Zowel linkse als rechtse extremisten gevoeliger voor complotdenken

Er bestaat een samenhang tussen het geloven in complottheorieën en de identificatie met extreemrechts of extreemlinks. Dat blijkt uit grootschalig onderzoek onder meer dan 100 duizend deelnemers uit 26 landen. Politicoloog André Krouwel van de Vrije Universiteit Amsterdam werkte mee aan het onderzoek, dat maandagavond werd gepubliceerd in het prestigieuze wetenschappelijke tijdschrift Nature Human Behaviour.

Toen Lange Frans nog gewoon een rapper was, hield André Krouwel zich al bezig met complotdenken. Tien jaar geleden besloot de onderzoeker en geestelijk vader van het Kieskompas zich te verdiepen in samenzweringstheorieën.

Hoewel deze vorm van denken vaak wordt gelinkt aan extreemrechts, lieten data uit het onderzoek zien dat complotten niet alleen op de rechterflank voorkomen. Complotdenken ontstaat bij mensen die de wereld als heel bedreigend ervaren, en zo’n mentaliteit komt vaker voor bij mensen die extremistisch zijn. Wie zich bedreigd voelt, wil een snelle oplossing voor complexe problemen. Extremistisch gedachtegoed is dan aantrekkelijk. ‘De samenhang tussen complotdenken en extremisme is meer een functie van het extremisme dan van de richting van de politieke oriëntatie’, vat Krouwel de conclusie van het onderzoek samen.

‘Wie zich bedreigd voelt, wil een snelle oplossing voor complexe problemen.’

André Krouwel, politicoloog Vrije Universiteit

Extreemrechts

Dat extreemrechts sterker geassocieerd wordt met complotdenken komt doordat rechts georiënteerde mensen zich door meer groepen bedreigd voelen dan linkse mensen. ‘Extreemlinks én extreemrechts vinden bijvoorbeeld bankiers bedreigend, maar op extreemrechts zijn er nog veel meer groepen die zo worden beschouwd: immigranten, homoseksuelen, joden, moslims, en ga zo maar door.’

Hierdoor vinden er vaker incidenten plaats op extreemrechts, en komt deze groep vaker in het nieuws. Dit heeft ook te maken met het politieke speelveld, volgens Krouwel. ‘We hebben drie rechts-populistische partijen die hun achterban oproepen om de straat op te gaan, terwijl extreemlinks vrij onzichtbaar is in Nederland.’

Extremisme op beide flanken is aantrekkelijk voor sociaaleconomisch kwetsbare, bange mensen die boos zijn op de wereld, aldus Krouwel. ‘Dat zie je ook aan de man die met een fakkel voor de deur van Sigrid Kaag stond. Hij is nu gelinkt aan extreemrechtse groeperingen, terwijl hij eerder op de foto stond met Antifa-vlaggen. Hij zoekt telkens een groep mensen die hem kan omarmen.’

Volksgezondheid

Complotdenken is niet alleen gevaarlijk voor de samenleving, maar ook voor complotdenkers zelf. ‘Mensen die in extremisme afzakken worden steeds eenzamer, want veel contacten worden verbroken. Ook hebben ze vaker een slechte gezondheid. Ze maken één doel zo belangrijk, dat ze alle andere levensdoelen zoals gezondheid, vriendschappen, en werk verwaarlozen.’ Hij noemt het probleem van complotdenken dan ook een volksgezondheid-aangelegenheid. Het oplossen van dit probleem ligt bij de politiek en wetenschap, maar ook bij de gewone burger. ‘Terugschelden op ome Klaas met zijn racistische opmerkingen heeft geen zin. Hem negeren ook niet. Je moet hem juist wél uitnodigen voor je verjaardag, en afspreken dat iedereen even met hem praat om te vertellen dat de bedreigingen die hij ziet niet reëel zijn.’

Zelf heeft Krouwel aan den lijve ondervonden dat zo’n empathische, directe aanpak werkt. ‘Ik word een paar keer per week bedreigd of uitgescholden via sociale media of de telefoon. Ik vraag dan altijd: ‘Wat is er aan de hand?’ Dan schrikken ze, omdat ze ineens denken: ‘Hè, hij was toch een klootzak, waarom is hij opeens geïnteresseerd in mij?’’