AMSTERDAM – Vandaag is gemeenteraadslid Deniz Karaman (GroenLinks) afgetreden en komt Jenneke van Pijpen in zijn plaats. Wat staat haar te wachten als raadslid? Twee hoogleraren en het langstzittende raadslid, Johnas van Lammeren (PvdD), geven advies.
Het succes van het raadslidschap van Van Pijpen ligt volledig aan haar, zegt Geerten Boogaard, hoogleraar decentrale overheden aan de Universiteit Leiden. ‘Je hebt zoveel invloed als je zelf wilt. Je mag je overal mee bemoeien.’
Wim Derksen, voormalig hoogleraar lokaal bestuur aan de Universiteit van Leiden, is het daarmee eens. Volgens hem ligt het aan hoe ambitieus een raadslid is. ‘Je hebt een podium en als je met goede voorstellen komt en problemen aankaart, krijgt dat gehoor in de gemeenteraad en de media.’ Maar dat is niet voor iedereen weggelegd. ‘Er zijn ook raadsleden die meer werken op de achtergrond en wegzakken in de anonimiteit.’
De Amsterdamse gemeenteraad bestaat uit 45 raadsleden en is het hoogste bestuursorgaan van de stad. De functie van de raad is om de hoofdlijnen van het beleid van de gemeente vast te stellen en het college van burgemeester en wethouders te controleren. |
Ervaring speelt ook een rol in het succes van een raadslid. Boogaard: ‘Eén termijn is geen termijn. Dat klopt aardig. Pas tegen het einde heb je door hoe het werkt.’ Op dat gebied loopt Van Pijpen achter, ze heeft geen politieke ervaring. Maar 26 van de 45 raadsleden zitten ook in hun eerste termijn. ‘Het is een trend dat raadsleden minder lang in de raad blijven zitten. De ervaring neemt af’, aldus Boogaard.
Johnas van Lammeren (PvdD) zit bijna tien jaar in de raad en is daarmee het langstzittende raadslid van Amsterdam. In 2018 werd hij verkozen tot beste raadslid van Nederland. Hij heeft een duidelijk advies voor Van Pijpen: ‘Het is een marathon, geen sprint. Je kan niet alles voor elkaar krijgen en daarom moet je heldere doelen stellen. Het gaat allemaal om belangen en daar moet je tussen manoeuvreren, aanvoelen wat wel en niet haalbaar is. Maar je moet er wel bovenop zitten en eigenwijs zijn.’
Vrije rol
Voor Van Pijpen ligt er niet een werkschema klaar. Derksen: ‘Raadsleden zijn helemaal vrij in hun rol. Ze zijn volksvertegenwoordiger en het volk moet ze afstraffen als ze het niet goed doen.’ Maar een Amsterdams raadslid is zo’n 30 uur per week kwijt om effectief te zijn volgens Derksen. ‘Als je in de politiek iets wil bereiken moet je er wel steeds bij zitten, anders lukt niks.’
Het werk voor raadsleden is de laatste jaren alleen maar toegenomen, omdat steeds meer taken van de overheid aan gemeentes zijn overgedragen, zoals de jeugdzorg. Boogaard: ‘Het is een serieuze klus, zeker in Amsterdam. Daar komt nog bij dat er meer partijen in de raad zitten waardoor je het werk per partij onder minder mensen kan verdelen.’
De Stopera-bubbel
Ieder raadslid krijgt een vergoeding voor het werk. In Amsterdam is dat bijna 2500 euro per maand. Daarnaast is er een vergoeding per commissie waar een raadslid inzit en een onkostenvergoeding. Derksen: ‘Het is geen vetpot. Je moet ernaast wel nog een baan hebben.’
Volgens Boogaard is werken naast de politiek belangrijk voor raadsleden. ‘Ze moeten niet in de bubbel van de Stopera leven. Als ze werken, zijn ze aanspreekbaar. Bijvoorbeeld ’s ochtends bij het koffiezetapparaat, dan moeten ze aan collega’s uitleggen wat ze in de raad hebben gedaan.’
Van Pijpen had in een interview met NAP Nieuws al aangegeven dat het van haar in de raad er best hard aan toe mag gaan. Volgens Boogaard kan ze zich daar ook op voorbereiden. ‘De debatten zijn fel in Amsterdam. Het is geen gezellig verenigingsbestuur zoals in kleine gemeentes. Je moet je mannetje kunnen staan.’