‘Onbewust een professioneel drugslab gecreëerd’

AMSTERDAM – ‘De politie wil mij gewoon laten opdraaien voor die 36.000 xtc-pillen’, zegt Jules J. Hij wordt ervan verdacht dat hij vorig jaar een groot drugslab heeft gerund.

30 liter GHB, 36.000 xtc-pillen en 88 doosjes diazepam. Een kleine greep uit de chemicaliën die de politie op 22 oktober 2018 aantrof in het appartement in de Weteringsstraat. Dat de Opiumwet hiermee is overtreden, is duidelijk. De politie hield het huis al een tijd in de gaten, met als gevolg dat ze een inval deden. Tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak wil J. graag duidelijkheid geven.

In de rechtszaal zitten de moeder en vriendin van de verdachte. Beiden lijken gespannen. De deur gaat open. Een magere jongen in blauw trainingspak komt, inclusief twee bewakers, de zaal binnenlopen. Hij glimlacht als hij zijn moeder ziet. Die steekt vriendelijk haar hand op.

Kapsalon
De buren op de Weteringsstraat zagen al maanden veel damp en beslaande ramen rondom het appartement. ‘Het was daar al maanden een verkeerde boel’, zegt een buurtbewoonster. Het appartement op de eerste verdieping en de bijhorende kelder had J. van zijn zus gehuurd. Zij had in diezelfde straat een kapsalon. Op die bovenste verdieping is onder meer xtc, cocaïne en GHB gevonden. Verder stonden er bij de inval zeven pannen met chemicaliën op het vuur. ‘Dit was een professioneel lab, concludeert de officier van justitie.

Als de zitting begint, steekt de verdachte direct van wal. ‘Ik vind dit allemaal overdreven. Al het politiewerk is gebaseerd op vermoedens. Ik heb geen enkel bewijs gezien. De politie wil mij gewoon laten opdraaien voor die xtc-pillen.’

Angst voor onderhuurders
J. zegt dat hij drie maanden voor de inval, de bovenste verdieping heeft verhuurd aan twee vrienden van zijn ex-zwager. Zijn ex-zwager is inmiddels overleden. J. durft de namen van de vrienden uit angst niet te noemen. De verdachte kwam bijna nooit in dat appartement. ‘Ik slaap altijd bij mijn vriendin en kind in Den Helder.’ En als J. er wel was, sliep hij in de kelder. Niet op de eerste verdieping waar de drugs zijn gevonden.

‘Maar waarom sliep je dan in de kelder, als er ook een kamer op de eerste verdieping is?’, vraagt de rechter zich hardop af. Tijdens eerdere politieverhoren heeft J. namelijk verteld dat hij liever in de kelder sliep omdat hij het niet prettig vond om bij de drugs te slapen. Bovendien heeft hij toen ook bekend dat de drugs van hem waren.

De verdachte reageert dat hij toen sarcastisch antwoordde. ‘Ik zei het om mijn zus te beschermen. Zij is altijd goed voor mij geweest en ik huur het appartement van haar. Straks krijgt zij de schuld. Ik heb gewoon onbewust een drugslab gecreëerd door die verdieping te verhuren.”

Ik weet niet of jullie de serie ‘Tygo in de GHB’ hebben gezien?

Officier van justitie

Tygo in de GHB
De officier van justitie gelooft er weinig van. ‘Dit is een zeer ernstig misdrijf. Ik weet niet of jullie de serie ‘Tygo in de GHB’ hebben gezien? Ik raad het iedereen aan. In het appartement wat op jouw naam staat, is 30 liter GHB gevonden. Dit is ontzettend gevaarlijk voor de maatschappij.’

De advocaat gaat ertegenin. Haar cliënt heeft namelijk nog nooit de Opiumwet overtreden. Alleen in het verleden is hij opgepakt wegens kleine vergrijpen, zoals winkeldiefstal. De verdachte gebruikt dan wel regelmatig softdrugs, maar volgens zijn advocaat is hij geestelijk niet in staat om zelf een drugslab te beginnen. Daarnaast is het onmogelijk om vanuit de kelder waar hij verbleef, naar de twee verhuurders op de eerste verdieping te komen.

En over dat punt ontstaat onduidelijkheid. Had J. vanuit zijn kelder wel of geen toegang tot de eerste verdieping? Volgens de officier van justitie is er een luik waarmee de verdachte gemakkelijk van beneden naar boven kon. De verdachte ontkent en zegt dat hij dat luik nog nooit heeft gezien.

Op 14 februari zal blijken wie de rechter gelooft.