De gemeente Amsterdam gaat onderzoeken of ze sociale huurwoningen kan opkopen die door woningcorporaties worden verkocht. Tegenover NAP Nieuws laat de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) weten dit geen oplossing voor het woningtekort te vinden.
Het tekort aan sociale huurwoningen (met een huur tot 750 euro) is groot in Amsterdam. Terwijl de vraag naar sociale huur groot blijft en de doorstroom uit deze woningen beperkt is, kromp de omvang van de sociale huursector naar 38 procent in 2019. Dat blijkt uit het tweejaarlijkse onderzoek Wonen in de Metropoolregio Amsterdam. Door de verhuurderheffing die woningcorporaties aan het rijk betalen, houden zij minder geld over om te investeren in nieuwe, duurzame woningen.
In opdracht van de gemeente Amsterdam zocht onderzoeksbureau Vanberkel naar manieren om meer sociale huurwoningen te financieren. Die werden niet gevonden. Het plan van de gemeente om sociale huurwoningen kopen die door de woningcorporaties worden verkocht, is afkomstig uit dit onderzoek. Dit plan zorgt er niet voor dat corporaties meer woningen kunnen financieren, maar voorkomt dat corporatiewoningen in de vrije sector verdwijnen.
In de vrije sector woningen verkopen die voorheen voor sociale huur bestemd waren, geniet weinig begrip bij Amsterdammers, schreef wethouder Laurens Ivens van Wonen (SP) eind januari aan de gemeenteraad. Daarnaast heeft de gemeenteraad in het coalitieakkoord vastgelegd liever helemaal geen verkoop van sociale huurwoningen te willen.
Wrevel
Voor woningcorporaties is het verkopen van bezit echter een onmisbaar onderdeel van hun strategie om in nieuwe en duurzame woningen te investeren. ‘Als je een woning in het centrum verkoopt, dan kan je met de opbrengst twee tot drie woningen in een nieuwe wijk bouwen’, zegt Berthilde Lammertink van de AFWC. AFWC vertegenwoordigt acht Amsterdamse woningcorporaties, waaronder De Key, Ymere en Eigen Haard.
Het opkopen van sociale huurwoningen door de gemeente kan leiden tot wrevel tussen de gemeente en de woningcorporaties. Zo zouden woningcorporaties hun specialistische kennis met de gemeente moeten delen. Ook zouden woningcorporaties hun strategie om nieuwe woningen realiseren moeten aanpassen. ‘Het voorstel is ook niet met ons doorgesproken’, zegt Lammertink. ‘Het plan van de wethouder klinkt sympathiek, maar het ligt niet echt voor de hand. We hebben niet voor niks corporaties uitgevonden in dit land.’
Langetermijnproblemen
Elke vier jaar maken de woningcorporaties afspraken met de gemeente over de Amsterdamse woningvoorraad. Volgens de huidige afspraken moeten de corporaties van 2020 tot en met 2023 per jaar 2.500 woningen opleveren. Na het verrekenen van de sloop en verkoop van woningen, groeit de voorraad dan jaarlijks met 750 stuks. Het moet geen probleem zijn om deze groei te financieren, verwachten zowel de gemeente als de corporaties.
Met de gemaakte afspraken is het woningtekort in de stad niet in één klap opgelost. De afspraken zijn gebaseerd op het aantal sociale huurwoningen dat de corporaties daadwerkelijk kunnen leveren, zegt Lammertink. Op lange termijn kennen woningcorporaties wel degelijk investeringproblemen. In 2028 kan het overgrote deel van de woningcorporaties in Nederland niet meer genoeg woningen bijbouwen, verduurzamen of betaalbaar houden, schreef minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken (D66) afgelopen juli aan de Tweede Kamer.
‘Het is te bizar voor woorden dat de gemeente met dit plan moet komen’, zegt de woordvoerder van wethouder Ivens. ‘Veel moet nog worden uitgezocht en dat doen we samen met de corporaties.’ Het stadsbestuur ziet net als de woningcorporaties liever de landelijke verhuurderheffing afgeschaft worden. In die lobby trekken de partijen samen op. De woordvoerder: ‘Als de Amsterdamse corporaties niet jaarlijks 204 miljoen door de verhuurderheffing aan de schatkist in Den Haag hoeven af te dragen, dan kunnen corporaties dat geld in nieuwbouw en verduurzaming steken. Nu komt de gemeente met dit plan, omdat Den Haag het vooralsnog nalaat.’