 of 0.3 FTE. Haijen: ‘Als beginnend docent weet je vaak niet of je uren zal krijgen. Dat schrikt af.’ Veel beginnend docenten stoppen al snel. Claire Martens (VVD) ziet wel voordeel in deze kruimelcontracten. ‘Het biedt de mogelijkheid voor mensen om parttime docent te worden.’ De VVD pleit daarom voor meer ‘hybride onderwijs’: docenten die ook werken als bijvoorbeeld accountant of beleidsmedewerker. Martens: ‘Ze brengen dan veel maatschappelijke ervaring mee.’
Woningnood
Ook in het onderwijsdebat ontkomen politici niet aan een van de meest besproken thema’s bij deze verkiezingen: de woningmarkt. Volgens Jazie Veldhuyzen (BIJ1) zijn de woningmarkt en het lerarentekort onlosmakelijk met elkaar verbonden. De woningen in Amsterdam zijn onbetaalbaar geworden, waardoor veel leerkrachten de stad uit trekken. ‘Het kan niet dat wij leraren verliezen aan andere steden omdat ze geen woning kunnen vinden,’ zegt Ilana Rooderkerk (D66). Om in deze markt docenten toch van een woning te voorzien, vindt Rooderkerk dat zij voorrang moeten krijgen op de woningmarkt.
Groot Wassink aarzelt geen moment: ‘Laten we dit samen vastleggen.’ De meeste partijen lijken op dit vlak eensgezind. Volgens Groot Wassink, Rooderkerk en Haijen zijn meer sociale- en middenhuurwoningen nodig om de stad betaalbaar te houden voor docenten. Alleen Martens plaatst hier een kritische kanttekening bij. ‘We moeten ook zorgen dat het voor mensen aantrekkelijker wordt om een huis te kopen in het hogere segment.’ Docenten met veel ervaring verdienen volgens haar te veel voor het middensegment. ‘Ook hen moeten we aantrekken.’ Dan grijpt de moderator in. ‘Het is wel een debat over onderwijs, hè.’
Kansenongelijkheid
Het gaat bij het debat ook over hen voor wie het onderwijs bedoeld is: de kinderen. Marjolein Moorman (PvdA) gebruikt haar spreektijd vooral om een thema te belichten waar zij zich als wethouder van onderwijs al jaren voor inzet: kansenongelijkheid in het onderwijs. Volgens Moorman worden de kansen van kinderen grotendeels bepaald door de plek waar zij opgroeien en wat hun ouders te besteden hebben. Gelijke toegang tot bijles is essentieel om de kloof te dichten en onderwijsachterstanden van kinderen aan te pakken, zegt de wethouder. ‘We moeten ongelijk investeren voor gelijke kansen.’ Praktisch betekent dit dat er meer budget gaat naar scholen met een grotere leerachterstand.
Volgens de SP is meer bijles niet de oplossing. Haijen zegt dat betere toegang tot bijles slechts symptoombestrijding is. SP en de andere partijen blijven erbij dat het probleem ligt bij het aantrekken van bevoegde docenten om zo de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Moorman is het met hen eens dat meer bijles niet de kern van het probleem oplost: ‘Als de kwaliteit van het Amsterdamse onderwijs omhooggaat, zullen kinderen ook minder bijles nodig hebben.’
Aan het eind van de avond is het duidelijk dat voor elke partij onderwijs een van de kernpunten zal zijn de komende vier jaar. Zoals Ex zei: misschien kunnen sommige aanwezige politici af en toe zelf bijspringen in het onderwijs. Leraren genoeg vanavond.