Amsterdammers hebben behoefte aan een luisterend oor

Frans, een man van begin zestig, met een vriendelijk gezicht en ronde bril, zit in de woonkamer van zijn woning in Amsterdam. De mensen die hij helpt krijgen hier niks van mee: zij horen alleen zijn rustige stem, met licht Amsterdamse tongval. Frans werkt al twaalf jaar bij De Luisterlijn, een nummer dat mensen kunnen bellen voor een luisterend oor. Tijdens de coronacrisis is hier veel behoefte aan, merkt hij. ‘De telefoon staat roodgloeiend.’

Vijftien jaar geleden kreeg hij te horen dat hij ongeneeslijk ziek was en nog maar kort te leven had. Zijn longen werkten niet meer goed. ‘Ik had toen twee bedrijven. Die heb ik verkocht en ik ben gaan reizen’. Uiteindelijk moest hij ook dat opgeven. ‘Ik kon mijn koffer niet meer tillen en was al na tien meter lopen buiten adem,’ legt Frans uit. 

Zijn schoonmoeder werkte bij De Luisterlijn. ‘Toen dacht ik opeens: dat ga ik doen. Ik ben empatisch, heb een goede stem en die telefoon oppakken lukt nog wel.’ Na twee jaar ziekte was zijn longcapaciteit nog maar tien procent. Op het laatste moment kon hij geholpen worden. ‘Ik heb twee nieuwe longen gekregen en kan nu alles weer.’ Toch blijft Frans vrijwilliger bij De Luisterlijn. ‘Het is gewoon heel mooi werk.’

Er wordt een stuk meer gebeld in coronatijd. ‘Er zijn meer eenzame mensen, die de muren op zich af zien komen,’ legt Frans uit. Daarnaast worden veel mensen geconfronteerd met problemen die er eigenlijk al langer waren. Dat is niet per sé negatief, vindt hij. ‘Op het moment dat je een druk sociaal leven hebt, ontvlucht je al snel je eigen probleempjes.’ 

Amsterdammers
Sommigen hebben steun nodig, anderen gebruiken de luisterlijn meer als biecht. Zo werd hij eens gebeld door een jongen, die het dagboek had gelezen van de buurvrouw op wie hij verliefd was. Toen zij erachter kwam, schaamde hij zich ontzettend. Aangedaan belde hij De Luisterlijn, Frans nam op. ‘Hij zei: ‘Ik moet dit met iemand delen, maar durf het tegelijkertijd aan niemand te vertellen.’ Dan kom je dus uit bij de Luisterlijn.’ 

Vroeger was het De Hulplijn Amsterdam, bedoeld voor telefonische hulp aan Amsterdam en omgeving. Nu kan er ook gechat en gemaild worden, en is De Luisterlijn een landelijke organisatie. Toch herkent Frans het gelijk als er een Amsterdammer belt. ‘Het zijn vaker jonge mensen die alleen wonen, en ze zijn een stuk bijdehanter,’ zegt hij lachend. Ook de Amsterdamse vrijwilligers zelf vallen op. ‘Sommige mensen bellen naar ons, terwijl ze ergens anders wonen, omdat ons team als ruimdenkend bekend staat.’ 

Met dat team heeft hij een hechte band. Dat is vooral ontstaan tijdens de overdracht, een moment na iedere dienst waarin indringende gesprekken worden doorgesproken. Cruciaal, volgens Frans. ‘Als je zulke ervaringen onverwerkt meeneemt naar huis, dan overleef je het niet. Dat is niet te doen.’

Gelukkig komen er ook vrolijke verhalen voorbij. ‘Zo was er eens een dame, die zevenentachtig mutsjes en wantjes had gebreid voor kinderen van de voedselbank.’ Het was een enorme klus, die voor Sinterklaasavond af moest zijn. Ze belde om te vertellen dat ze het net op tijd had gered. ‘Ze zei toen: ‘Ik moet het aan iemand vertellen. Ik ben zo blij dat het gelukt is.’ Frans glimlacht. ‘Daar word ik heel blij van. Dat is echt heel mooi.’

Amsterdam is sinds maart 2020 een stuk stiller dan voorheen. In De Stille Stad onderzoekt NAP Nieuws hoe de stad en haar bewoners sinds het begin van de coronacrisis zijn veranderd. Hoe vergaat het de pandemie-hobbyisten bijvoorbeeld? En hoe is het met de dierenasielen, die haast leeg zijn doordat elke Amsterdammer op zoek is naar een harig lockdownmaatje?