AMSTERDAM – Zonde dat onze papers in een stoffige la verdwijnen, vonden vijf studenten filosofie. Dus richtten Senna Felius (22), Noa Fuks (22), Ruben van den Bosch (25), Mari van Stokkum (25) en Anouk Oppenheim (22) Plaf Mag op. Een filosofisch tijdschrift waar studenten hun papers kunnen publiceren én dat de ‘schreeuwers’ met de academici verbindt.
Midden op de eikenhouten eettafel staat een stomende pot thee. Ernaast ligt een halfvol pakje Javaanse Jongens en wat verfrommelde vloeitjes. Mari zit met gevouwen knieën aan tafel en draait met gefronste wenkbrauwen een sigaretje. Noa kijkt vertederd naar een witte kat die met gesloten ogen op een lege rugzak ligt te spinnen. ‘Jongens, kijk nou hoe lief Hebert tegen de verwarming aan ligt’, roept ze.
Het dier is vernoemd naar de journalist Jacques Hébert, de aartsvijand van de Franse revolutionair Robespierre, naar wie de kat van een vriend van Anouk vernoemd is. ‘Komt dat ook in je stuk?’ vraagt ze met pretoogjes.
Sure. Maar vertel eens, waarom Plaf Mag?
Anouk: ‘Ik merkte dat ik me tijdens het schrijven van mijn scriptie alleen nog maar druk maakte over m’n cijfer. Ik dacht: wat wil de docent zien en niet: waar wil ik over schrijven? Toen ik doorhad dat ik alleen nog maar voor een cijfer aan het schrijven was en dat mijn scriptie daarna in een stoffige la zou verdwijnen, was mijn motivatie helemaal weg. Ik vond dat zo zonde! Dat vond studiegenoot Senna Felius ook en zo ontstond het idee voor een tijdschrift.’
Mag iedereen in Plaf Mag publiceren?
Mari: ‘We verwachten van auteurs dat ze filosofie studeren. Als iedereen stukjes in zou sturen over de magie van begraafplaatsen of een zoen in de bioscoop en de verhouding van dat alles tot Nietzsche, raken wij als redactie een beetje de weg kwijt. Ja, we willen toegankelijk zijn, maar we willen ook dat het filosofiestudenten helpt professioneler te worden en een scherpe pen te ontwikkelen. Het is in hun belang dat zeker zij die iets vets kunnen, zo snel mogelijk kritisch gaan schrijven en een breed publiek krijgen. Weg van de ivoren toren van de universiteit.’
Als je je tot filosofiestudenten beperkt, blijf je dan niet juist in die ivoren toren zitten?
Anouk: ‘Een beetje wel. Maar stukken moeten wel een bepaalde filosofische kwaliteit hebben. De ingezonden stukken worden namelijk door PhD-studenten en professoren ge-peer-reviewed. We hebben er al een heleboel gesproken die enthousiast zijn en ons ondanks de hoge werkdruk op de universiteit erg graag willen helpen.’
Mari: ‘Gelukkig wel, want ze krijgen er helemaal niets voor. Niet eens een doosje popcorn, ha ha. Maar goed, als ze op geld uit waren zouden ze ook niet op de universiteit blijven zitten. Ze zijn wel echt toegewijd aan de filosofie.
Anouk: ‘De docenten op de studie helpen ons trouwens wel met het vinden en aanboren van fondsen. De UvA heeft toegezegd een financiële bijdrage te willen leveren, maar die is niet hoog genoeg om alle kosten te dekken. Dus moeten we zelf op zoek gaan naar sponsors.’
Lukt dat?
Anouk: ‘Op zich wel, maar we moeten het ook van sympathisanten hebben. Raddraaiers, onze drukker, vindt ons project zo sympathiek dat ze ons voor niks willen steunen als we de financiën niet rond krijgen. Gelukkig, want we willen in mei dit jaar ons eerste gedrukte magazine uitbrengen. ‘De deadline voor de stukken voor de eerste editie is trouwens 25 februari, kun je dat in je stuk zetten?’
Anouk springt op om een asbak uit het kleine keukentje naast de woonkamer te halen, waarna zij en Mari simultaan een shaggie opsteken.
Wat denk je dat mensen sympathiek vinden aan Plaf Mag?
Anouk: ’Ik denk dat Nederland een filosofisch blad als het onze nodig heeft. Er wordt heel veel geschreeuwd en veel te weinig geluisterd. Mensen simplificeren elkaars standpunten en duwen elkaar in hokjes. Filosofie kan daar als bemiddelaar tussen springen en ons blad is een aanzet om de schreeuwers met de academici te verbinden.’
Mari: Het jammere is dat filosofie vastzit in twee kampen: het academische kamp, de Oxford- Harvard- Cambridgeboeken. en het ‘zelfhulp-kamp’. De boeken die je vertellen hoe je moet leven: Alain de Botton. Daartussen zit een kloof en dat is jammer. Dat zou niet moeten hoeven, want door te filosoferen zie je dat partijen die loodrecht tegenover elkaar staan, vaak heel veel met elkaar gemeen hebben.
Anouk: ‘Mensen denken dat ze elkaar de hele tijd maar moeten overtuigen, terwijl ze eigenlijk beter naar elkaar kunnen luisteren.’
Mari: ‘Vaak zijn mensen vanuit dezelfde drijfveren in een hoekje gaan zitten en zijn ze om dezelfde redenen op hun teentjes getrapt. Erken dat en je hebt een goede basis voor toenadering. Dissensus in plaats van consensus, we moeten minder bang zijn om te praten over onze meningsverschillen. Plaf Mag moet daar het podium voor worden.’