In de rubriek Allemaal Amsterdam zoomen we dagelijks in op bijzondere mensen en plekken in de stad. Vandaag: stadsdeelcommissieleden over hun werk.
AMSTERDAM – Een tandeloze tijger, zo voelt Canan Uyar zich soms. Ze is stadsdeelcommissielid in Amsterdam Noord voor de PvdA. Al acht jaar is ze politiek actief en bij iedere verkiezing namen haar bevoegdheden af. Sinds 2018 heet de hyperlokale volksvertegenwoordiging de stadsdeelcommissie. In 2014 waren het nog bestuurscommissies, en daarvoor in 2010 stadsdeelraden.
Met iedere nieuwe naam verdwenen bevoegdheden. Laurent Staartjes vindt dat geen probleem. Hij begon vorig jaar als nieuw stadsdeelcommissielid in Amsterdam West voor de VVD. ‘Ik wist van te voren waar ik aan begon en dat de deelraadsfunctie zou verdwijnen.’
Dat is wat Uyar mist. In de eerdere verschijningen van de stadsdeelcommissie kon er makkelijker iets aan een lokaal probleem worden gedaan: ‘Als mensen nu bij me komen kan ik misschien iets aan een losse stoeptegel doen, maar een gevaarlijk verkeersplein veiliger maken? Dat kan niet meer.’
‘Wie betaalt, bepaalt,’ zegt Uyar over de hervormingen van de gemeente, maar fijn is dit niet: ‘Soms moet je mensen doorsturen naar de Stopera, terwijl ze bij ons als eerste aankloppen. Dat is vervelend.’
Staartjes herkent dat: ‘Voor het geld moet je bij de Stopera zijn.’ Staartjes ziet zichzelf daarom als ‘lobbyist’ van het stadsdeel. ‘Ik probeer West zo goed mogelijk op de kaart te zetten en bij de gemeente te lobbyen voor de inwoners van West.’
De discussie over meer of minder bevoegdheden voor de stadsdeelcommissie ziet Staartjes als een ‘fundamentele vraag: waar is de stadsdeelpolitiek voor? Je ziet dat partijen aan de rechterkant van de politiek voorstander zijn van een stadsdeelcommissie die vooral advies geeft. Partijen op links willen juist graag dat ze ook echt geld uit kunnen geven.’
Over een maand gaat de stadsdeelcommissie West evalueren. Staartjes: ‘In algemene zin gaan een hoop dingen goed, maar sommige dingen kunnen wel beter. Soms is het nog zoeken aan wie wij het best ons advies kunnen meegeven.’ Uyar weet voorlopig van geen opgeven: ‘Je inzetten voor de buurt wordt lastiger, maar dat blijf ik doen voor mijn Noord.’