In het Amsterdamse Wertheimpark werden zondag in een besloten setting en zonder de aanwezigheid van publiek de slachtoffers van de Holocaust herdacht.
Jacques Grishaver, de huidige voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité, maakte tijdens zijn toespraak op de herdenking een parallel tussen antisemitisme in het heden en verleden. ‘Ik doe dit voor de jeugd, zodat gemarginaliseerde groepen niet het volgende slachtoffer zijn.’
Maakt u zich druk over het opkomend antisemitisme in de samenleving? Bij de rellen in de Molukkenstraat werd er bijvoorbeeld meermaals ‘Joden, Joden’ geroepen.
‘Wij maken ons hier zeker druk over en zetten om deze reden in op een grote voorlichtingscampagne onder jongeren. Maar het is wel een kwestie van opvoeden en dat begint bij de ouders. Het Nederlands Auschwitz Comité vindt dat er te weinig onderwezen wordt over dit onderwerp. Het moet prominenter in schoolboeken staan en er moeten ook meer excursies georganiseerd worden naar een herdenkplek als Auschwitz.’
In een interview met Het Parool zei u dat het comité steken heeft laten vallen wat betreft het opkomend antisemitisme.
‘We hebben ons teveel ingezet voor de bouw van het Holocaust Namenmonument aan het Weesperplantsoen en te weinig voor dit onderwerp. We zijn een groep vrijwilligers die niet op alle plekken tegelijk aanwezig kan zijn. Maar nu gaan we ons vol ervoor inzetten. Nederland heeft zo een diverse maatschappij dat dit onderwerp niet kan blijven liggen. Het pesten van een scholier of discrimineren van een bevolkingsgroep kan het begin zijn van iets veel groters.’
Grishaver trok in zijn voordracht zondag een lijn van het verleden naar het heden. Onder meer sprak hij zijn afschuw uit over de vergelijkingen die door boze burgers en boeren worden gemaakt tussen maatregelen van het kabinet en de Holocaust.
Bent u niet bang dat het leed van de oorlog steeds minder gedeeld gaat worden nu er steeds minder mensen zijn die het zelf hebben meegemaakt?
‘Ik denk niet dat de oorlog ooit zal vervagen, ook niet voor jongeren. Wij zetten ons als comité sterk in voor een blijvende herdenking aan de verschrikkingen. Nederland heeft zo een diverse maatschappij dat het echt nodig is om anderen te respecteren. Tijdens een excursie naar Auschwitz kwam er een donkere jongen naar mij toe die zei dat hij bij de volgende groep kon behoren die zoiets verschrikkelijks zou overkomen’
Wat doet het comité om de herinnering aan de oorlog levend te houden?
‘Wij zijn nu bezig met het Namenmonument, dat zijn 102.000 stenen met namen en leeftijden erin. Een moord op zes miljoen mensen hoeft niet te vervagen, het is een baken in de geschiedenis. Het Namenmonument dient daartoe en laat de enormiteit van de oorlog zien.’
Wat vindt u van de ophef op de bouw van het namenmonument?
‘Een klein groepje buurtbewoners kwam in verzet tegen de bouw, het monument zal volgens hen ten koste gaan van het groen in de wijk en gevaarlijk zijn bij drukte. Uiteindelijk heeft de Raad van State in oktober gezegd: allemaal flauwekul argumenten en de bouw kan doorgaan. Maar al die jaren zijn wel al die rechtszaken geweest en dat doet een hoop pijn.’
Hoe kijkt u naar deze editie van de herdenking?
‘Het is dit jaar heel summier, er zijn maar weinig mensen aanwezig. Normaal zie je ook het verdriet van anderen tijdens een herdenking. We doen niks aan de afwezigheid van het publiek; het programma blijft hetzelfde, aandacht te besteden aan de Holocaust blijft belangrijk. Het enigste waar ik op hoop is dat het niet regent.’
Bent u niet bang dat de impact kleiner wordt?
‘Dit is voor ons onbekend terrein. Neem bijvoorbeeld de koning op de Dam: dat was een hele rare gewaarwording. Ik weet ook niet of dat veel impact heeft gehad, maar mensen heb toch gekeken. De herdenking van dit jaar zal minder kijkers trekken dan normaal. Het is jammer, maar we kunnen er niks aan doen.’
Wat vormt de centrale boodschap van deze herdenking?
‘We moeten met zijn allen waken voor discriminatie. Het begint al wanneer je tegen iemand zegt: Jij daar met je scheve kop. Als er iemand om je heen wordt gediscrimineerd, zeg er wat van. Iedereen heeft goede kanten, maar ook wat minder goede kanten. Behandel anderen zoals je wilt dat zij jou behandelen.’
Jacques Grishaver, de huidige voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité