Bewoners van de Haarlemmerweg staan voor een mysterie: soms zit er een oude krant – van eind vorige eeuw, en ogenschijnlijk ongelezen – bij de post. Bij Agnita Jorna gebeurt dat zelfs iedere zaterdag. ‘Het is me een raadsel.’
‘Kijk, dit is van de afgelopen vier weken.’ Het gezicht van Agnita Jorna (55), bewoner van een rood flatgebouw aan de Haarlemmerweg, komt tevoorschijn vanachter een hoge stapel oude kranten. Met een zucht laat ze de twaalf kranten uit haar handen vallen, op de blauwe bank in haar woonkamer in West. ‘Die breng ik straks naar de papierbak.’
Sinds eind oktober krijgt Jorna niet één, maar soms wel vier kranten in de bus op zaterdagochtend. De Volkskrant van die dag, waarop ze geabonneerd is, én een aantal oudere exemplaren van afwisselend de Volkskrant, de Telegraaf en NRC Handelsblad. Meestal dateren die uit eind vorige eeuw. Hoe de ‘spookkranten’, zoals Jorna het noemt, telkens weer in haar brievenbus terechtkomen? ‘Het is me een raadsel.’
Aanvankelijk dacht de Amsterdamse – halflang donker haar, zwarte eyeliner – dat het de krantenbezorger was. Ze had eerder een klacht ingediend bij het distributiecentrum, omdat een krant niet was aangekomen. Vanaf dat moment lag haar brievenbus elke zaterdagochtend stampvol. ‘Alsof de bezorger dacht: die mevrouw wil kranten, dan kan ze die krijgen ook.’ Maar een belletje naar het distributiecentrum wees uit dat daar geen oude kranten liggen, en dat de bezorger er niet meer werkt.
‘Nu is het een krant, straks is het een hondendrol’
Creepy
De jaartallen op de kranten variëren: er zitten exemplaren uit 1997, 1998 en 1999 tussen, maar ook recentere uitgaves van 2014 en 2015. De meest recente is een uitgave van NRC van zaterdag 12 september 2020. ‘Het zijn altijd zaterdagkranten. En dat zijn dikke pakketten, al helemaal die van vroeger.’
Intrigerend, vindt Jorna het, maar ook een beetje ‘creepy’. ‘Nu is het een krant, straks is het een hondendrol.’ Sommige buren ontvangen incidenteel een oude krant, maar zij is de enige in het gebouw bij wie het met zulke regelmaat gebeurt. Het maakt haar argwanend. ‘Is het een persoonlijke actie, gericht op mij?’
Heterdaad
Inmiddels heeft Jorna, die office manager bij een onderzoeksbureau is, ook de politie ingelicht, in de hoop dat die erachter kan komen wie de mysterieuze krantenbezorger is. ‘De wijkagent vond het een bijzondere zaak, en wil op wacht gaan staan buiten het gebouw. Het zou leuk zijn als de ‘dader’ op heterdaad betrapt wordt, zodat we kunnen vragen waarom hij of zij dit in hemelsnaam doet.’
Maar daarvoor moet de agent wel weten rond welk tijdstip de kranten worden bezorgd. ‘Meestal zie ik ze liggen als ik de normale krant pak, rond 9.00 uur. Ik weet niet hoe laat ze zijn neergelegd, maar vaak liggen ze onderop.’ Daarom is het eerst zaak het tijdsbestek af te bakenen. ‘Maar dit weekend lagen ze weer bovenop, wat betekent dat ze pas later in de bus gegooid werden dan de nieuwe krant. Ik hoop op een gegeven moment een patroon te ontdekken.’
Bill Clinton en Nelson Mandela
Hoewel ze zegt ‘geen behoefte’ te hebben aan al die oude kranten, vindt Jorna het toch wel wat hebben. ‘Het is wel grappig om te zien hoe kranten veranderd zijn, qua grootte en dikte. En het nieuws dat erin staat geeft je een indruk van het tijdsbeeld van toen. Ik lees ze niet, hoor, maar je ziet toch de voorpagina’s.’
‘Ik sjouw me een breuk’
De Volkskrant van zaterdag 28 maart 1998, bijvoorbeeld, met Nelson Mandela en Bill Clinton op de voorpagina tijdens een bezoek van Clinton aan Zuid-Afrika. Op de foto zijn de twee leiders te zien achter de tralies, in de voormalige cel van Mandela op Robbeneiland. ‘Die vind ik wel leuk.’
De licht vergeelde kranten ogen ongelezen – ze zijn netjes ingevouwen en nauwelijks gekreukeld. ‘Net vers van de pers, lijkt het.’ Mogelijk is het een verzamelaar, een hobbyist, die er plezier uithaalt zijn collectie bij vreemden rond te brengen. ‘Dat zal dan wel, maar het is niet mijn hobby,’ zegt Jorna. ‘Nu ben ik een doorgeefluik naar de papierbak. Ik sjouw me haast een breuk.’