“Meer begrip van de wereld, een sterk moreel kompas, empathie, grenzen verleggen en zelfontplooiing.” Volgens het Ministerie van Onderwijs gaat Bildung in de 21e eeuw hierom. Ynte Bakhuizen (24) is een van de oprichters van de Bildung Academie in Amsterdam, een opleidingsprogramma van een half jaar voor hbo- en wo-studenten.
Waar staat Bildung voor op de Bildung Academie?
“Wij hebben het over moderne Bildung waarbij je persoonlijke ontwikkeling altijd verbindt aan de maatschappij. Op de universiteit is veel aandacht voor kritisch denken, maar expressie, ethiek en empathie voor de ander missen. We vinden het belangrijk dat studenten weten wat ze vinden. Ethiek is niet langer een sausje dat je over de studie giet, bij ons is het inherent aan het halfjaar programma.”
Wat leren studenten bij jullie?
“Een doelstelling zou omlijnd zijn in een aantal leerdoelen. Bildung is maar deels meetbaar. We geven geen cijfers, maar feedback. Ons programma heeft drie domeinen: ik en de ander, de erfschat en de wereld in transitie. Daarnaast leveren studenten ook een maatschappelijke bijdrage. Zo dachten studenten vorig jaar na over een duurzame manier van afvalverwerking voor de gemeente Amsterdam.”
Is Bildung een taak van het onderwijs?
“Het is een ontzettend belangrijk onderdeel van het leren omdat je ontdekt waar je persoonlijke mogelijkheden en zwakheden liggen. Het onderwijs is er niet per se voor om mensen maatschappelijk verantwoordelijk te maken. Maar het is absoluut een rol van het onderwijs dat studenten een maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef ontwikkelen.”
De Bildung Academie heeft iets elitairs.
“Ja en nee. De Bildung Academie begon twee jaar geleden met een groep studenten van de VU en de UvA. Het is bedoeld voor studenten die hoger onderwijs volgen. Daarmee is de Bildung Academie per definitie een elite ding. Bovendien zijn we onafhankelijk, waardoor het niet voor iedereen mogelijk is zich aan te melden. Je staat niet meer ingeschreven als student en je moet het opleidingsgeld van 1,200 euro zelf betalen.
“Onze zelfstandigheid geeft ons daarentegen wel de vrijheid om te doen wat we zo graag willen: onderwijs op een andere manier organiseren. Elitarisme betekent dat je iets voor jezelf wilt houden. Wij richten ons juist op het naar buiten brengen van Bildung onderwijs. We willen Bildung hypebestendig maken.”
Jullie onderschreven in 2016 een manifest dat pleitte voor Bildung in de volle breedte van het onderwijs. Hoe houd je je hiermee bezig?
“De grote thema’s van de opening van het academisch jaar waren segregatie en inclusiviteit. We hebben het hier ook veel over gehad, maar het bleef steeds bij woorden. Deze maand beginnen we daarom een project over verbinding met het ROC en de Hogeschool van Amsterdam. Negentig studenten komen wekelijks een ochtend samen om elkaar te leren kennen. Ze ontmoeten elkaars ouders, vrienden en leren elkaars denkniveau kennen. Ook gaan ze samen een festival organiseren. Ik ken nog geen andere samenwerking als deze.
“We kijken naar de mogelijkheden van circulair onderwijs: hoe kunnen onze studenten zelf meebouwen aan Bildung onderwijs? Ook hebben we samen met de VU het vak Vorming in Vloeibare Tijden ontwikkeld. Gaat dat goed, dan maken we er een minor van. En we zijn bezig met een programma voor de Erasmus Universiteit in Rotterdam.”
Is de Bildung Academie een links bolwerk?
“Teveel. Studenten die zich bij ons aanmelden zijn over het algemeen meer links dan rechts georiënteerd. Misschien spreekt persoonlijke ontwikkeling hen meer aan, ligt het aan de thema’s die we aanbieden of de algehele sfeer. We promoten de Bildung Academie op alle faculteiten. Ook hebben we contact met advocatenkantoor Stibbe. Hun voorstel is dat business- en rechtenstudenten die ze op dat moment geen stageplek kunnen aanbieden, bij ons onderwijs kunnen volgen.”
“Zelf proberen we de neutraliteit aardig te behouden. We laten maatschappelijke thema’s van alle kanten zien. Zo bespreken we het activisme van Black Lives Matter en van Pegida. En bij het vak energie gaan we langs bij Shell en spreken we met Greenpeace. Het oordeel is aan de studenten zelf.”