Maandagochtend is het proces tegen Holleeder gestart. Moeder en zoon Korteling zijn speciaal voor de zaak tegen de bekendste crimineel van Nederland naar Amsterdam gekomen. ‘Ik heb tweehonderd boeken over Nederlandse misdaad in mijn boekenkast.’
Een lange rij vormt zich iets over negen voor de ingang van de bunker in Osdorp, waar het proces tegen Willem Holleeder over een uur begint. Grote camera’s van verschillende landelijke media liggen in tassen op de grond, het Jeugdjournaal filmt in de rij alvast het item voor die avond. Datacenterverkoper Paul Korteling (40) en zijn moeder Yvonne (67) uit Heerhugowaard zijn expres vroeg gekomen, zodat ze voor alle mediadrukte de rechtbank in kunnen lopen. ‘We hebben alle boeken over Holleeder gelezen.’
‘Een familie-uitje’, noemt Paul het. Het is hun eerste keer in een rechtbank. Paul heeft er speciaal een dag voor vrij genomen. ‘Als het bevalt, komen we nog een keer.’ Ze kijken om zich heen. ‘Gaat dat altijd zo, achter een raam?’, vraagt Yvonne. Zo’n negentig stoelen staan op de publieke tribune achter kogelvrij glas, het merendeel gevuld door journalisten.
Op videoschermen tonen de advocaten van Holleeder een schema dat de politie in de jaren ’90 maakte. Met onschuldig ogende poppetjes wordt de Amsterdamse onderwereld in kaart gebracht. ‘Komt dit schema ook op internet te staan?’, stoot Yvonne haar zoon aan.
De rechter schorst de zitting voor een uur. In de ruimte naast de rechtszaal probeert Paul uit te leggen wat hij zo interessant vindt aan de Nederlandse onderwereld. Yvonne: ‘Misschien een beetje de spanning?’ Paul: ‘De Italiaanse maffiawereld vind ik ook intrigerend. Er heerst een bepaalde code onder elkaar: je schiet niet als er vrouwen of kinderen bij zijn. In Nederland houden ze zich daar nu helemaal niet meer aan.’ Yvonne: ‘Via mijn zoon raakte ik zelf ook geïnteresseerd in de misdaad en ben ik al die boeken gaan lezen. Nadat ik het boek van Astrid Holleeder uit had, voelde ik wel medelijden voor haar.’
Paul vervolgt: ‘Vroeger vond ik het nooit leuk om te lezen. Die boekenlijst op school met De donkere kamer van Damokles, dat vond ik helemaal niks. Totdat ik boeken over de Nederlandse criminaliteit ging lezen. Een van de eerste was denk ik de Heineken Ontvoering. Ik denk dat ik zo’n tweehonderd boeken heb. Van Klaas Bruinsma tot nu.’
Yvonne onderbreekt: ‘Nee, veel meer! Je hebt er ontzettend veel.’
Paul: ‘Dat val wel mee.’
Yvonne: ‘Je hele boekenkast staat vol.’
‘Jij weet toch niet precies hoe veel ik in mijn boekenkast heb staan? Houd het maar op tweehonderd’, concludeert Paul.
‘Omdat we dezelfde interesse delen, vonden we het leuk om hier samen naartoe te gaan’, legt Paul uit. Yvonne: ‘Ik heb het thuis erg druk. In 2011 kreeg mijn man de diagnosis dementie. Hem verzorgen is zwaar. Twee keer per week gaat hij overdag naar een zorgboerderij. Ik kan nu vandaag met mijn zoon naar Amsterdam. Zo’n rechtszaak; ik heb het allemaal nog nooit meegemaakt.’
Dan begint Holleeders getuigenis. In een snel tempo behandelt de rechter vanaf de Heineken-ontvoering de gebeurtenissen in de Amsterdamse onderwereld. Af en toe kijken moeder en zoon elkaar even aan. Yvonne pakt een zakje drop uit haar tas: ‘Wil je een snoepje?’
Dan, om 3 uur ‘s middags, is het voorbij. De zitting wordt geschorst. Paul: ‘We weten hier al zoveel vanaf. Je herkent alle namen. Holleeder heeft echt van die stopwoorden. ‘Zo zit het’, zegt hij de hele tijd.’ En: ‘Kijk, u moet het zo zien’, vult Yvonne aan. ‘Ik wil nog wel een dag gaan.’