Een ‘gelukkige homo’ worden; voor LHBTI ouderen Wil van Beek en Willem Durinck was de liefde een onstuimige weg. ‘Veel mensen weten niet dat roze ouderen zijn opgegroeid met een geheim wat er niet mocht zijn.’
In verpleeghuis De Rietvinck komen de regenboogkleuren je tegemoet: op een lampion, een sticker naast de deur en een vlag. Die laatste heeft Anton Koolwijk, geestelijk verzorger, gekregen van de gemeente nadat de instelling het Roze Loper certificaat voor LHBTI vriendelijke zorg ontving. ‘Die hadden we nog niet eens’, lacht Koolwijk. De Rietvinck heeft 65 bewoners; zeven – ‘waarvan we het weten’ – zijn homoseksueel.
De vrolijke Koolwijk zit aan tafel in de personeelsruimte. Voor hem staat een Delfts Blauw beeldje van twee kussende mannen. Al jaren werkt Koolwijk in de ouderenzorg, waarvan negen in De Rietvinck. De geestelijk verzorger is zelf homoseksueel en vond het opvallend dat hij bijna nooit homoseksuele ouderen tegenkwam. Samen met de directeur van het verpleeghuis zette hij zich in voor LHBTI vriendelijke zorg, en die kwam er.
Het contact met de ouderen vindt Koolwijk vooral gezellig. ‘Omdat het allemaal een beetje gevoelig ligt, hebben de homoseksuele bewoners een speciaal soort humor. We hebben maar een half woord nodig om elkaar te begrijpen.’ Bij iedere bewoner hoort een eigen, vaak heftig, verhaal. Koolwijk benadrukt dat de meeste ouderen ‘een moeilijke levensloop’ hebben gehad. ‘Ze komen uit een tijd waarin homoseksualiteit een groot taboe was.’
De ervaringen lopen sterk uiteen, vertelt Koolwijk. Inmiddels zit vaste bezoeker Wil van Beek met een kopje thee aan de overkant van de tafel. ‘Wil komt hier binnenkort spreken. Hij heeft een heel bijzonder levensverhaal.’ Het wordt zelfs gepubliceerd in de serie ‘Roze Levensverhalen’ van Stichting IHLIA en de Osira Amstelgroep. De 89-jarige Van Beek komt uit een streng katholiek milieu en groeide op in Nederlands-Indië. Met twinkelende ogen en een oprechte bescheidenheid – ‘praat ik niet te veel?’ – vertelt hij over zijn leven. ‘Ik wilde eigenlijk geen homo zijn.’
Vervolgens stuurt Koolwijk ons de lift in. Op de derde verdieping wonen Willem Durinck en zijn kat. Het appartement kijkt uit op een zonnige Brouwersgracht. ‘Ik mag zeker niet klagen; het is hier heel mooi hoor’, zegt Durinck met een guitige glimlach. Hoewel de 92-jarige horeca-veteraan opgroeide in een klein dorpje in Zeeuws-Vlaanderen, had hij op zijn elfde al zijn eerste vriendje. ‘Ik vond alle jongens uit het dorp leuk en zij mij ook wel een beetje – maar niet in de manier waarop ik hen zag.’
‘De behoeftes van roze ouderen zijn hetzelfde, maar hun achtergrond is anders’, benadrukt Koolwijk. De bewoners zijn erg alert op discriminatie, aangezien ze dat hun hele leven hebben meegemaakt. ‘Het is belangrijk dat ze zichzelf kunnen zijn. Onze bewoners moeten open kunnen zijn over hun seksualiteit.’
Voor de reportage over het roze verpleeghuis De Rietvinck, klik hier.