In de rubriek Allemaal Amsterdam zoomen we dagelijks in op bijzondere mensen en plekken in de stad. Vandaag: modern jager-verzamelaar Ellen Mookhoek.
Terwijl wij koffie drinken in een café, staat bij Ellen thuis een karkas van een ree op het vuur te pruttelen. ‘Ik heb het dier twee weken geleden geschoten’, vertelt ze. ‘De ribbenkast lag nog in de ijskast, daar moest nu echt iets mee gebeuren.’ Dus is ze om 6 uur ’s ochtends opgestaan om er soep van te maken.
Van huis uit is ze historica, maar inmiddels houdt Ellen Mookhoek zich hele dagen bezig met voedsel. Jagen, wildplukken Wildplukken is het verzamelen van paddenstoelen en planten, zoals noten, bessen en bloemen, uit de natuur. Doorgaans voor eigen consumptie. en koken, om precies te zijn. Ze geeft workshops aan scholieren, chefs in opleiding en iedereen die wil weten wat de natuur rondom Amsterdam te bieden heeft. Daarnaast schrijft ze columns en artikelen, en bracht ze in 2017 haar boek ‘De Eetbare Stad’ uit.
Tijdrovend
‘Het kost belachelijk veel tijd’, zegt ze. ‘Maar je eet zoveel lekkerder.’ Toen ze twaalf jaar geleden begon met wildplukken had ze niet veel geld, en was ze zo’n zestig tot tachtig uur per week bezig om genoeg eten te verzamelen. ‘Op een gegeven moment is dat niet meer leuk. Je wereld wordt er heel klein van.’ Nu gaat ze wel af en toe naar de Albert Heijn, of de biologische winkel in de buurt. Daar haalt ze bijvoorbeeld pasta, linzen, of kwark.
Jagen en wildplukken smaakt dus een stuk beter. Maar waar het Ellen vooral om gaat zijn de grote hoeveelheden voedsel die doorgaans verspild worden. ‘Er is heel veel eten waar we eigenlijk niks mee doen’, zegt ze. ‘Ieder jaar, rond Pasen, worden er één miljoen ganzeneieren vernietigd. Ik heb een project lopen ten Noorden van Amsterdam, waarbij ik de eieren mee mag nemen en opeten. Mits ik de bebroede eieren vernietig, zodat er niet meer ganzen bij komen.’
‘Ik begon gewoon heel meditatief het vlees van die huid af te schrapen’
Ellen Mookhoek, modern jager-verzamelaar
Muskusrattendiner
Het is nu zo’n acht jaar geleden dat Ellen voor het eerst met een dood dier aan de slag ging. Ze werd gebeld door een vriend: hij had een emmer met muskusratten over, of ze wilde komen eten?
Muskusratten veroorzaken veel schade aan waterstaatswerken. Jaarlijks worden er grote aantallen muskus- en beverratten gevangen en gedood, in 2017 ruim 60.000. Bron: Jaarverslag Muskus- en Beverratten 2017 van Unie van Waterschappen
Eenmaal aangekomen bleek dat de dieren eerst nog schoongemaakt moesten worden. Poten eraf, kop eraf, huid eraf. ‘Het zijn een soort miniatuurbevers,’ legt Ellen uit. ‘Superschattig. Ik dacht: dit kan ik echt niet’. Toch stond ze even later met het beest in haar handen. ‘Het was zo’n moment waarop je leven verandert. Ik moest kiezen: of ik loop weg, en ik blijf gewoon dieren eten waarvan ik helemaal niet weet hoe schattig ze zijn. Of ik blijf, en ik ga kijken hoe ik mezelf hier overheen kan helpen’. Ze koos voor het laatste. ‘Ik begon gewoon heel meditatief het vlees van die huid af te schrapen’.
Administratie
Het wildplukseizoen staat op het punt om weer te beginnen. Er zijn al een aantal dingen te vinden, met name veldkers, baby paardenbloemblaadjes, kraailook (lijkt op bieslook) en vogelenmuur (smaakt een beetje naar postelein).
‘Je moet je door bergen papier heen werken voordat je op jacht kunt gaan’
Ellen Mookhoek, modern jager-verzamelaar
Officieel heb je voor wildplukken toestemming van de grondeigenaar nodig. Maar, zegt Ellen: ‘Wildplukken is net als wildplassen. Je voelt zelf wel aan waar en wanneer het oké is.’ Bovendien hebben mensen die aan wildplukken doen vaak veel kennis van en respect voor de natuur. Die nemen niet zomaar van alles mee, en leren te plukken zonder de plant te beschadigen.
Bij jagen ligt dat iets anders. Voordat je je eigen biefstuk kan afschieten, moet je een diploma halen. Het duurde uiteindelijk drie jaar voordat Ellen alleen kon gaan jagen. Bovendien moet je iedere keer toestemming vragen. ‘Je moet je door een hele bergen administratie heen werken voordat je op pad kunt gaan.’ Toch vormt dit voor Ellen geen belemmering. Een aantal keer per jaar schiet ze een haas, ree of bok. Ze is van plan om binnenkort ook kleding te maken van de huiden. ‘Maar ik moet er eerst nog een paar verzamelen.’