De initiatiefnemers achter ‘De Nacht staat op’ gaan komende dagen in gesprek met de gemeente over hun plannen. Op 12 februari gaan zij sowieso open, ook als de gemeente gaat handhaven. Of ze na die eerste nacht open blijven, is afhankelijk van hoe zwaar de sancties vanuit de gemeente zullen zijn, melden meerdere clubeigenaren aan NAP Nieuws.
Een protestactie is het niet, zeggen de clubeigenaren. De aangesloten nachtclubs bij De Nacht staat op maakten op woensdagavond bekend vanaf 12 februari weer open te willen gaan. Elk uur sluiten meer nachtclubs en poppodia zich aan bij het initiatief. Op het moment van publicatie staat de teller op 24. Van deze clubs heeft NAP Nieuws met 9 gesproken, waaronder met woordvoerder van het initiatief Pieter de Kroon, eigenaar van Chicago Social Club.
De insteek van De Nacht staat op is niet om eenmalig de deuren te openen, zoals de protestacties van de horeca en cultuursector midden januari. Na die eerste nacht willen de Amsterdamse nachtclubs open blijven en hun openingstijden van voor de pandemie gaan hanteren.
Groot risico
De gemeente Amsterdam laat weten in gesprek te gaan met de nachtclubs, maar wel haar verantwoordelijkheid te nemen de coronamaatregelen te handhaven. Daarbij zal altijd eerst een waarschuwing worden gegeven, voordat op zwaardere sancties wordt overgegaan, zoals boetes.
De clubs zijn standvastig om open te gaan op 12 februari, maar niet ieder risico durven ze te lopen. Voor de waarschuwing zijn de meeste clubbazen die voor dit artikel zijn gesproken niet zo bang. De uitbaters van Bitterzoet en RADION zien vooral het intrekken van vergunningen als een groot risico van de actie. Ook vertelt Steven Vermaas, eigenaar van Disco Dolly en Oliva: ‘Een hoge boete zouden wij financieel niet aankunnen.’
Het eerste gesprek met de gemeente moet nog plaatsvinden. De clubbazen zeggen er veelal open en met vertrouwen in te gaan. Zo ook Joerie Salet, eigenaar van Supper Club en Bar Rouge: ‘Wij gaan ervan uit dat er geen zware sancties komen. Gebeurt dat wel, dan moeten we ons opnieuw gaan beraden.’
Inloopuur
Sommige clubuitbaters vertellen de gemeente tegemoet te willen komen, maar alleen als het vervangende plan concreet en op zeer korte termijn is. Frits Zanen, eigenaar van Radion: ‘Ik kan me voorstellen dat de gemeente bijvoorbeeld de eerste weekenden maar tot 12 uur ‘s avonds wil. Als we dan daarna vanaf 1 maart weer volledig open mogen, kan ik mij bij zo’n tegenvoorstel neerleggen.’ Bas Louwers, eigenaar van Bitterzoet, vertelt dat hij het ook prima vindt om met inloopuren te werken. ‘Dan hebben we één uur inloop en sluiten we daarna de deuren voor binnenkomers. Dan blijft de groep de hele avond hetzelfde.’
Veel van de clubbazen zijn gefrustreerd dat een gesprek vanuit overheidsorganen met de branche zo lang op zich heeft laten wachten. De pandemie begon bijna twee jaar geleden. In die twee jaren mochten de nachtclubs in totaal ongeveer twee maanden dansende bezoekers ontvangen.