AMSTERDAM – De gemeente wil verhuurplatforms aanpakken die illegale vakantieverhuur faciliteren. Maar zolang die hun data niet delen, heeft dat weinig zin. Dat zegt Martijn Arets, expert op het gebied van online-platforms.
Vorige week dinsdag vond er een speciale bijeenkomst in de gemeenteraad plaats. Op initiatief van PvdA-raadslid Tom Leenders sprak de Commissie Wonen en Bouwen met een zestal deskundigen op het gebied van verhuurplatforms. Het doel van deze zitting was het onderzoeken van mogelijkheden om verhuurplatforms het hoofd te kunnen bieden. NAP Nieuws vroeg Martijn Arets deze opties te analyseren.
De opties: 1. Investeren in verhuurplatforms die zich aan de regels houden. Een voorbeeld hiervan is Fairbnb. Dit platform probeert in overeenstemming te handelen met de wetgeving van de gebieden waarin het actief is. 2. Een gemeentelijk verhuurplatform oprichten. Op die manier houdt de gemeente het overzicht over de transacties op het platform. 3. Een puntensysteem voor de verhuurder instellen. Verhuurders die in strijd handelen met de regelgeving, verliezen een aantal van de standaard dertig verhuurdagen. Wanneer een verhuurder zich lange tijd aan de wet houdt, krijgt deze er juist extra verhuurdagen bij. 4. Een verbod. De gemeente zou platformen die zich niet aan de regels houden uit de stad kunnen verbannen. |
Arets betwijfelt of toeristen op grote schaal de overstap zullen maken naar een platform als Fairbnb. Platforms die zich inzetten voor samenwerking met lokale overheden zijn momenteel nog kleinschalig. Wanneer er op Fairbnb twee woningen staan aangeboden en op Airbnb tweehonderd, zullen de meeste gebruikers voor die laatste optie blijven kiezen.
‘Hetzelfde geldt voor een gemeentelijk platform’, zegt hij. ‘Dat werkt alleen als meerdere steden samen een platform oprichten, zodat het internationaal kan groeien.’ Omdat de huurders over het algemeen niet uit Amsterdam komen, zullen die niet snel opmerken dat er daar een gemeentelijk verhuurplatform bestaat.
‘Daarnaast blijft het lastig om in de gaten te houden waar en hoeveel dagen een woning wordt verhuurd, zolang er geen centrale manier van registratie is’, zegt Arets. ‘Dan kunnen mensen hun woning op meerdere platforms tegelijk blijven aanbieden.’
Vizier op de verhuurder
Een focus op de verhuurders, zoals met een puntensysteem het geval is, gaat ervan uit dat de gemeente zicht heeft op wat er op de platforms plaatsvindt. Dat is nu nog niet het geval, dus ook daar voorziet Arets binnen de huidige regelgeving problemen: ‘Je kan hele mooie dingen bedenken, maar zolang je niet weet wat er gebeurt, wie iets verhuurt en voor hoelang, bereik je daar niks mee.’
Tegelijkertijd zullen juist de verhuurders die zich aan de regels houden het hardst worden getroffen door strengere regelgeving. ‘Als je illegaal verhuurt, zijn de inkomsten waarschijnlijk hoger en ben je bereid om meer moeite te doen voor je inkomen’, zegt Arets. ‘Terwijl iemand die netjes dertig dagen een huis op Airbnb verhuurt, dat met extra regels misschien niet meer de moeite waard vindt.’
Kunnen de verhuurplatforms niet worden vervolgd voor illegale vakantieverhuur? Onder de huidige wetgeving is het nog niet mogelijk om platforms te vervolgen die illegale verhuur faciliteren. Verhuurders mogen hun woning momenteel dertig dagen per jaar verhuren via verhuurplatforms. Handhavers kunnen echter niet zien hoe vaak een woning wordt verhuurd en de platforms hoeven die informatie niet te delen. De landelijke overheid werkt aan een Wet toeristische verhuur, die op 1 juli 2020 op zijn vroegst zal ingaan. Of die wet ervoor zal zorgen dat de gemeente meer mogelijkheden heeft om verhuurplatforms aan te pakken, is nog niet duidelijk. |
Data
Volgens Arets heeft het weinig zin om over oplossingen te praten zolang de verhuurplatforms geen informatie delen met de gemeente. ‘Alles valt of staat met die data’, zegt hij. Zonder die informatie kan de gemeente niet bijhouden hoe vaak een verhuurder een woning op een platform heeft aangeboden en of een woning onder verschillende accounts op het platform staat.
Dat verklaart meteen waarom die verhuurplatforms niet happig zijn om met de gemeente samen te werken. ‘Ze verdienen nu een marge per transactie,’ legt Arets uit. ‘Als mensen meer verhuren dan wettelijk is toegestaan, verdient het platform ook meer.’
Moeten verhuurplatforms dan maar verboden worden? Dat zou Arets zonde vinden. Hij beschouwt die optie als een laatste redmiddel en ziet liever dat er een andere oplossing wordt gezocht. ‘Als de gemeente een manier vindt om op een platformonafhankelijke wijze het maximaal aantal verhuurdagen te handhaven, dan hebben ze het voor elkaar’, zegt hij. Daar is dan wel eerst inzicht in de data van de verhuurplatforms voor nodig, of een centraal registratiesysteem waar platformen verplicht aan moeten meewerken. ‘Dat zal de gemeente op een of andere manier juridisch moeten afdwingen.’