Ajax was zondagmiddag snel klaar met FC Utrecht. Met de teruggekeerde Brian Brobbey in de hoofdrol stond de eindstand al bij rust op het scorebord: 0-3.
Buitengewoon goed. Zo beoordeelde Ajax-coach Erik Ten Hag de eerste seizoenshelft, afgesloten met 53 doelpunten voor en vier tegen. Maar Ten Hag zou Ten Hag niet zijn als hij niet ook verbeterpunten aanstipte, zoals minder gemakzucht en meer ‘pijn lijden’. Kortom: wat Ajax de wereld wel voorschotelt tegen internationale opponenten in de Champions League, maar niet kan opbrengen tegen de kleintjes uit Deventer en Almelo. Want halverwege de competitie vindt Ajax zichzelf terug – monsterlijk doelsaldo of niet – op een onverwachte tweede plek achter PSV.
Angstgegner
In de zonovergoten Portugese Algarve ging de selectie daar aan schaven, maar drie dagen en vier coronabesmettingen later stond de ploeg alweer op het drassige trainingsveld in Amsterdam. Perfectionist Ten Hag had het liever voorkomen.
Want Ajax opent tegen ‘angstgegner’ FC Utrecht, en die typering is niet onterecht. In de afgelopen tien jaar snoepte alleen PSV Ajax meer punten af. In oktober vertrok de ploeg van René Hake nog met drie punten uit de Johan Cruijff ArenA. Ten Hag zei vooraf nog vaak aan die wedstrijd te denken: “We waren toen niet honderd procent gefocust. Dan ga je ook niet winnen.” Ook aanvoerder Dušan Tadić liet deze week op de clubwebsite weten dat die verliespartij nog regelmatig door zijn hoofd spookt.
Kortste debuut ooit
Het grote verschil met toen was al na vijf minuten duidelijk: Ajax maakte de kansen nu wel af. Een getoucheerd schot van Antony liet de debuterende Fabian De Keijzer kansloos. Voor de Utrechtse debutanten werd het sowieso een middag om te vergeten. Zes minuten later stuurde een bikkelharde tackle van Lisandro Martinez Naoki Maeda met een gebroken enkel naar het ziekenhuis. Het debuut van de Japanse rechtsbuiten gaat de boeken in als kortste ooit van een in de basis debuterende Utrechter.
In de agenda van voetbalminnend Utrecht is de dag van ‘Ajax thuis’ rood omcirkeld. Bij bezoek van ‘het grote Ajax’ lijkt het altijd net wat extra in de tank te hebben, meestal gesteund door meer dan twintigduizend uitzinnige supporters. Maar weer bleven de tribunes door coronamaatregelen leeg. In de ijzige, steriele ambiance van een leeg Stadion Galgenwaard waren het nu vooral de schorre aanwijzingen van Ajax-coach Ten Hag die door huiskamer en stadion echoden.
De terugkeer van Brobbey
Maar Ajax had zijn coach nauwelijks nodig. Een kwartier na de openingstreffer waren zijn bewakers Brian Brobbey volledig kwijt. Die hing al in de lucht om de 2-0 binnen te knikken. Eén appje van Ten Hag was genoeg om Brobbey uit Leipzig terug te halen naar Ajax, die eerste spits Sebastièn Haller moet missen door de Afrika Cup.
Vlak voor rust bezegelde Brobbey het lot van Utrecht door simpel zijn tweede binnen te lopen. Opmerkelijk was het moment daarvoor, toen de doorgebroken Utrecht-spits Tasos Douvikas onterecht werd afgevlagd. Een opmerkelijk tafereel volgde, waarbij de grensrechter zich publiekelijk verontschuldigde bij trainer René Hake voor zijn misser.
Klaar voor PSV
Na de thee werden de krachten gespaard voor de kraker van volgende week tegen koploper PSV. Maar ook toen bleef de tegenstander veroordeeld tot een figurantenrol. De pijnlijkste statistiek van de middag: FC Utrecht produceerde pas drie minuten voor tijd het eerste schot tussen de Amsterdamse palen.
Ook het gevolg van een scherp en sterk duellerend Ajax, zo zei aanvoerder Tadić na de wedstrijd: ‘Als we zo spelen is Utrecht geen probleem: wij zijn klaar voor PSV’. Erik ten Hag zag zijn ploeg excelleren, maar vond ook dat er nog meer goals in hadden gezeten. En dus blijft de vraag of de hoofden van Ten Hag en Tadić na de revanche wél leeg zijn, want in Eindhoven kan de honger naar die extra goal zomaar de doorslag geven.