AMSTERDAM – Queer en moslim zijn. Het roept vaak de nodige controverses op. Maandagavond 21 januari werd in de Rode Hoed het spits afgebeten met de eerste editie van Coming in – Coming out. Een driedelige reeks gesprekken met queer moslims en moslima’s, georganiseerd door stichting Maruf.
‘Je bent ziek. Met een pil kunnen we je vast wel genezen, Azziza, 22 jaar oud.’ ‘Het enige waar ik bang voor ben is jouw toekomst. Niet in dit leven maar hoe je dit gaat verantwoorden tegenover Allah. Ik wil dat je naar het paradijs gaat, Nour, 28 jaar oud.’ Het zijn twee voorbeelden van de persoonlijke audioverhalen van jongeren die deze avond het podium niet durven of kunnen betreden. De volle zaal wordt hiermee meteen het zwijgen opgelegd.
‘Lieve mensen, welkom’, zegt moderator Sylvana Simons (BIJ1). ‘Vanavond zal een groep mensen het woord nemen die heel vaak besproken wordt maar zelf nooit aan het woord komt.’ Er volgt een belangrijke huishoudelijke mededeling. ‘We zijn hier vanavond met elkaar in een ‘safe space’. Een plek waar we ons vrij kunnen uiten. Het maken van foto’s en video’s is dan ook niet toegestaan.’
Witte vraagstellers
Het vierkoppige panel neemt plaats. Onder hen Dounia Jari, voorzitter van Maruf en bestuurslid Gazi Duran. Döne Fil, een bekende activiste binnen de LHBTIQ-gemeenschap en Souad Boumedien, lesbienne, Marokkaanse en werkzaam bij de Amsterdamse politie. Queer wordt door hen beschouwd als parapluterm voor LHBTI+ mensen.
Queer en moslim zijn vormt volgens de sprekers een kruispunt van intersectionaliteit. ‘Er wordt aangenomen dat het een tegenstelling is’, zegt Jari. ‘Waarom zou ik daar een keuze in moeten maken?’, vult Duran aan. ‘Queer zijn is geen probleem en moslim zijn ook niet, maar het continu verantwoorden van mijzelf tegenover anderen wel. De witte vraagsteller dwingt je tot een keuze die ik niet wil maken.’
‘Dat is onzin,’ zegt, studente verpleegkunde, Meryem (23) in de pauze. ‘Het zijn niet de witte mensen in de zaal die het zijn van queer én moslim problematiseren. Het gaat ons juist allemaal aan. Stel dat mijn broertje op mannen blijkt te vallen. Dan wil ik weten hoe ik daarmee om moet gaan. Een steun. Ik denk niet dat mijn ouders het zouden begrijpen. Daarom ben ik hier.’
‘Je bent ziek. Met een pil kunnen we je vast wel genezen.’
Azziza, 22 jaar oud
Vrijheid blijheid
Na de korte pauze is het tijd voor een nieuwe huishoudelijke mededeling. ‘Ik moet toegeven dat ik een beetje heb gejokt’, zegt Simons verontschuldigend. ‘We zijn hier nog steeds in een ‘safe space’, maar ik heb net begrepen dat we wél live zijn op Facebook.’ Onrustig geroezemoes overstemd de zaal, toch weerhoudt dat de sprekers er niet van om hun verhaal voort te zetten.
Drie van de vier panelleden komen uit kleine dorpen in Nederland. ‘In de provincie zeggen ze kom maar uit de kast dan kun je lekker jezelf zijn. Maar dan moet je kiezen tussen moslim of queer zijn’, zegt Duran. Ook Jari herkent zich hierin. ‘Ik geloof in god en val op vrouwen. Dan moet ik maar dealen met dat laatste. In de ‘grote stad’ Amsterdam merkte ik voor het eerst dat ik niet alleen was.’
Dat gevoel van ‘vrijheid blijheid’ in Amsterdam gold niet voor Fil. Zij had als Amsterdamse juist het gevoel op te groeien in een groot dorp met veel sociale controle. ‘Ik was bang dat vrienden en familie mij zouden zien bij de Pride en mij zouden veroordelen omdat ik ‘een van hen’ was.
‘Wanneer is een gesprek als dit niet meer nodig?’, vraagt Simons. Echt bewustzijn over dit onderwerp begint pas bij oprechte interesse, sluit Jari af.
De volgende editie van Coming in – Coming out is op maandag 4 maart. Wederom in de Rode Hoed.