AMSTERDAM – Deze maand is het 75 jaar geleden dat Auschwitz werd bevrijd door de geallieerden. In een serie van vijf verhalen onderzoekt NAP Nieuws hoe Amsterdam omgaat met de herinnering aan de Holocaust. Vandaag de derde aflevering: de blijvende herinnering aan Anne Frank.
Op 3 september 1944 worden ruim duizend Joden gedeporteerd vanuit Westerbork naar concentratiekamp Auschwitz. Onder hen bevinden zich Otto en Edith Frank met hun dochters Margot en Anne. Het is de laatste trein die vertrekt vanuit doorgangskamp Westerbork. Twee maanden na hun aankomst in Auschwitz worden Anne en Margot gedeporteerd naar Bergen-Belsen. Daar overlijden de zusjes aan de gevolgen van vlektyfus, twee maanden voordat de Engelsen het kamp in april 1945 bevrijden.
Het Rode Kruis stelde in 1945 hun sterfdatum vast tussen 1 en 31 maart 1945, maar onderzoek van de Anne Frank Stichting in 2015 wees uit dat Anne en Margot in februari ’45 zijn gestorven.
75 jaar na de dood van de zusjes is het Anne Frank Huis een populaire bezienswaardigheid. Jaarlijks bezoeken ruim 1,2 miljoen mensen het museum. Alleen het Van Gogh en het Rijksmuseum worden in Amsterdam beter bezocht. Ook op deze donderdagmiddag staan er lange rijen. Waar achthonderd meter verderop de leraren op de Dam staken tegen de tekorten in het onderwijs, proberen ouders een educatieve draai te geven aan de vrije dag van hun kinderen. Flore (9) is een van hen. Ze draagt een jasje met tijgerprint en wipt zenuwachtig op en neer op een bankje voor het achterhuis. ‘Heel bijzonder dat de familie hier echt heeft gezeten in de oorlog. Ik ben benieuwd naar de boekenkast.’
Volgens Abram de Swaan, voormalig hoogleraar Sociale wetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, is een van de succeselementen van het verhaal dat iedereen van jong tot oud zich kan herkennen in Anne Frank. ‘Anne Frank is in haar dagboek ongekunsteld en rechtdoorzee. Ze beschrijft niet alleen de beklemmende omstandigheden van het achterhuis, maar ook haar verliefdheid en frustraties. Voor kinderen zijn die gevoelens heel herkenbaar.’
Daarnaast maakt het dagboek van de gruwelijke Holocaust een behapbaar verhaal. ‘De impact van honderd doden kunnen wij ons niet voorstellen, laat staan zes miljoen. Maar bij het verhaal van één meisje kunnen we ons wel een voorstelling maken. Daarmee krijgt de Jodenvervolging een gezicht’, zegt De Swaan. ‘Anne Frank symboliseert de onschuld. Een bloem in bloei, die in de knop is gebroken.’
Annelien Zaagman (41) uit Arnhem bezoekt op deze donderdag met haar dochter Guusje (9) het achterhuis. ‘Ik vind het belangrijk om aan mijn dochter te laten zien wat er kan gebeuren als bepaalde groepen buitengesloten worden op basis van hun afkomst. Dat is een heftige boodschap, maar wel één die verteld moet worden.’
Volgens David Barnouw, historicus en schrijver van het boek Het fenomeen Anne Frank, leent het verhaal van Anne Frank zich bij uitstek om deze boodschap over te brengen op kinderen. ‘Er is geen bloed op de pagina’s’, zegt Barnouw. ‘Daardoor blijft het verhaal dragelijk. We krijgen wel een kijkje in het kwaad, maar op een veilige en subtiele manier.’ Volgens Barnouw komt dat deels doordat het dagboek eindigt in het achterhuis en niet in Auschwitz of Bergen-Belsen. ‘De boodschap dat Anne Frank doodgaat komt daardoor minder hard binnen.’
Het bezoek aan het Achterhuis heeft op Flore diepe indruk gemaakt. Na ruim een uur in het museum komt ze met een ernstig gezicht naar buiten. ‘Het was heel interessant. Ik ga denk ik volgend jaar mijn spreekbeurt houden over Anne Frank.’