De bestuurstoppen van de vijf grootste Amsterdamse bedrijven zijn nog verre van een afspiegeling van de samenleving. Betalingsbedrijf Adyen en verfproducent AkzoNobel komen het slechtst uit de test. Adyen heeft slechts één vrouwelijk en één niet-westers bestuurslid. Het bestuur van Akzonobel is zelfs volledig wit.
Yeliz Çiçek (35), hoofdredacteur van Vogue Nederland, veranderde op maandagmiddag haar naam op LinkedIn naar Peter. Ze wil daarmee aandacht vestigen op de structurele ondervertegenwoordiging van vrouwen op bestuursposities in Nederlandse bedrijven. Ook ‘Peter’ (Marijke) van Beukering-Huijbregts (51), Tweede Kamerlid voor D66, schrijft op LinkedIn: ‘Dit gebrek aan diversiteit in de top zou niet moeten bestaan.’
Het initiatief #IkheetPeter komt van Women Inc., een belangenorganisatie die zich inzet voor gendergelijkheid. Van de 93 grootste beursgenoteerde bedrijven hebben 88 een mannelijke directeur. Vijf daarvan heten Peter. Dat zijn er evenveel als het totaal aantal vrouwelijke directeuren. Inmiddels hebben al meer dan vijfhonderd vrouwen besloten om zich tussen 24 en 28 januari Peter te noemen op LinkedIn, schrijft de NOS.
Alleen mannen aan de top
De vijf grootste bedrijven met een hoofdkantoor in Amsterdam lopen gemiddeld achter op de rest van Nederland. Dat blijkt uit een rondgang van NAP Nieuws langs Adyen, ING, Philips, Heineken en Akzonobel. Alle vijf hebben een mannelijke algemeen directeur, al heet geen van allen Peter. In de raden van bestuur zijn de vrouwen iets beter vertegenwoordigd: van de 48 onderzochte bestuursleden van deze bedrijven is 27 procent vrouw.
Tussen de bedrijven bestaan grote verschillen. Met vier vrouwen binnen een elfkoppig bestuur heeft Heineken het hoogste percentage vrouwelijke bestuurders. Bij Adyen is een op de zes bestuursleden vrouw. Het betalingsbedrijf scoort daarmee van de onderzochte ondernemingen het laagst op het gebied van genderdiversiteit.
In een reactie laat Adyen weten dat de man-vrouwverhouding altijd beter kan: ‘Ons doel is om op de lange termijn diverser te worden.’ Als verklaring voor het huidige gebrek aan diversiteit in het bestuur vertelt de woordvoerder dat het grootste gedeelte van de bestuurders ook oprichter is. Daardoor zou er weinig gelegenheid zijn geweest om bij benoemingen rekening te houden met de diversiteit. Dat blijkt echter niet te kloppen. Alleen de directeur, Pieter van der Does, was betrokken bij het bedrijf sinds de oprichting.
Geen smeltkroes in bedrijfsleven Amsterdam
Ook op het gebied van etnische diversiteit zijn de vijf grootste bedrijven van de hoofdstad geen representatie van de samenleving. 21 procent van alle bestuurders heeft een niet-westerse achtergrond. Dat is veel minder dan het percentage werkenden met een niet-westerse achtergrond in Amsterdam: in de hoofdstad is dat 36 procent, zo blijkt uit cijfers van het CBS.
De verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke bestuursleden met een niet-westerse achtergrond is ongeveer gelijk: 20 procent van de mannelijke bestuursleden heeft een niet-westerse achtergrond, tegenover 23 procent van de vrouwen.
Toch zijn de verschillen tussen de bedrijven ook op het gebied van etnische diversiteit groot. Akzonobel heeft enkel witte bestuurders en heeft daarmee het minst diverse bestuur. Adyen komt met één bestuurder met een niet-westerse achtergrond op plaats twee. Daartegenover staat Philips. Het elektronicaconcern heeft verreweg het meest etnisch diverse bestuur: vijf van de dertien bestuurders hebben een niet-westerse achtergrond.
Reacties
ING en Akzonobel laten in een reactie weten dat ze actief met de diversiteit van het bestuur en de organisatie bezig zijn. Beide bedrijven stellen dat er nog werk te verrichten is. Philips en Heineken onthouden zich van commentaar.