AMSTERDAM – De breuklijnen in kabinet Rutte III worden zichtbaar nu Klaas Dijkhoff namens de VVD zijn vingers aftrekt van het klimaatakkoord. Nu de burger achter blijft met een hoofd vol vragen moet de Amsterdamse politiek het voortouw nemen.
Want hoe gaat de energietransitie er nou uitzien en wat gaat die kosten?De Stopera kan aan de Haagse kaasstolp laten zien hoe concreet klimaatbeleid eruitziet.
Om daar een goed begin aan te geven zouden de klimaatdoelstellingen voor de stad een stuk concreter moeten worden. Vorig jaar zijn daarin al de eerste stappen gezet. Sinds mei 2018 heeft Amsterdam met wethouder Marieke van Doorninck (GroenLinks) een wethouder Duurzaamheid en ‘circulaire economie’.
Zij zou er goed aan doen de ideeën uit het coalitieakkoord verder te specificeren. Want daar staan ambitieuze doelen in. Zoals dat de stad in 2040 van het gas af moet zijn en de CO2 uitstoot in 2030 met 55 procent moet zijn teruggedrongen.
Maar wat zijn de verdere plannen voor de komende vier jaar, en hoe moeten die bereikt worden? Daar hoor je minder over vanuit de Stopera. Deze collegeperiode moeten drie wijken in de stad van het gas af, maar in tenminste een daarvan gaat dat maar voor de helft lukken.
Van dat soort concrete doelstellingen zouden er meer moeten zijn, zo maak je de strijd voor een beter klimaat zichtbaar. Want hoeveel zonnepanelen moeten er in 2022 op de Amsterdamse daken liggen, en hoeveel huizen krijgen hun warmte via een warmtepomp? En hoeveel CO2 is er op dat moment dan bespaard?
Er is meer nodig dan enkel gesprekken voeren met burgers. Aan een vaag streven zoals dat ‘zoveel mogelijk verkeer uitstootvrij’ is, heb je weinig. Laat staan aan de klimaatvloggers die de gemeente zocht. Concrete cijfers zijn belangrijk. De vroegst vindbare CO2-uitstootreportage van de stad stamt al uit 2013. De gemeente zou er goed aan doen die reportages opnieuw uit te brengen.
Zo kun je jaarlijks laten weten of de stad op koers ligt om haar doelstellingen van 2030, 2040 en 2050 te halen. De stad verdient die duidelijkheid.