In de rubriek Allemaal Amsterdam zoomen we dagelijks in op bijzondere mensen en plekken in de stad. Vandaag: boekverkoper Peter Overduijn.
AMSTERDAM – De Oudemanhuispoort, midden in het centrum van Amsterdam, is dagelijks gevuld met honderden boeken van verschillende verkopers. Peter Overduijn (72) is een van hen. Al ruim dertig jaar staat de Amsterdammer dag in dag uit met zijn waar voor box twaalf. Alleen vrijdags is hij op de Boekenmarkt op het Spui te vinden.
In elkaar gedoken tussen zijn tafels boeken zit Overduijn een sudoku in de krant te maken. Met zijn vingers en geel geworden nagels van de nicotine rolt hij zorgvuldig zijn vloeipapiertje op. Hij neemt een trek van zijn sigaret en draait zich in mijn richting. ‘Weet je wat het is, ik sta bijna iedere dag in de Oudemanhuispoort. Het is wel leuk hoor, maar het is wel een beetje afgelopen daar. De studenten lezen gewoon niet meer. Er zijn alleen nog van die meisjes die af en toe Jane Austen of Winnie de Poeh kopen.’
Overduijn studeerde ooit kunstgeschiedenis maar interesseert zich nu vooral in Oost-Europa en de Tweede Wereldoorlog. Ook klust hij graag in oude panden. Al jaren struint de boekenliefhebber met zijn bakfiets marktjes en antiquariaten af voor de inkoop en verkoop van zijn boeken. Vaak genoeg zitten er boeken tussen waar de ratten aan gevreten hebben. Die dump ik dan stiekem bij de buurman’, zegt Overduijn lachend. ‘Zo helpen we elkaar een beetje.’
Over het boekenmarktje in de Oudemanhuispoort is hij sceptisch. ‘Hier op het Spui komt tenminste nog een flink aantal gemotiveerde mensen die echt een goed boek zoeken. In de poort zie je toeristen en studenten een half uur verbijsterd naar de boeken staren. Zij zijn daar gewoon niet meer in staat om er eentje uit te vissen.’
Administratie
‘Mag ik even storen? Dit boek wil ik graag bij u afrekenen.’ Overduijn pakt het groene ingebonden boek aan en kijkt naar de prijs die hij er zelf met potlood heeft ingeschreven. ‘Dat is dan vier euro.’ De man overhandigt hem een biljet van twintig. Overduijn komt langzaam overeind en graait diep in zijn zakken. Hij tovert er een dikke stapel briefgeld uit en geeft het wisselgeld aan de klant. Rustig neemt hij weer plaats op zijn krukje en werpt een nieuwe blik op zijn sudoku.
Noteren wat er net verkocht is, doet hij niet. ‘Ben je gek. Deze man kocht een boekje van die Engelsman Huxley over ‘zien’, een beetje filosofisch wel. Ik kijk alleen maar naar de prijs en probeer een beetje te onthouden welke pocketboeken eruit gaan. Die verkopen het beste. Aan administratie doe ik niet. Af en toe komt er hier op het Spui belastingcontrole. Dan vragen ze me of ik wel weet dat winst de verkoop min de inkoop is. Van die ontzettend domme vragen. Dan knik ik gewoon maar vriendelijk.’
‘Nu zijn er alleen nog van die meisjes die af en toe Jane Austen of Winnie de Poeh kopen.’
Boekverkoper Peter Overduijn
Computerspelletjes
Tegenwoordig verkoopt Overduijn steeds minder boeken. ‘Mensen lezen gewoon niet meer. Ze kijken alleen nog maar naar hun telefoontje. Al helemaal in de Oudemanhuispoort. Daar wordt een mens toch niet gelukkig van? Ik ben ook bang dat er na ons geen nieuwe generatie boekenverkopers meer staat. Dan staan ze hier met computerspelletjes.’
De markt is een betekenisvolle plek voor Overduijn. ‘Een tijdje terug is hier op het Spui een van onze collega’s overleden. Zo plop. Ze stond altijd aan het einde.’ Hij wijst naar de kraam in de buurt van het Esprit-Café. ‘Ik hoorde een ziekenwagen en dacht dat zal wel weer een toerist zijn. Maar het bleek dat het één van ons was. Een hartaanval. Zij was 74. En dat op deze plek. Dat vind ik wel de mooiste manier om aan je einde te komen.’