“Via het onderwijs probeer ik de wereld een stukje mooier te maken, door mensen kritisch te laten nadenken over hoe de wereld in elkaar zit. Los van politieke kleur. Betrokken zijn bij Artikel1 zie ik als een extra kans om mijn steentje bij te dragen, en die grijp ik met beide handen aan.”
Martijn Dekker (35) is politiek antropoloog en docent conflictstudies aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Sinds een paar jaar houdt hij zich actief bezig met diversiteitsvraagstukken, zowel vanuit zijn functie van docent als persoonlijk. Hij discussieert veel met zijn studenten over gelijkheid en protesteerde tegen Zwarte Piet. Op 15 maart is hij verkiesbaar als de nummer tien op de kieslijst van Sylvana Simons’ politieke partij Artikel1.
Waar komt je affiniteit met gelijkheid en diversiteit vandaan?
“Toen Donald Trump de Amerikaanse presidentsverkiezingen won, was de conclusie van mijn vriendin dat een vrouw blijkbaar geen president van de Verenigde Staten kan worden. Meestal komen onze politieke ideeën overeen, maar het feit dat zij een vrouw is maakt dat zij een iets andere uitleg geeft. Ik denk dat ik best vrouwen kan vertegenwoordigen, maar – ook al ben je het met elkaar eens – een vrouw zal bepaalde issues anders benaderen dan ik. Bij Artikel1 hebben we een diverse lijst met een mevrouw van 82, een jonge vrouw van achttien, mensen die met een ander geslacht zijn geboren, zwart, wit, en overal vandaan. Ik denk dat het belangrijk is dat we naar al die verschillende geluiden luisteren.”
Hoe ben je bij Artikel1 terechtgekomen?
“Ik hoorde dat Sylvana een partij wilde oprichten met gelijkheid, ongelijkheid en discriminatie als hoofdthema’s – onderwerpen waar mijns inziens meer aandacht voor moet zijn in Nederland. Het leek me interessant te sparren over hoe die punten zich verhouden tot bijvoorbeeld zorg, onderwijs en defensie, en stuurde een berichtje. Na een paar gesprekken werd me gevraagd of ik op de lijst wilde staan. Het is niet per se mijn ambitie in de Tweede Kamer te komen, maar ik steun de partij van harte en wil graag meedenken.”
Conflicteert dat niet met je functie van universitair docent?
“Wat mij betreft staat kandidaat zijn voor Artikel1 goed onderwijs niet in de weg. Binnen de sociale wetenschappen wordt vaak gezegd dat objectieve kennis niet bestaat: alles is gekleurd door je eigen kader en belevenissen. Mijn enige doel is dat studenten kritisch worden opgeleid, ze moeten altijd naar het waarom vragen.”
Wat hoop je te bereiken?
“Een luis in de pels zijn klinkt een beetje suf, maar we willen mensen continu blijven herinneren aan hoe problemen zich verhouden tot verschillen tussen mensen. In de jaren zestig en zeventig zijn er veel arbeidsmigranten naar Nederland gekomen die nu naar het verzorgingshuis moeten. Hebben zij misschien andere zorg nodig? Dat zijn belangrijke vragen.”
Stel dat Artikel1 tien zetels krijgt, wat dan?
“Het onderwijs voelt meer als roeping dan politicus zijn, maar ik wil dit geluid vertegenwoordigen dus dan ga ik in de Tweede Kamer zitten. Artikel1 zal waarschijnlijk niet in de regering komen, maar wil bepaalde standpunten continu proberen te agenderen.”
Sommige mensen zitten helemaal niet op jullie te wachten.
“Felle tegengeluiden vind ik niet heel vervelend en ze weerhouden me niet om me uit te spreken. Wel vind ik dat je altijd de discussie op een normale manier moet aangaan. Dat heb ik zelf ook niet altijd goed gedaan, maar ik heb mezelf voorgenomen voortaan rustig, positief en constructief te blijven. Dat is soms pittig, maar hopelijk helpt het om mensen te kalmeren en om dichterbij elkaar te komen.”
Is dat haalbaar?
“In deze tijd is dat heel moeilijk, maar ik vind dat we moeten blijven proberen nuance aan te brengen. Veel Amerikanen zijn boos omdat Trump president is geworden. Zij geven niet op, maar blijven de straat opgaan om te protesteren. Dat geeft hoop. Als je bepaalde waarden of ideeën hebt, moet je daar nooit van afwijken.”