Is het een gevoelskwestie of toch een rationele berekening? Ga je voor de goede kop of het interessante verhaal? Bij het kiezen van een partij om op te stemmen spelen allerlei processen een rol. Partijen zullen op honderd manieren proberen een potentiële kiezer voor zich te winnen. Hun leiders zijn in dat spel misschien wel het belangrijkst. Het is voor de Klavers, Ruttes en Buma’s van deze wereld dan ook zaak zo vaak mogelijk zo goed mogelijk uit de verf te komen. Maar hoe en óf dat opgepikt wordt, hebben ze niet zelf in de hand. Loes Aaldering promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam met een onderzoek naar hoe media partijleiders beschrijven op basis van hun karaktereigenschappen en hoe deze leiderschapsimago’s in de media kiezers beïnvloeden bij het maken van hun keuze.
Hoe steekt het onderzoek in elkaar?
‘Ik ben begonnen te kijken hoe de media politiek leiders bespreekt. Welke omschrijvingen ze gebruiken en bij welke eigenschappen de beschrijvingen passen. Die bevindingen heb ik gekoppeld aan het EenVandaag opiniepanel. De ruim 50.000 deelnemers van het panel vullen gedurende zes jaar in welke kranten ze lezen en wat hun stemintenties zijn. Die informatie heb ik gekoppeld aan de mediaberichtgeving. Zo kon ik zien welk effect de beschrijvingen van leiders op de stemvoorkeur hebben.’
Welke karaktereigenschappen horen bij leiders?
‘Er zijn vijf leiderschapskenmerken die er toe doen in de media wanneer ze een politicus beschrijven. Allereerst politieke kundigheid: bezit een leider voldoende kennis, intelligentie en kan hij of zij een strategisch spel spelen? Daarnaast spelen krachtigheid, integriteit, communicatieve vaardigheden en consistentie een rol.’
En, welke effecten heeft u gevonden?
‘Buiten campagnetijd geeft positieve berichtgeving over de kenmerken van de leider een hogere stemkans. Negatieve verhalen zorgen voor een lagere kans dat de keus op de besproken partij valt. Opvallend genoeg wordt tijdens campagnetijd het positieve effect van deze positieve evaluaties groter, terwijl de negatieve effecten van een negatieve beschrijvingen verdwijnen.’
Hoe is dat te verklaren?
‘Wanneer de media tijdens de campagne over een leider schrijven, draagt dat bij aan het gevoel dat iemand relevant is. Negatieve uitlatingen over de leiderschapskenmerken zijn in die tijd ook vaak afkomstig van een politiek tegenstander, in plaats van een objectieve journalist. Als de kiezer het niet met die politicus eens is, kan dat juist in het voordeel van de besproken leider werken.’
Dit onderzoek gaat over de landelijke politiek. Denkt u dat deze bevindingen ook opgaan voor de gemeentepolitiek?
‘Wat wij willen van onze leiders lijkt mij redelijk uniform. Ik kan me voorstellen dat de mediaberichtgeving over lokale leiders op dezelfde manier invloed heeft als bij de landelijke kopstukken.’
‘Een van de leiderschapskenmerken die geen rol speelt in mediaberichtgeving is responsiviteit. Responsiviteit gaat erover dat je als kiezer het gevoel hebt dat een leider weet wat er speelt in de samenleving. Kiezers vinden het heel belangrijk, maar gek genoeg worden leiders niet aan de hand van hun responsiviteit besproken in de media. Op lokaal niveau staan de thema’s en de problemen dichterbij mensen dan in de nationale politiek. Waarschijnlijk speelt de betrokkenheid van een politicus in de gemeentepolitiek dan ook een grotere rol.’
In Amsterdam zijn recent een aantal lijsttrekkers op een opvallende wijze in de media aanwezig geweest. NAP Nieuws vroeg Aaldering naar haar kijk op de opvallendste drie.