Antisemitisme in Nederland wordt steeds zichtbaarder, een ontwikkeling waar de media aan bijdragen. Donderdagavond zochten experts naar een oplossing in het Amsterdamse debatcentrum De Balie.
Osdorp, afgelopen dinsdag: een jongeman met capuchon over zijn hoofd rent over straat terwijl hij een brandblusser leegspuit. ‘Kankerjoden’, roept hij triomfantelijk.
Het incident verdwijnt tussen de rest van het relnieuws, maar het illustreert een ontwikkeling die het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) al langer ziet. De zichtbaarheid van antisemitisme in Nederland is toegenomen, zegt CIDI-directeur Hanna Luden gisteravond tijdens een gesprek over antisemitisme in debatcentrum de Balie in Amsterdam. Luden ziet meer antisemitische ideeën rondom complottheorieën, meer bagatellisering en ontkenning van de Holocaust, en een toename van antisemitische uitingen onder jongeren en op internet. Het is niet duidelijk of ook echt meer antisemitische opvattingen zijn, nuanceert ze.
Schrijver Arnon Grunberg opent het gesprek met een column die hij met een videoverbinding vanuit New York voorleest, en waarin hij het taboe op antisemitisme verdedigt. ‘Het breken van een taboe is als het breken van een dijk; als het water eenmaal doorsijpelt, is het niet te stoppen.’ En het taboe op antisemitisme slijt, merkt historicus Bart Wallet. De discussie in De Balie draait om de vraag: welke rol spelen de media daarin?
Goede bedoelingen
Aan Arendo Joustra, hoofdredacteur van Elsevier, de taak om namens de media te spreken. Waarom kopt de NOS over de ‘tentakels’ van George Soros? Waarom komt kritiek op het optreden van het CIDI tegen antisemitische whatsappberichten wel in het nieuws, maar verweer van het CIDI niet? ‘De media zijn een zooitje ongeregeld’, is het enige dat Joustra daarover kan zeggen.
Hoe meer de gasten inbrengen, hoe ingewikkelder het probleem van antisemitisme blijkt. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk wie precies antisemieten zijn. Voor de Tweede Wereldoorlog kwamen mensen daar nog openlijk voor uit, nu worden haatvolle opvattingen onbewust of zelfs met goede bedoelingen verspreid. ‘Antisemitisme is een genealogisch begrip’, verklaart Wallet. ‘Je hebt historische kennis nodig om het te begrijpen.’
Reële en verbeelde Joden
Bovendien bestaat volgens Wallet een onderscheid tussen de ‘reële Jood’ en de ‘verbeelde Jood’. De eerste is een normaal persoon met allerlei verschillende eigenschappen, de tweede een mythe waar antisemieten negatieve ideeën op projecteren. ‘Daar worden reële Joden weer slachtoffer van.’
‘Door het taboe op antisemitisme mis je de kennis die nodig is om antisemitisme te bestrijden.’
Elsevier-hoofdredacteur Arendo Joustra
Wallet verwacht dat het negatieve beeld met genoeg argumenten uit elkaar kan worden getrokken. Maar de kennis om het tegen antisemitisme op te nemen ontbreekt op dit moment, stellen de gasten aan tafel bij De Balie vast. Joustra: ‘Door het taboe op antisemitisme mis je de kennis die nodig is om antisemitisme te bestrijden.’
Dilemma
Met dat dilemma tussen taboe en kennis kan Joustra terug naar de redactietafel. De media moeten niet steeds bij het CIDI aankloppen voor commentaar over antisemitische incidenten, voegt Luden toe. ‘Antisemitisme is een probleem van de samenleving, niet van de Joden’, betoogt ze. ‘Alle Nederlanders moeten elkaar erop aanspreken.’
Daar kan Joustra zich in vinden. ‘Maar we schrijven over duizend verschillende onderwerpen, dus het is toch fijn als er een club is die op antisemitisme let.’