AMSTERDAM – De oplossing voor het grote tekort aan ICT’ers ligt in Nigeria, Oeganda en Egypte. Als het aan Ernesto Spruyt ligt tenminste. Hij richtte TUNGA op, een bedrijf dat samenwerkt met jonge Afrikaanse programmeurs.
Het is vrijdagochtend als David Semakula zijn computer opstart. Vandaag bouwen hij en zijn team aan nieuwe software. De klant? Telegraaf Media Groep. Het is een nieuw fenomeen: jonge Afrikaanse ‘developers’, die software ontwikkelen voor Nederlandse bedrijven. Semakula: ‘Het werk varieert. De ene keer moeten we wat bugs fixen, de andere keer bouwen we een geheel nieuwe app.’
Nederland kent een fors tekort aan ICT-personeel. Op dit moment staan er 53.000 vacatures open, zo berekende het UWV. ‘Maar waarschijnlijk is het tekort veel groter, omdat veel van onze leden niet eens meer vacatures uitzetten. De oorzaak is dat er simpelweg te weinig mensen worden opgeleid,’ aldus Tim Toornvliet van branchevereniging ICT Nederland.
Volgens Ernesto Spruyt, oprichter van TUNGA, zijn de voordelen van werken met ICT’ers uit Afrikaanse landen groot: ‘Naast dat het Engels in veel Afrikaanse landen goed is, hebben ze daar dezelfde tijdzones als hier. Dat maakt het makkelijker dan bijvoorbeeld een samenwerking met India.’
Daartegenover staan uiteenlopende cultuurverschillen. Spruyt: ‘Zeker in het begin was het lastig om deadlines af te spreken. In Nederland betekent 5 uur ook echt 5 uur, of kwart over vijf. Ons hoofdkantoor staat in Kampala, Oeganda. Daar doen ze niet moeilijk over een dag later.’
NAP Nieuws ging langs bij TUNGA in de Amsterdamse ‘co-workingspace’ The Collab. Bekijk hieronder een interview met oprichter Ernesto Spruyt.
(Tekst loopt verder onder video)
Maar leidt de samenwerking niet tot een ‘braindrain’ in Oeganda? ‘Daar is nu geen sprake van en daar willen we absoluut voor waken,’, aldus Spruyt. ‘Onze ontwikkelaars werken nu als freelancers en kunnen hun kennis ook inzetten voor opdrachtgevers in eigen land. Wij bieden weliswaar een veel hoger salaris, maar het geld dat onze werknemers verdienen, geven ze thuis uit.’
‘De Oegandese samenleving is ook minder individueel dan hier. Veel van onze werknemers betalen bijvoorbeeld opleidingen voor familieleden. Ik moet de eerste developer nog tegenkomen die een Mercedes koopt van zijn salaris.’
‘Ik moet de eerste developer nog tegenkomen die een Mercedes koopt van zijn salaris’
Ernesto Spruyt, oprichter TUNGA
Dat bedrijven als TUNGA ontwikkelaars uit Afrika detacheren, verbaast Toornvliet niet. ‘Afstand maakt niets uit bij dit werk. ICT’ers werkten al eerder vanuit bijvoorbeeld Oost-Europa en Azië, dat Afrikaanse landen nu als nieuwe bron van talent worden gezien is logisch. De vraag naar ICT’ers blijft groot.”.
Toornvliet denkt niet dat de Afrikaanse ontwikkelaars grote concurrentie zijn voor Nederlandse werknemers. ‘Het werken op afstand is gebruikelijk in de IT-sector, maar de behoefte aan echt klantcontact blijft groot. Een programmeur die langsgaat op locatie bij je klant en advies geeft, kun je niet zomaar uitbesteden.’
‘Maar we moeten niet denken dat we enorm voorlopen. De ontwikkelingen op het gebied van IT in het buitenland gaan ontzettend hard. De ‘digitale geletterdheid’ in het onderwijs is in andere landen veel hoger, daar moeten we in Nederland echt aan gaan werken.”