Drie jonge mannen uit Amsterdam, verdacht van Tikkiefraude en illegale handel, stonden donderdag terecht in de rechtbank van Amsterdam.
‘Ik deed het meer om de tijd te doden, als ik niets te doen had.’ De 21-jarige I* uit Amsterdam verschuift in zijn stoel. ‘Was het dan meer een hobby?’ vraagt de rechter. Misschien was het een hobby, misschien was het een verslaving. I wordt verdacht van het inkopen en verkopen van gestolen telefoons, gemiddeld twee tot vijf stuks in de week. Toch zorgde de verkoop van gestolen goederen voor slechts een klein deel van het geld dat I het afgelopen jaar heeft verkregen. Samen met S* (19) en M.S.T* (18) wordt I verdacht van ‘Tikkiefraude’ van meer dan 30.000 euro.
De drie zouden de bankgegevens van honderden personen uit heel Nederland in handen hebben gekregen via tikkies, die ze naar verkopers van Marktplaats stuurden. Met dat geld zouden ze dure elektronische apparaten hebben gekocht, zoals iPhone’s, iPads en Playstations. Zo ontving I een Bol.com levering van zo’n 2000 euro op zijn huisadres in Amsterdam. Op 20 november zijn de drie aangehouden. Ook een minderjarige, die niet bij de rechtszitting aanwezig is, is toen opgepakt.
Hoewel S tijdens de zitting de stempel ‘zeer beïnvloedbaar’ krijgt, ziet advocaat Krikke zijn situatie positief in. ‘S is nog voor zijn aanhouding uit zichzelf gestopt met de activiteiten en heeft verder een schoon strafblad’, zegt advocaat Krikke. Ook zou S zeer gemotiveerd zijn om zijn diploma te halen. Na tien jaar in Nederland wonen wil S, van Braziliaanse afkomst, graag zijn startkwalificaties behalen om een bestaan op te bouwen. Als enige van de drie verdachten zit hij naar voren geleund, aantekeningen makend. Wanneer de voorzitter vraagt hem iets te zeggen, staat hij meteen op. ‘Ga maar zitten hoor,’ zegt de voorzitter.
M.S.T heeft zich inmiddels aangemeld voor de opleiding Accountancy en heeft een baantje geregeld bij een lokale groenteman. ‘En u hebt mensen om u heen die toezicht houden dat u elke dag naar school gaat?’ vraagt de voorzitter. Ze kijkt de zaal in. ‘Ik zie uw moeder knikken. Dat is mooi.’ Het uitgeprinte schoolrooster van M.S.T. wekt vertrouwen op bij de officier van justitie, ‘maar we houden goed de vinger aan de pols.’
Bij I ziet het er minder rooskleurig uit. Een van de voorwaarden van het reclasseringstraject is dat hij zich moet onthouden van verdere handel. Hij vindt dat ‘op zich niet nodig’, omdat hij ‘wel weet waar de apparaten vandaan komen’. Gestolen goed zal hij voortaan dus vermijden. Eerder in de zaak benadrukt advocaat Kilinç nog dat I zich niet bewust was geweest dat de apparaten die hij doorverkocht gestolen waren. ‘Het klinkt nu misschien alsof mijn cliënt met tegenzin zou stoppen met handelen, maar dit is geenszins het geval. Wij kunnen ons vinden in het handelsverbod.’
De volgende zitting zal een mini-mega zijn, wat inhoudt dat de behandeling ervan meerdere dagdelen zal duren. Alle drie de advocaten hebben een verzoek tot schorsing ingediend zodat de verdachten niet in voorlopige hechtenis hoeven te blijven tot de volgende zitting.
Wanneer S aan het eind van de zitting opstaat en zijn stoel aanschuift, heeft hij net te horen gekregen dat zijn voorlopige hechtenis is geschorst. Onder begeleiding van een agent loopt hij de deur van de rechtszaal uit. Ook de schorsing van M.S.T. loopt voor onbepaalde tijd door. ‘U kunt lekker naar huis, met uw moeder en uw zus’, glimlacht de voorzitter. Voor I heeft ze geen goed nieuws. Zijn hechtenis zal tot de volgende zitting duren, maximaal drie maanden. Wanneer I opstaat om weg te lopen, schuift hij zijn stoel niet aan.
*Vanwege privacy zijn alleen de initialen genoemd. Volgens advocaat Kilinç zijn de voornamen van zijn client zodanig uniek dat weergave daarvan onvoldoende bescherming biedt.